de Volkskrant van 10 november 1986, Kunst, recensie
DE GEHEIMEN VAN DE KLANK ONTRAFELD IN DOMINICUSKERK
Met Zen leren boventonen zingen
AMSTERDAM - "In den beginne was het Woord, zegt de Bijbel; maar in India heet het: in den beginne was
er de Klank: Om."
In de Dominicuskerk aan de Amsterdamse Spuistraat stijgt een veertigstemmig gezoem op uit de
heterogene congregatie die zich tussen de kerkbanken op karpetten, kussentjes en meditatiebankjes heeft
genesteld. De murmelende bourdontoon begint langzaam te verkleuren en eerst haast onmerkbaar, dan
duidelijker, maken zich vluchtig passerende patronen van fluittonen los uit de klank.
"Iedereen kan leren boventonen te zingen", zegt workshopleider Michael Vetter. "Ik heb er altijd
veel plezier in om het gezicht van de professionele musicus net zo te zien oplichten als dat van de
muzikale leek." De baardige 43-jarige Duitser is niet alleen boventoonzanger en improviserend musicus,
maar ook Zen-meester. Hij keerde in 1982 terug uit Japan, waar hij meer dan tien jaar leefde als
Zen-monnik.
Zijn cursus, getiteld Der Weg der Stimme, de weg van de stem, is zowel een workshop als een
groepsmeditatie. Het exploreren van de wereld der boventonen is voor Vetter namelijk geen doel op
zichzelf, maar gaat hand in hand met de ontdekking en bewustwording van de stem als instrument, en met
de meditatieve ervaring van het opgaan in het oer-verschijnsel van de trilling.
Zen streeft naar spirituele verlichting zonder evenwel het leven van alledag uit het oog te
verliezen. Na het ingetogen introitus-gezang waarmee Vetter, zichzelf begeleidend op de
tambura, de sessie opent wijkt de bedeesde eerbied die de cursisten lijkt te bevangen al snel
voor zijn methodische en tegelijkertijd spontane benadering. Niemand hoeft krampachtig de lotuszit vol
te houden.
Michael Vetter is niet de enige, en evenmin de eerste boventoon musicus. Het principe komt voor in
allerlei niet-westerse muziek, en in de eigentijdse muziek zijn er verscheidene vocalisten die zich er
op toeleggen. Ook componisten van elektronische muziek werken ermee (uiteraard op technische basis).
Net als in Vetters eigen Missa Universalis, waarin hij boventoon-improvisaties uitvoert over de
woorden Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus en Agnus, leidt het
binnendringen van de klank tot lang uitgesponnen muziekstukken. "Zijn er nu ook ondertonen?" vraagt een
deelnemer bij de rondvraag. Nee, die zijn er niet. Vetter zelf vindt eigenlijk "resonantie-tonen" een
betere term.
Boventonen zijn op zichzelf een natuurlijk akoestisch gegeven. Iedere toon bestaat uit een grondtoon,
met daarop een reeks boventonen. Het mengsel van die boventonen is bepalend voor de klankkleur. Het
bekende verglijdende pieoew-geluid van synthesizers is niet anders dan het van boven naar
beneden "aftasten" van de boventoonreeks.
Maar dat is een mechanisch foefje. Bij Michael Vetter gaat het erom hoe innig taal en toon verweven
zijn, en om de organische, menselijke invalshoek.
Niet alleen bij instrumentale timbres, maar juist ook voor het gesproken woord spelen boventonen een
belangrijke rol. Iedere klinker heeft zijn eigen "spectrum" van boventonen, dat weer wordt bepaald door
de mondstand. Door zorgvuldig articuleren is het mogelijk de verschillende boventonen als afzonderlijke
elementen boven de grondtoon hoorbaar te maken, en er zelfs melodieën uit op te bouwen. Wie, zoals
Michael Vetter, de kunst goed beheerst kan dus in zijn eentje tweestemmig zingen.
Zoemend
"Mii... Muu... Moo... ", zingt de Zenmeester. Dat is de tweede oefening, de monden mogen nu
open. Want eerst moet je de ruimte binnenin verkennen, door al zoemend je tong binnen de gesloten mond
langzaam op en neer te bewegen. Boventonen zingen is in de eerste plaats een kwestie van naar jezelf
leren luisteren. Het is een wisselwerking: heb je eenmaal in de gaten wat de plaats van de boventonen
in het geluid is, dan wordt het vanzelf makkelijker ze te produceren. En is het begin er eenmaal, dan
houden de benodigde concentratie en innerlijke rust zichzelf in stand.
Boventoonzingen is muziek van de ontspannen, lange adem. Niet voor niets hanteert Vetter het
boventoonspectrum als mantra, als meditatie-object: één enkele toon wordt een
landschap (of liever: klankschap) waarin de zanger zich volledig kan verliezen. Nadat uitgaande van de
letter m de boventoonverkleuringen vóór in de mond zijn geproefd wordt de aandacht
via het verhemelte (de letter n) verplaatst naar de keel (de nasale ng-klank).
Zo ontdekt en verruimt iedere workshop-deelnemer zijn eigen mogelijkheden. De drieklank-configuraties
onder in de reeks zijn makkelijker te vinden dan de zwakkere, dicht op elkaar liggende tonen rondom de
klinker i. Toch zijn er nauwelijks een paar uur verstreken, of er warrelen ijle, etherische
melodietjes door de lucht. Tenslotte sterft de klank weg. Stilte. De heiligenbeelden, een nieuwe
mystieke ervaring deelachtig, staren verbaasd voor zich uit.
© Frits van der Waa 2006