Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

 

Een fragment uit
Odyssee
door Stephen Fry, vertaald door Henny Corver, Ineke van den Elskamp, Pon Ruiter en FvdW


[De thuiskomst van Agamemnon]

'Nee maar! Allerliefste, je wordt steeds mooier! De schepen met kostbaarheden komen niet lang na ons aan. Wat je al niet te zien zult krijgen! Dit is prinses Kassandra. Een dochter van Priamos en Hekabe. Ze is mijn... eh... bonus. Ik weet zeker dat er iets nuttigs voor haar te doen is in het paleis. Waar zijn de kinderen? Aha, dáár zijn jullie! Zo bedremmeld allemaal. Elektra! Warempel, je bent al een vrouw! En is dat niet Orestes? Je hoeft niet te buigen, jongen. Chrysothemis! Kom hier en geef je vader een kus. Waarom zijn ze zo bleek en zo máger? En zo schuchter? Zijn ze soms ziek? Ach, laat maar. Wat zeg je daar? Een bád? O, mijn lieve, dierbare vrouw, er is maar één ding waar ik nog méér naar heb uitgekeken. Maar dat kan ook wel ná het bad, hè?! Of misschien wel erín, nietwaar? Kom hier, koningin van mijn hart. De leeuw heeft een onderonsje met zijn leeuwin. Kijk even de andere kant op, welpjes van me.'
     Verschrikt renden de kinderen terug naar de keukens.
     Klytaimnestra roerde welriekende olie door het badwater en mompelde tegen zichzelf: 'Dus hij denkt dat hij zijn bijzit kan meenemen en in mijn bijzijn met haar kan lopen pronken?'
     Als een danseres draaide Kassandra rondjes midden in de grote zaal.
     'In dit huis zal ik de dood vinden!' zong ze. 'Hier zal Kassandra sterven. Heel binnenkort.'
     Elektra, Orestes en de kleine Chrysothemis liepen op hun tenen van de keukens naar de koninklijke vertrekken, tot ze bij het gordijn aan het einde van de overdekte doorgang kwamen. Stilletjes keken ze eromheen.
     Moeder goot uit een zilveren schenkkan olie in het dampende water van het bad. Vader – zou het ooit lukken om hem als hun vader te zien? – trok ongeduldig rukkend en uit volle borst zingend zijn kleren uit. Elektra hapte naar adem en bloosde toen Agamemnon naakt op het bad toe stapte en zich erin liet zakken, met kreten van vreugde toen zijn gebruinde huid in aanraking kwam met het hete water.
     'Aaaah,' verzuchtte hij. 'Thuis. Thuis, thuis, thuis. Kom je erbij, liefste?'
     'Zo meteen.'
     Elektra fronste haar wenkbrauwen. Waarom had Klytaimnestra een net in haar handen?
     Eerst dacht Agamemnon nog dat het een grap was, een plagerijtje, een seksspelletje.
     'Wat krijgen we nou?'
     Het net bedekte zijn hele lijf; de verzwaarde uiteinden hingen over de randen van het bad. Klytaimnestra hief een lang zilveren mes en stootte toe met de kreet: 'Voor mijn dochter, Ifigeneia!'
     Aigisthos kwam binnenrennen, zwaaiend met een eigen mes. 'Voor mijn vader, Thyestes!'
     Elektra hield haar hand voor Orestes' mond. Hij had de zijne al voor die van Chrysothemis geslagen.
     Agamemnon brulde als een beer en probeerde overeind te komen. Hij gleed uit. Om beurten staken Klytaimnestra en Aigisthos toe.
     Het gebrul veranderde in gegorgel, dat al borrelend overging in stilte.
     Chrysothemis liet haar plas lopen.
     Aigisthos en Klytaimnestra hijgden hevig, als een euforisch pasgetrouwd stel. Glibberig van het bloed vielen ze elkaar in de armen.
     'Hier ben ik,' zei een heldere, montere stem.
     Kassandra stond voor hen, met gespreide armen en een serene glimlach op haar gezicht. Haar tijd was gekomen, en ze was blij toe.
     Aigisthos en Klytaimnestra stapten naar voren, met geheven armen, bijna beducht voor zo'n heftige vervoering. Hun messen ondervonden geen weerstand.
     Aigisthos keek naar de vloer. Er vormde zich een vijver van donkerrood bloed rond Kassandra's lichaam. De glimlach was niet van haar gezicht geweken.
     'Wíé zei hij dat ze was?'
     'Een prinses uit het Huis Priamos, kennelijk. Overduidelijk een tik van de molen.'
     Een lichte beweging van het gordijn achter hen trok Aigisthos' aandacht. Hij stapte ernaartoe en trok het opzij.
     'Huh. Het zal de wind wel geweest zijn.'
     Het plasje op de vloer zag hij niet.
     Arsinoë duwde de kinderen voor zich uit door de gang en door de keukens. 'Kom, kom, opschieten,' sprak ze als een moederkloek. Buiten, op een binnenplaats aan de achterkant van het paleis, stond een kar te wachten.
     'Waar gaan we heen?' vroeg Elektra.
     'Maak je geen zorgen, liefje, de oude Arsinoë gaat met je mee.'
     Chrysothemis huilde in Arsinoë's armen. Elektra en Orestes lichtten het zeil aan de achterkant van de wagen op en keken naar buiten. In de verte zagen ze het paleis kleiner worden. Ze vroegen zich af of ze hun ouderlijk huis ooit terug zouden zien.


© Frits van der Waa 2024