Verschenen in Vrije Geluiden no.4
van 1 april 2000
Reuzeklappen
Howard Goodall: Big Bangs - The Story of Five Discoveries
that changed Musical History (260 pagina's).
Chatto & Windus, London
ISBN 0-7011-6932x. Prijs ca. f 70,-.
`Wat is de belangrijkste gebeurtenis uit de Westerse
muziekgeschiedenis?'
De Britse componist en programmamaker Howard Goodall hoefde
niet lang na te denken toen deze vraag hem een aantal jaren
geleden tijdens een forumdiscussie werd gesteld. En zijn mede-
panelleden gaven hetzelfde antwoord: de introductie van de
gelijkzwevende stemming, in 1722 bezegeld met de publicatie
van
het Wohltemperierte Klavier, het werk waarin Johann
Sebastian Bach voor het eerst alle 24 toonaarden
exploreerde.
Maar, zo luidde de volgende vraag, wat houdt die
gelijkzwevende
stemming dan eigenlijk in? Dat bleek niet zo
één-
twee-drie uit te leggen, en daarmee kwam Goodall op de
gedachte
voor een nieuw programma. Het idee is inmiddels uitgegroeid
tot
Big Bangs, een televisieserie over de vijf grote
omwentelingen in de muziekgeschiedenis. Behalve de
gelijkzwevende stemming zijn dat notenschrift, de opera, de
piano en de fonograaf.
Helaas is de serie voor Nederlandse kijkers geheel
onzichtbaar,
aangezien ze wordt uitgezonden op Channel Four. Tot een van de
reguliere zendgemachtigden de serie overneemt moeten we het
doen met het gelijknamige boek waarin Goodall zijn bevindingen
aanschouwelijk maakt.
Big Bangs leest als een trein, wat een hele verdienste
is, want het is niet zo simpel om de theoretische aspecten van
notenschrift en stemmingen uit de doeken te doen. Goodall
schrijft niet voor specialisten: de illustraties zijn even
geestig als verhelderend, en als het hem zo uitkomt stapt hij
moeiteloos over van Guido d'Arezzo, de uitvinder van het
notenschrift, naar Julie Andrews en het do-re-mi-liedje uit
The Sound of Music.
Dat de uitvinding van de muzieknotatie een nieuw beroep - dat
van componist - in het leven riep wisten we natuurlijk al,
maar
in deze context krijgt het nieuw perspectief. Wat de komst van
de opera en de piano zoal teweegbracht is goed voorstelbaar,
maar de introductie van de gelijkzwevende stemming had
minstens
zo vèrstrekkende gevolgen. Die stemming, met zijn
twaalf
tonen per octaaf, is ons zo met de paplepel ingegoten, dat we
er zelden bij stilstaan dat die helemaal niet zo
vanzelfsprekend is.
Goodall beschrijft niet alleen de voorgeschiedenis van de vijf
`reuzeklappen', maar ook hun muzikale en maatschappelijke
repercussies. Daarmee vertelt Big Bangs in feite het
verhaal van duizend jaar muziek, en vooral van datgene
waardoor
de Westerse muziekcultuur zich van alle andere is gaan
onderscheiden (en zich dankzij uitvinding nummer vijf, de
fonograaf en zijn afstammelingen, als een olievlek over de
wereld heeft kunnen verbreiden).
Tussen de vijf grote hoofdstukken heeft Goodall een paar
intermezzo's toegevoegd waarin hij ingaat op de unieke
opwinding die een muzikale gebeurtenis teweeg kan brengen, en
op zijn eigen ervaringen als componist (in Nederland kennen we
van zijn werk alleen de tunes van Mr Bean en
Blackadder, maar hij heeft ook respectabele, serieuze
muziek geschreven). Ook is er een hoofdstukje over de grote
betekenis van de joodse componisten voor de westerse
cultuur.
Het is jammer dat Goodall in het vuur van zijn betoog een paar
steken laat vallen. Webern en Berg waren bijvoorbeeld, anders
dan hun leermeester Schönberg, niet joods. En de
mededeling dat oudere stemmingen niet `stabiel' zijn, waardoor
cd-opnames van oude muziek gewoonlijk zouden bestaan uit aan
elkaar gelaste fragmenten, is natuurlijk schandalige nonsens.
Maar dat doet weinig af aan de prikkelende uitwerking van
Goodalls inzichten - niet in de laatste plaats van zijn idee
dat het duizendjarige rijk van de Westeuropese muziek ten
einde
loopt. `De Westeuropese klassieke muziek is niet dood,'
schrijft hij, `maar is, als een muterend DNA-gen, bezig
zichzelf te transformeren en kruisbestuivingen aan te gaan.
Wat
zich pal voor onze ogen afspeelt is de meltdown van
voorheen strikt gescheiden muzieksoorten en -stijlen, een
proces dat in de eerste plaats te danken is aan Edisons big
bang - de uitvinding van de geluidsregistratie.'
© Frits van der Waa 2006