de Volkskrant van 1 juli 1986, Kunst, recensie
COMPONISTENDAGEN IN ZEELAND
Boerman blijft zichzelf ondanks veelzijdigheid
Festival Nieuwe Muziek Zeeland: Jan Boerman Dag: werk van Boerman, Breuker, Kerstens, Andriessen e.a.
In: Kloveniersdoelen en Oostkerk, Middelburg.
Het Festival Nieuwe Muziek Zeeland gaat deze week met zijn jubileumprogramma nog onverdroten door. Een
programma dat uitblinkt door zijn veelzijdig en grensverleggend karakter. De Componistendagen bieden
enig houvast in de naar alle kanten uitbottende agenda. De overige concerten zijn daar losjes omheen
gegroepeerd.
Zo staat woensdag in het teken van de Deense componist Per Nørgård, donderdag van Morton
Feldman en vrijdag Iannis Xenakis. De afgelopen week werd in deze vorm aandacht geschonken aan het werk
van de Belg Karel Goeyvaerts en de Nederlander Jan Boerman.
De Jan Boerman Dag was een Nederlandse Componistendag, waarbij de muziek van de in 1923 geboren
Boerman in drie concerten en een introductie door de componist zelf, aangevuld met werk van Breuker,
Kerstens en Louis Andriessen, voor het eerst grootscheeps in de schijnwerpers is komen te staan.
Boerman, die zich tot 1976 alleen als componist van elektronische bandcomposities manifesteerde, geniet
een groeiende bekendheid: in 1981 werd hem de Matthijs Vermeulenprijs toegekend, terwijl de NOS vorig
jaar onder de titel Een bescheiden ontketening een programma aan hem wijdde. Maar uitvoeringen
van zijn muziek bleven sporadisch. Boermans eigen terughoudende, zichzelf wegcijferende opstelling
speelt daarbij ongetwijfeld een grote rol.
Jammer. Want Boermans muziek heeft dan wel een hoog abstractieniveau, maar is door zijn grote
emotionele curves en wonderschone klanken ook voor een "lekenpubliek" direct toegankelijk.
"Er zijn componisten die zich laten leiden door de mogelijkheden van de apparatuur. Anderen gebruiken
die apparatuur als hulpmiddel bij de realisatie van een innerlijk klankbeeld. Ik denk dat ik meer tot
de tweede soort behoor", zegt Boerman.
Boerman heeft zich in de afgelopen tien jaar meer en meer toegelegd op de combinatie van levende
klank en tapemuziek. Dat heeft geleid tot Ontketening I en II voor slagwerk en tape, en
tot zijn nieuwste compositie Die Vögel, voor groot en klein koor, vier koperblazers en
elektronika, op een tekst van Robert Hamerling. De (helaas nog onvolledige) uitvoering van dit werk
door het speciaal voor deze gelegenheid opgerichte Koor Nieuwe Muziek was de grote trekpleister van de
Jan Boerman Dag. Ruim de eerste helft daarvan kwam onder de koepel van de Middelburgse Oostkerk tot
klinken. Een integrale uitvoering van het stuk, dat uiteindelijk vijftig minuten gaat duren, volgt
waarschijnlijk later dit jaar.
Die Vögel is een prachtig en imponerend muziekstuk, maar vergeleken met Boermans andere
composities stelt het een tikje teleur. Het aandeel van het koor klinkt verrassend traditioneel, zowel
wat betreft de ritmische behandeling als het harmonisch palet, dat zelfs herinnert aan Hindemith. In de
statig voortschrijdende, verzadigde samenklanken ontbreken de souplesse en de wervelende
klankkleurbewegingen die Boermans andere werk zo'n ongrijpbare aantrekkingskracht verlenen.
Dat de muziek hier en daar log klinkt is niet uitsluitend toe te schrijven aan de nog tamelijk
rechtlijnige benadering van het Koor Nieuwe Muziek, dat overigens voor zijn korte bestaan al een
respectabel niveau heeft bereikt. In de enkele passages waar Boerman minder orthodox te werk gaat, en
glissandi of spreekkoren voorschrijft meestal in combinatie met harde bandmontages wordt
het meteen een stuk opwindender. Echt storend is evenwel een triviale tekstuitbeelding op de woorden
stürtzt ( ... ) hinunter auf den Wurm, waar koor en tape gezamenlijk naar beneden keilen.
Afgezien van die passage is Die Vögel een fascinerend muziekstuk, waarin de combinatie
koor-koperblazers-elektronika tot luisterrijke klankvermengingen leidt. "Selig sind die
Geflügelten; Denn sie wohnen im Elemente des Klanges!", luiden de eerste regels van de tekst,
en dat "element" wordt in de eerste minuten op allerlei manieren verkend. De hedonistische, romantische
trekjes, die dikwijls opduiken in Boermans werk, komen hier in al hun glorie op de voorgrond te staan.
Waar Boerman zich op vocaal en instrumentaal gebied een bekwaam componist toont, ligt zijn ware
meesterschap op dat van de elektronika het smeden van de klank en de daarmee
samenhangende benadering van muzikale structuren. Dat laatste blijkt vooral uit zijn onuitgegeven
compositie-studies voor twee piano's, stukken die hij beschouwt als zijn "eigenlijke" werk, waarvan er
op deze dag drie werden uitgevoerd.
Het is euforische, exuberante, maar moeilijk te doorgronden muziek met een hermetische constructie,
lijnrecht tegengesteld aan die van Die Vögel. Boermans muziek heeft verschillende gezichten:
idyllisch, explosief, bezeten zelfs. Maar in zijn intuïtieve, weelderige klankwereld en de
daarachterliggende dwingende beheersing van het grote verloop blijft hij altijd zichzelf.
© Frits van der Waa 2006