de Volkskrant van 2 januari 1986, Kunst, recensie
ENSEMBLE PAKT DE KOFFERS UIT OP NIEUWJAARSMATINEE
De wereld is te klein voor de Blazers
Nederlands Blazers Ensemble: Nieuwjaarsmatinee 1986; muziek van Toch, Surinach, Koechlin, McPhee, Ibert,
Revueltas, Antheil en Brant. Leiding: Reinbert de Leeuw, Werner Herbers, Kees Olthuis. Met:
Mariachiorkest Mexico Lindo, Astrid Wijn, Martin van Duynhoven e.a. Plaats:
Concertgebouw, Amsterdam. Herhaling: Utrecht, 5 jan.
Om vliegensvlug van Spanje in Indonesië te komen is niet meer nodig dan het verschuiven van twee
vleugels. Bij het Nederlands Blazers Ensemble althans. NBE op toernee heet hun nieuwjaarsmatinee,
sinds 1973 een jaarlijks terugkerend spektakel.
Dit keer zijn de vele wereldreizen die het ensemble de afgelopen jaren heeft gemaakt het uitgangspunt
voor een denkbeeldige tocht door de Verenigde Staten, Mexico, Frankrijk, Spanje en Indonesië,
gezien door de bril van in- en uitheemse componisten.
Het merendeel van het programma stamt uit de jaren tussen de twee Wereldoorlogen, een tijd waarin
veel componisten hun inspiratie putten uit allerlei soorten volksmuziek. Dat alles omlijst met de
Geographical Fuge van Ernst Toch, waarin een vierstemmig spreekkoor in nog razender vaart om de
wereld zoeft: Mississippi-honolulu-yokohama-mexicomexicomexico-trinidad!
Het gedender van een trein leidt de entree van de musici in, die in reizigerskostuums de roodpluchen
loper afdalen. Die trein blijft figuurlijk gesproken doorstomen, want de onderdelen lopen vrijwel
naadloos in elkaar over. Geen tijd om bij de pakken neer te zitten, zelfs nauwelijks om te
applaudisseren. Hoeft ook niet: in Ritmo Jondo van de Spaanse componist Carlos Surinach laat het
ensemble zelf al heel wat opzwepend handgeklap horen. In diens balletmuziek voor David en Bath-sheba,
met spectaculair slagwerk, waaronder zelfs een windmachine, krijgt de Spaanse muziek een oriëntaals
tintje. Daarna snel terug naar Barcelona, met twee Sardanas van Enric Morera, uitgevoerd door
Cobla Amsterdam, een orkest dat geheel blijkt te bestaan uit leden van het Blazers Ensemble.
Nep-groep
Ook Kumpulan Buling Belanda Bali, een ensemble dat "zich toelegt op het uitvoeren van Balinese
fluitmuziek op authentieke instrumenten" is zo'n nepgroep. Een dozijn heren, neuzelend op weerbarstige
fluitjes, ongetwijfeld ergens onderweg opgepikt, met een wel erg blonde Balinees in nauwsluitende
sarong als voorganger.
Ook de andere Indonesische onderdelen zijn meer blank dan bruin. Een bewerking van twee Javaanse
melodieën, gemaakt door Charles Koechlin in 1910, wordt door de tientallen niet koest te krijgen
kinderen van wonderlijke tegenstemmetjes voorzien. Colin McPhee nam in 1940 al een voorschot op de
minimal music met zijn Balinese ceremonial music voor twee piano's, hier
imponerend uitgevoerd door Reinbert de Leeuw en Gerard Bouwhuis.
Frankrijk is vertegenwoordigd met Iberts humoristische Divertissement, Mexico met muziek van
Silvestre Revueltas, voorafgegaan door drie nummers van het in delftsblauwe sombrero's gestoken
Mariachiorkest Mexico Lindo. Grote bijval van het publiek, maar de trein raast voort, net als in de
muzikale wereldreis van Paspoort voor Piccolo en Saxo, een kinderplaat uit vervlogen jaren,
waarop Grootvader Fagot verzuchtte: "Het wordt me allemaal wat te veel. Is het geen tijd om naar huis
te gaan?" "Nee, nee!", riepen Piccolo en Saxo. "Er is nog veel meer te ontdekken!"
Zo is het. Weliswaar is Antheils Jazz Symphony geen nieuwe ontdekking, maar het blijft een
fascinerende montage van jazz-elementen, waarin steeds nieuwe laatjes met ideeën worden
opengetrokken. De wrange fanfare-grappen die Henry Brant in Street music laat horen vallen
daarna wat tegen.
Maar dan gaat een zwoele passage voor vier saxofoons over in luid tromgeroffel, zes slagwerkers
bezetten hun drumstellen, en opeens zitten we in de Finale. Vier jeugdige break-dancers komen op en
verrichten hun toeren, begeleid door de Blazers met een massief tutti. Het publiek juicht, fluit,
klapt, hangt over de rand van de balkons. Grootvader Fagot kan het nauwelijks bijbenen, al die
rondwervelende ledematen. Tenslotte sluit de cirkel zich met een reprise van Toch's Geographieal
Fugue. Maar de tijd staat niet stil, het is alweer 1986, en onder die noten uit 1930 klinkt nu een
stuwende beat.
© Frits van der Waa 2006