de Volkskrant van 10 maart 1986, Kunst, recensie
OPERA TSJAIKOFSKY BIJ FORUM
Een knapperige korst
zonder veel inhoud
Opera Forum: Jevgeni Onegin, opera van Tsjaikofsky. Solisten: Thea van der Putten, Ernst-Daniël
Smid, Hein Meens e.a. Muzikale leiding: Alun Francis. Regie: Jan Bouws. Choreografie: Angela Hardcastle.
Kostuums: Nicolaas Wijnberg. Belichting: Henk van der Geest. In: Twentse Schouwburg, Enschede.
Herhalingen: t/m 27 mei in diverse steden.
Dat zat er dik in. Vertaal een Russische opera in het Nederlands, laat een Italiaanse loeibas meezingen
en je krijgt iets dat nog het meest lijkt op IJslands.
De bijdrage van de ongelukkige Graziano Del Vivo duurt maar een paar minuten, dus daar ligt het niet
aan dat de nieuwe Forum-enscenering van Tsjaikofsky's Jevgeni Onegin een onbevredigende
voorstelling is geworden. De Nederlandse tekst heeft er zelfs niets mee te maken: die loopt goed en
wordt verder redelijk verstaanbaar gezongen, namelijk door Nederlandse zangers.
Het bokken schieten vindt ergens anders plaats. Om te beginnen in de orkestbak, onder supervisie van
dirigent Alun Francis, die met ingang van dit seizoen samen met zijn Nederlandse collega Jan Stulen
optreedt als artistiek adviseur van Forum. Dat adviseren doet hij misschien wel aardig, maar laat die
man alsjeblieft van Tsjaikofsky afblijven.
Tsjaikofsky bewerkte Poesjkins verhalend gedicht Jevgeni Onegin in 1879 tot een opera. Zelf
sprak hij liever van "lyrische scènes". Onegins zinloze duel met zijn vroegere vriend Lenski,
zijn afwijzing van Tatjana's liefde, en de plotselinge, maar vergeefse passie die hij jaren later voor
haar opvat hulde hij in stralende muziek.
Maar onder de handen van Alun Francis krijgen al die golvende emoties de bezieling van een
Casio-horloge, dood, mechanisch, en zonder enige nuance. Met uitzondering van een knoeiende hoornist,
door Tsjaikofsky (helaas) met menige solo bedacht, laat het orkest zich volgzaam door de partituur
drijven. Alleen in rechtlijnige onderdelen, zoals de balletmuziek, kan de kille Francis weinig kwaad
aanrichten.
Dat deze voorstelling zich nog met andere gevoelens dan oplopende ontzetting laat beluisteren is te
danken aan de solisten, en met name aan Thea van der Putten, die helder en hartstochtelijk de rol van
Tatjana vertolkt. Ernst-Daniël Smid, met zijn niet zeer krachtige, maar warme stem, zingt een
adequate Onegin. De stemomvang van Hein Meens is daarentegen niet helemaal toereikend voor de partij
van Lenski.
De Nederlandse versie heeft als aardige bijkomstigheid dat zangers met een slechte dictie snel door
de mand vallen. Naast Thea van der Putten, woord voor woord verstaanbaar, gaat Ans van Dam als de
voedster Filipjevna ten onder in volle, maar hulpeloze keelklanken.
Met zijn grote nadruk op innerlijke ontwikkelingen is Jevgeni Onegin geen opera die zichzelf
regisseert. Regisseur Jan Bouws heeft zich blijkbaar geconcentreerd op de sjeuiïge massascènes,
die goed geölied verlopen; de onvermijdelijke statische momenten heeft hij maar een beetje op hun
beloop gelaten. Smid en Meens, die het als acteurs moeilijk zonder een sturende hand kunnen stellen,
worden daardoor soms abrupt teruggebracht tot sullige mannetjes.
Bouws' kleine en grote onhandigheden leiden tot komische taferelen. Zo laat hij de doorwaakte nacht
waarin Tatjana haar liefdesverklaring aan Onegin schrijft, eindigen met een dramatische collaps. Het
ziet er minstens uit alsof ze uit bed gevallen is. Wat zingt Filipjevna? "Kijk eens aan, zo vroeg al
uit bed. Je bent een lief ochtend-vogeltje!"
Fleurige decors en kostuums, welluidende moerstaal-vocalen, een vertierend dansje hier en daar: deze
Onegin-kroket heeft wel een knapperig korstje, maar je kunt je beter niet afvragen of er echt
vlees in zit.
© Frits van der Waa 2006