de Volkskrant van 18 oktober 1986, Kunst, recensie
Schönberg Kwartet laat muziek voor zich spreken
Concert: Wolf, Schönberg, Reger. Uitvoerenden: Schönberg kwartet m.m.v. Pierre Woudenberg,
klarinet. In: Concertgebouw, Haarlem. Herhalingen: Amsterdam (18/10), Drachten (22/10), Dordrecht
(24/10), Hoorn (25/10) en Nieuw Vennep (26/10).
Het speellijstje van het Schönberg Kwartet toont aan dat het met de "cultuurspreiding", het
gevleugelde begrip van de jaren zeventig, nog zo slecht niet is afgelopen. In het eerste concert van
het nieuwe seizoen belicht het kwartet opnieuw het merkwaardige muzikale gistingsproces dat omstreeks
de eeuwwisseling in gang kwam en onder de handen van Arnold Schönberg leidde tot de explosie van
de gevestigde harmonieleer.
Zowel het Schönberg Kwartet als het gelijknamige Ensemble, waarvan het deel uitmaakt, zijn
kennelijk van mening dat de muziek voor zichzelf moet spreken. Zo suggereert althans de eigenaardige
politiek om het publiek geen nadere toelichting te verschaffen dan een lijstje van de uit te voeren
werken. Zo moet het publiek in Nieuw Vennep zelf maar uitzoeken wat Hugo Wolfs Italienische serenade
(1887), Max Regers Klarinetkwintet (1916), en Schönbergs Derde Strijkkwartet (1927)
met elkaar te maken hebben.
Het Schönberg Kwartet weet dat gelukkig in zijn gedreven, op de spits gedreven uitvoeringen wel
over te brengen. Expressie en dynamische verfijning staan voorop, ook al leidt dat voor de
klankschoonheid soms tot risico's. De hooggespannen opgewektheid in de muziek van Wolf sluit goed aan
bij de onrust in het dicht verknoopte lijnenspel van Schönbergs Derde Kwartet, ook al is het
muzikaal vocabulaire radicaal verschillend. De rijk geschakeerde emoties in Regers klarinetkwartet, een
meesterstuk in het genre, hebben gemeen dat ze alle versluierd zijn door een waas van melancholie. De
klarinet-partij, ingebed in de strijkersklank, exploiteert vooral de klaaglijke, zangerige kwaliteiten
van het instrument. Pierre Woudenberg laat zich in zijn ingekeerde voordracht niet verleiden tot
virtuoos vertoon. De partituur laat daar trouwens nauwelijks ruimie voor.
De hyper-verfijnde esthetiek van de late Romantiek en wat daaruit voortkwam zijn in het komende
seizoen wederom het centrale gegeven in de programma's van het Schönberg Ensemble (waaronder ook
een Zemlinsky- en een Busoni-programma, in samenhang met opera-uitvoeringen in het Amsterdamse
Muziektheater). Tevens is een begin gemaakt met het op plaat uitbrengen van de complete kamermuziek van
Schönberg, Webern, Berg en Zemlinsky. De eerste plaat van dit vijfjaren-project, met daarop
Schönbergs Eerste Strijkkwartet, verscheen vorige maand op het Duitse Schwann-label.
Verder besteedt het ensemble aandacht aan Moderne Amerikaanse Componisten (een repertoire dat reikt
van Charles Ives tot Steve Reich) en zijn er twee programma's aangekondigd met eigentijdse Nederlandse
muziek, waaronder Ton de Leeuws Trilogie, uit te voeren in samenwerking met het Nederlands Kamerkoor en
sopraan Dorothy Dorow.
© Frits van der Waa 2006