Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

Verschenen in de Groene Amsterdammer van 29 januari 1986

'Het is belangrijk dat muziek er goed uitziet'

Komponist George Crumb en het kosmisch bewustzijn

Er is in Nederland een plotselinge belangstelling voor de muziek van de 56-jarige Amerikaan George Crumb. Jarenlang was zijn elektrische strijkkwartet Black Angels het enige stuk dat wat vaker te horen was. Maar door toedoen van jonge pianisten zoals Robert Nasveld en Ronaid Brautigam heeft zijn muziek, en met name zijn Makrokosmos-cycli, in korte tijd een grotere bekendheid gekregen. Music for a summer evening (Makrokosmos III), een imponerend werk voor twee piano's en twee slagwerkers, werd in de Amsterdamse IJsbreker binnen één maand niet minder dan drie keer uitgevoerd door verschillende ensembles. George Crumb kwam bij deze gelegenheid naar Nederland en hield een inleiding bij het koncert. Frits van der Waa sprak met Crumb.


'Wat is dat? Zo'n klein streepje onderin... dat is geen Amerikaanse gin-tonic. Maak er maar een dubbele van.' George Crumb is een goedige, bedachtzaam pratende man. Hij ziet er iets ouder uit dan hij werkelijk is.

'Ik vond mijn eigen stijl vrij laat', zegt hij. 'Dat was in 1962, met Five pieces for piano. Ik was al in de dertig. In mijn studietijd was ik sterk beïnvloed door Bartok, en ik denk dat daar nog steeds bepaalde dingen van over zijn. Ik realiseerde me plotseling dat ik al die tijd alleen andermans muziek had geschreven, en ik dacht dat ik moest proberen mijn eigen muziek te schrijven. In de Five Pieces kwam een aantal ideeën bij elkaar waar ik lang mee rond had gelopen. Het is het eerste stuk met die typische Crumb-vingerafdrukken. Ritmische details, kleine melodische wendingen, misschien een voorkeur voor bepaalde klankkleuren. Het is een stijl die gebaseerd is op het naast elkaar zetten van tegenstellingen: registers, harmonische velden, eigenlijk net zoals bij Debussy. Zijn muziek beweegt zich voortdurend heel vrij tussen allerlei soorten toonstelsels. Ik hoop natuurlijk wel dat mijn muziek niet net zo klinkt als die van Debussy. De kontrasten in mijn muziek zijn erg groot, tussen hard en zacht bijvoorbeeld. Opnametechnici haten mijn muziek, omdat ze hun regelaars niet op een vaste stand kunnen zetten.'

Muzikaal onderbewustzijn

Een koncert met muziek van George Crumb is geen alledaagse belevenis. Pianisten duiken met regelmaat in het binnenwerk van de piano, slagwerkers zingen en roepen, violisten zijn omgeven met gongs en rammelaars en ontlokken etherische harmonieën aan kristallen glazen water. Dat alles leidt bij Crumb niet tot een anarchistische happening, maar tot een theatraal ritueel, in dienst van zijn sonore muziek. Die heeft een sterke emotionele en subjektieve lading en speelt in op het muzikale onderbewustzijn van de luisteraar. De grote spanningsbogen zijn doorvlochten met zich herhalende signaalmotieven en eigenaardige toespelingen op muziek uit het verleden, soms zelfs in de vorm van letterlijke citaten. Aan zijn muziek ligt gewoonlijk een programma, een buitenmuzikale associatie, ten grondslag. Zo zijn Makrokosmos I en II gebaseerd op de tekens van de Dierenriem. Zijn handgeschreven, uiterst precieze partituren zijn een lust voor het oog, met soms een puur grafische symboliek. Drie delen uit Makrokosmos I zijn opgeschreven in de vorm van een cirkel, een kruis en een spiraal.

'Het is belangrijk dat muziek er goed uitziet', zegt Crumb. 'Er is voor een komponist een geheimzinnig verband tussen de klank en hoe de muziek eruitziet op papier. Dat verband probeer je tot uitdrukking te brengen in de notatie.'

- Voor een musikus is zo'n stuk in spiraalvorm anders niet erg praktisch.

'Dat zijn uitzonderingen, symbolische notaties.'

- Maar ook in andere opzichten zit uw muziek vol symbolen en buitenmuzikale beelden.

'Ik denk dat veel daarvan afkomstig is uit de poëzie van Federico García Lorca, waar ik me acht jaar lang bijna uitsluitend mee heb beziggehouden. Bijna de helft van wat ik heb geschreven is vokale muziek, en dan voor het grootste deel op teksten van Lorca. Hij gebruikt eenvoudige beelden, oerbegrippen, zoals leven, dood, liefde, de natuur. Er is heel weinig Engelse poëzie met diezelfde direktheid. Vaak is het te uitgewerkt, en laat geen ruimte voor de muziek.

Sinds Ancient voices of children, uit 1970, heb ik geen teksten van Lorca meer op muziek gezet. Ik kon er niet steeds mee doorgnan. Maar de beelden zijn blijven hangen, denk ik. Verder zijn er komponisten door wie ik ben beïnvloed. Ik voel me altijd al aangetrokken door het mystieke element bij een aantal komponisten, Debussy vooral, maar ook Charles Ives en Mahler.'

Messiaen?

'Dat is meer een religieus soort mystiek, haasL in zichzelf gekeerd. Terwijl Debussy's mystiek geen religie is, maar eerder een pantheïsme, een natuurmuziek, primitief bijna.'

