Verschenen in VandenEnde Foundation halfjaarbericht, juli 2004
Les Indes Galantes leert scholieren over het ontstaansproces en diversiteit van muziektheater
Aandachtsgebied: Muziek/Theater
Thema: Cultuureducatie
Bijdrage: € 50.000
Ten behoeve van: Educatief project
Voor dirigent Frans Brüggen was het de vervulling van een droomwens: het produceren van een eigen
operavoorstelling. Het werd Les Indes Galantes van Jean-Philippe Rameau, een internationale
coproductie waarin dans, muziek en vormgeving een betoverende combinatie aangingen.
Frans Brüggen en zijn Orkest van de Achttiende Eeuw vieren al drieëntwintig jaar triomfen met
hun stijlzuivere uitvoeringen van muziek uit het barok- en het klassieke tijdperk. Maar pas dit jaar ging
een oude wens van Brüggen in vervulling: na vijf jaar voorbereiding bracht het orkest dit voorjaar
Les Indes Galantes van Jean-Philippe Rameau op de planken, een achttiende-eeuws
opéra-ballet. De combinatie van gloedvol uitgevoerde barokmuziek met eigentijdse dans, kostuums
en decors bezorgde theaterbezoekers in Polen, Italië en Nederland een overrompelende ervaring.
'We wilden dat al jaren,' zegt Brüggen. 'We zijn toen uiteindelijk uitgekomen bij Rameau. Het moest
natuurlijk een opera zijn waarvan het duidelijk is dat wij het beter kunnen doen dan een gewoon orkest.'
Les Indes Galantes werd in 1735 voor het eerst opgevoerd in Parijs. Het was een door het hof
bekostigde, voor publiek vrij toegankelijke voorstelling, opgetuigd met de toen gangbare
toneelmachinerieën. 'We weten vrij goed hoe het er uitgezien heeft,' zegt Brüggen. 'En we weten
zelfs hoeveel het destijds ongeveer gekost heeft: dat komt in de buurt van een miljard. Alle kostuums
waren van brokaat, versierd met echt goud en zilver, en de hoeveelheid personeel liep in de honderdtallen.
Rondom het publiek stonden mannen met kaarsen die gedeeltelijk konden worden afgeschermd, louter voor
het effect.'
Toch moet de bekoring die van deze nieuwe enscenering uitging zich kunnen meten met die van de
oorspronkelijke opvoering, dankzij de fantasierijke kostuums van ontwerper Aziz, de subtiele choreografie
van Andrea Leine en Harijono Roebana, en de verrassende vondsten van decorontwerper Melle Hammer.
'Rameau heeft twee soorten opera's geschreven,' vertelt Sieuwert Verster, directeur van het orkest.
'Ernstige, over mythologische figuren, en de wat lichtere vorm van het opéra-ballet waarin het
gaat over mensen van vlees en bloed. Het was ons, en ook regisseur Jeroen Lopes Cardozo, meteen duidelijk
dat we voor die laatste categorie moesten kiezen.'
Curieus aan het genre opéra-ballet is dat het telkens gaat om de combinatie van een aantal
mini-operaatjes, die door een thema zijn verbonden. In Les Indes Galantes is dat de onbedorven liefde
die nog zou bestaan in exotische landen als Peru, Turkije, Perzië en Noord-Amerika, de 'Indes' uit de
titel, die in de achttiende eeuw nog zowel in oost als west lagen. Er is tragiek, drama, komedie en
elk verhaal loopt gelukkig goed af.
Behalve in Nederland was Les Indes Galantes ook te zien in Poznán en Ferrara. Die
internationale samenwerking was essentieel voor het verkrijgen van subsidie, aldus Verster. 'Alle kostuums
en decors zijn in Polen gemaakt. Daar zaten in februari zo'n tweehonderd oude vrouwtjes achter
Singermachines.'
Met zijn vele facetten leent deze opera zich bij uitstek om een aantrekkelijk educatief project voor de jeugd
te realiseren. Het Orkest heeft daar de laatste jaren veel ervaring mee opgedaan. In nauwe samenwerking met de Stadsschouwburg
Utrecht werd een educatief plan geschreven en lesmateriaal ontwikkeld. Tijdens de voorbereidingen en repetities in
Nederland en Polen werd een korte documentaire gemaakt ter ondersteuning van de educatieve lessen.
Vervolgens gaven de leden van de productie zelf dirigent, directeur, regisseur, ontwerpers, choreografen, orkestleden,
zangers en dansers in de dagen voorafgaande aan de concerten educatieve lessen op de scholen in de diverse steden.
Tijdens de lessen werd het genre opera, en in het bijzonder Les Inders Galantes in al zijn facetten behandeld.
Bovendien werden de leerlingen uitgenodigd in het theater van hun stad om zowel de laatste voorbereidende repetities
alsook de opvoering bij te wonen.
'Met dit project wilden we vooral laten zien dat
muziektheater de combinatie is van een aantal disciplines,' zegt Verster. 'Dat is speciaal in deze voorstelling
het geval: alles is op elkaar afgestemd. Jeroen Lopes Cardozo is een regisseur van het democratische type.
Na afloop kwamen we steeds bij elkaar om over de vorderingen te spreken. Tot na de première in
Poznán is er nog aan verbeterd en veranderd zelfs op suggesties vanuit het orkest. Het is
echt een voorbeeld van samenwerking.'
© Frits van der Waa 2008