Programmatoelichting voor concerten van het Residentie Orkest, juni 1991
Ivo van Emmerik: Thought
Ivo van Emmerik, die twee jaar geleden zijn compositiestudie in Den Haag heeft
afgesloten, is een componist die zijn belangstelling voor filosofie en voor andere
takken van kunst niet onder stoelen of banken steekt. Verscheidene van de vijftien
composities, die hij sinds 1982 vervaardigde, refereren in hun titel, maar dikwijls
ook in de constructie, aan modellen of voorbeelden uit literatuur en beeldende
kunst.
In de afgelopen vijf jaar heeft Van Emmerik een stijl ontwikkeld die gericht is
op beschouwing, transparantie en het ontsluieren van de eindeloze variatie die er
in een beperkt aantal gegevens schuilt. Zijn werk vertoont sporen van het strenge
structuralisme van zijn voormalige mentor Brian Ferneyhough, maar zijn affiniteit
met de onbevangen instelling en de schijnbaar regel- en zwaartekrachtloze
muziek-grammatica van componisten als John Cage en Morton Feldman treedt daarin
sterker op de voorgrond.
In Thought, geschreven voor het Residentie Orkest
en Het Trio, zet Van Emmerik het strikte en het intuïtieve tegenover elkaar
(zelf spreekt hij liever van 'formeel' en 'informeel'). Overigens heeft de
componist niet zozeer zichzelf als wel de muzikant zekere vrijheden vergund.
Hoewel er in de loop van het negentien segmenten tellende werk uiteindelijk een
zekere synthese tot stand komt, is er van een confrontatie tussen beide principes
geen sprake, veeleer van een combinatie. Ook vertoont de muziek geen ontwikkeling
in gangbare zin: ze ontvouwt zich, ze evolueert. Je zou zelfs kunnen stellen dat ze
roteert.
Van Emmerik heeft zijn stuk twee citaten als motto meegegeven:
'But I do have a system! And my system, essentially is thought'.
(Morton Feldman in gesprek met Han Reiziger, Los Angeles, 5 november 1985.)
'Der gute Schriftsteller sagt nicht mehr, als er denkt. Und darauf kommt viel an.
Das Sagen ist nämlich nicht nur der Ausdruck, sondern die Realisierung des Denkens'.
(Uit Denkbilder van de Duitse kunsttheoreticus Walter Benjamin.)
Thought is opgebouwd in twee lagen. De ene representeert het 'formele' en
bestaat uit onderling verschuivende herhalingspatronen. 'Als het ware een machine:
iets dat strikt en onvermijdelijk doorgaat', in Van Emmeriks woorden: 'Het idee
komt via allerlei omwegen bij Duchamp vandaan'. De tweede laag is 'informeel'. Van
Emmerik benadrukt dit door een onconventionele, doch heldere muzieknotatie te
gebruiken. De musici moeten binnen zekere grenzen zelf beslissen
wanneer, hoe lang en hoe luid ze de gegeven toon spelen.
Uit de toelichting van de componist: 'Hoe contrasterend deze beide elementen ook
mogen lijken, ze staan nooit op zichzelf, maar vullen elkaar altijd aan en treden
derhalve altijd gelijktijdig op. Ze brengen geen afwisseling of dialectische
tegenstelling, wel zorgen ze voor transparantie en reliëf. In het verloop van
de compositie geeft het orkest, daartoe aangezet door de
solisten, zijn aanvankelijk sterk machinaal uitgevoerde bewegingen geleidelijk op
om vervolgens, met Benjamins opmerking in gedachten, het moment van uitvoering te
laten samenvallen met het moment van muzikale interventie.'
Ondertussen is er in de informele laag een zekere 'tegenkracht' werkzaam: de
vrijheid wordt ietwat ingeperkt, doordat de musici hun zelf-gekozen inzetten steeds
vaker gelijktijdig moeten realiseren.
De partituur van Thought weerspiegelt Van Emmeriks streven om, volgens
Benjamins aanbeveling, niet meer op te schrijven dan hij denkt. De vrije notatie is
daar slechts een aspect van. Ook ontbreekt een maatindeling (al is er wel een
'puls') en zijn de herhalingen niet uitgeschreven.
Nu zijn er twee dirigenten nodig om de beide langs elkaar schuivende sub-lagen
van de herhalingsmachine te coördineren. Is dat niet onpraktisch?
'Voor mij is de notatie gewoon minstens vijftig procent van wat het werk te
zeggen heeft of wat het uitdraagt', repliceert Van Emmerik. 'Ik wil over muziek
denken als kunst; iets dat meer is dan alleen het uiteindelijk klinkende resultaat.
Als ik het helemaal uit zou schrijven zou het voor mij helemaal plat worden; dan
zou het alleen maar een afbeelding zijn van een machine.'
© Frits van der Waa 2007