Iets mysterieus

- Bent u religieus?

'Niet praktizerend, maar in bredere zin zeker wel. Ik heb de overtuiging dat er meer achter het leven zit, iets mysterieus – het heeft niets te maken met een speciale ideologie, eerder een spiritueel besef in de breedst mogelijk zin. Het is iets irrationeels, misschien zelfs superrationeel. Astronomie bijvoorbeeld is ook zoiets geheimzinnigs. Ik weet er technisch gesproken niet veel van, ik heb alleen maar populair-wetenschappelijke boeken gelezen. Maar dat is ook een soort religie (lacht). Al die miljarden bewoonde planeten daarbuiten, dat is een overweldigend idee. Ik ben er zeker van dat elk daarvan zijn eigen muziek heeft, en we zullen weten hoe die klinkt. De etnomusikologen zouden er gek van worden. Twintig of dertig jaar geleden leidde het wetenschappelijk denken bij musici tot een heel wiskundige benadering. Maar nu is het eerder de poëzie van de wetenschap die de kunst beïnvloedt, niet alleen in het grote, maar ook in het heel kleine, het mikroskopische. Zoals de struktuur van het atoom. Het is eindeloos, en uiterst poëtisch.'

- Werkt u met een systeem van kompositieregels?

'Ik werk vanuit mijn intuïtie, vanuit het oor als het ware, maar het gaat heel langzaam. Het is steeds weer een soort tasten, allerlei dingen proberen. Het is niet rationeel bedacht, toonhoogte of ritme of wat dan ook. In dat opzicht is het eigenlijk heel traditionele muziek. Mijn techniek heeft nog het meest weg van een soort celtechniek, een mozaïek. Er zijn bepaalde akkoordformaties, die je trouwens in veel twintigste-eeuwse muziek terugvindt. Ik kan er geen erg helder antwoord op geven, omdat ik niet erg analytisch ben ingesteld. Het oor analyseert wel, maar zelf vind ik het erg moeilijk om op een technische manier over mijn muziek te schrijven.'

- U geeft uw muziek heel evokatieve titels. Zijn die essentieel voor het begrijpen van de muziek?

'Ik zei vroeger altijd voor de grap dat La Mer evengoed La Terre had kunnen heten. Maar Debussy noemde het La Mer, dus hij had bepaalde associaties. Maar of het ertoe doet weet ik niet. Wat voor mij belangrijk is, is het idee dat muziek probeert over zichzelf heen te reiken en andere dingen erbij betrekt. Meer objektieve komponisten zijn het daar niet altijd mee eens. In zekere zin drukt muziek ook zichzelf uit, dus ik begrijp dat standpunt wel. Maar het moet een naam hebben. Je bent bezig met ideeën die te maken hebben met het ethos van de muziek. Het beïnvloedt elkaar. Soms is de titel er eerder, soms de muziek.'

Vervalsingen

- U geeft ook kompositieles aan de universiteit van Pennsylvania. Beïnvloedt dat uw eigen werk?

'Ik vind het kontakt met jonge mensen erg prettig. Maar het zijn twee verschillende dingen. Je kunt je eigen stijl niet aan iemand anders leren. Ik geef les op een heel konventionele manier. We doen veel stijlimitaties, vervalsingen eigenlijk – een term waar ik dol op ben omdat hij zo oneerbiedig is. Die manier van lesgeven is niet erg representatief voor de manier waarop kompositie in de Verenigde Staten wordt gegeven. Maar het is de traditionele werkwijze, de manier waarop Schönberg het deed.'

- Wat vindt u van de eigentijdse muziek van dit moment?

'De situatie is verbijsterend, omdat er een stilistische anarchie heerst. Berio is een komponist met wie ik veel verwantschap voel. Ik houd veel van die lyrische expressie. Met Messiaen zijn er hier en daar ook raakpunten – ik heb wel eens wat van hem gepikt –, en met Ligeti. Er is natuurlijk altijd muziek die je minder zegt. Ik bewonder komponisten als Boulez en Carter, maar hun muziek is zo gestruktureerd en complex.
Minimal music spreekt veel mensen aan, maar tot nog toe vind ik het niet erg interessant. Misschien vergis ik me wel en blijkt het uiteindelijk de belangrijke muziek van deze periode te zijn.'

Nieuwe astronomie

- Over pikken gesproken: u gebruikt vaak citaten in uw muziek. Waarom?

'Stravinsky zei: een komponist hoort te stelen, niet te lenen. Het kan zijn dat je in oudere muziek een gemeenschappelijk punt ziet met de muziek die je om zo'n citaat heen schrijft. Ik denk dat alle muziek die je in je leven hebt gehoord, opgeslagen zit in je geheugen. Daar zit het, er is geen manier om blanko te beginnen. Als ik bijvoorbeeld de Hammerklaviersonate van Beethoven citeer, doe ik dat omdat het een soort metafysische muziek is. Ik weet niet waarom, zo treft me het nu eenmaal. Beethoven is in sommige late werken de meest metafysische komponist die ik ken. Het is alsof hij vooruitliep op de nieuwe astronomie, vooruitliep op het bewustzijn dat we nu hebben van de ruimte, van de kosmos.'

Op donderdag 30 januari speel Robert Nasveld muziek van o.a. George Crumb in de IJsbreker. Aanvang 21.30 uur, tevens te beluisteren op de Vpro-radio.


© Frits van der Waa 2007