de Volkskrant van 5 februari 1987, Kunst, recensie
Elke noot is doordacht bij het Borodin Kwartet
Concert: Borodin, Sjostakowitsj, Tsjaikofski. Door: Borodin Kwartet. In: De Doelen, Rotterdam. Volgende concerten: Amsterdam (5/2 en 7/2), Nijmegen (6/2), Utrecht (10/2).
Van een Russisch ensemble dat al meer dan veertig jaar bestaat verwacht je traditionele opvattingen en gespierde taal. Niets daarvan. Het geluid dat het Moskouse Borodin Kwartet laat horen is, hoewel niet minder gedegen, verrassend modern.
Weliswaar is de samenstelling van het ensemble niet meer dezelfde als in 1946, toen het werd opgericht. Een aantal jaren terug bleven de beide toenmalige violisten bij een concertreis achter in het Westen. Ze werden vervangen en het kwartet mocht geruime tijd het land niet meer uit. Het is sedertdien de tweede keer dat het gezelschap ook in de nieuwe samenstelling nog steeds een top-ensemble in Nederland te horen is.
Het optreden dinsdagavond in de Rotterdamse Doelen was het eerste in een reeks van zes Nederlandse concerten. De uitgevoerde strijkkwartetten van Borodin, Tsjaikofski en Sjostokowitsj representeren verschillende stromingen uit het "Sovjet-componeren", zoals het in de toelichting opgewekt, maar met weinig historisch besef werd getypeerd. (Anders dan Sjostakowitsj, wiens vernieuwingen onder Stalin enkele malen zwaar bekritiseerd werden, hebben Borodin en Tsjaikofski de Oktoberrevolutie niet gehaald).
De esthetiek van het Borodin Kwartet doet zo modern aan omdat de spelers niet zozeer een robuuste, grote klank nastreven. Belangrijker zijn verfijnde dynamische schakeringen en een haarscherpe intonatie met een gereserveerd gebruik van vibrato. Vooral in het spel van eerste violist Michail Kopelman zijn die kwaliteiten waarneembaar.
Op elk van de drie strijkkwartetten heeft het Borodin Kwartet een uitgesproken visie. Vooral het contrast tussen Borodins Eerste en Tsjaikofski's Tweede Strijkkwartet is scherp aangezet. Borodins kwartet, met zijn breed uitgezongen lijnen, waaronder een soms plotseling uitbrekende passie schuilt, krijgt een snijdende en haast introverte vertolking. In het slechts enkele jaren eerder gecomponeerde werk van Tsjaikofski benadrukt het Kwartet daarentegen de zinderende, betoverende akkoorden en het romantisch pathos. Een gloedvolle uitvoering, die echter als enige programma-onderdeel zweemde naar het routineuze.
Maar in het Elfde Strijkkwartet van Sjostakowitsj legden de spelers al hun concentratie. De merkwaardig uitgedunde schrijfwijze van deze in 1975 overleden componist leidt gewoonlijk tot een quasi-objectieve interpretaties met agressieve ondertonen. Zwartgallig blijft het, maar de vertolking van het Borodin Kwartet, die hoorbaar noot voor noot is doordacht, plaatst het stuk in een heel ander licht. Met ingehouden, geconcentreerd. spel scheppen de vier strijkers een sfeer van berusting en weemoed, waarmee ze de luisteraar tot de laatste wegstervende noot in hun greep houden.
© Frits van der Waa 2006