de Volkskrant van 14 april 1987, Kunst, recensie
NIVEAU BIJ EIGENTIJDSE MUZIEK-CONCOURS OPVALLEND HOOG
Westduitse accordeonist wint Gaudeamus
ROTTERDAM - Het 24ste Internationaal Gaudeamus Concours voor vertolkers van eigentijdse muziek is
gewonnen door de Westduitse accordeonist Stephan Hussong (25). De pianist Josef Anton Scherrer (34),
eveneens uit West-Duitsland, en de Nieuwzeelandse klarinettist Peter Scholes (30) bezetten de tweede en
derde plaats. De speciale prijs die was uitgeloofd voor de beste vertolking van hedendaagse
gitaarmuziek ging naar de Nederlander Gijsbrecht Royé (24).
"Het jureren was moeilijk dit jaar, omdat het niveau zo hoog lag", zegt basklarinettist Harry
Sparnaay, de voorzitter van de jury die verder bestaat uit Leo Brouwer, Jane Manning, Georg Mönch,
Zygmunt Krauze en Robby Faverey.
De opvallend hoge kwaliteit blijkt alleen al uit het gegeven dat de jury veertien in plaats van
twaalf deelnemers doorliet naar de tweede ronde. Sparnaay vindt het zelfs spijtig dat er voor het
slotconcert (tevens derde ronde) in de Rotterdamse Doelen niet meer dan drie finalisten geselecteerd
mochten worden. Toch is de beslissing om Hussong de eerste prijs toe te kennen unaniem geweest.
Hussong, de enige accordeonspeler onder de 41 deelnemers, dankt zijn prijs, vijfduizend gulden
groot, evenzeer aan zijn perfecte techniek als aan de grote muzikale spanning die hij daarmee teweeg
weet te brengen. De accordeon wordt door menigeen nog geassocieerd met straatmuziek en smartlap. Maar
Hussong, de ogen geloken, de wang koesterend op de balg van zijn instrument gevlijd, laat horen dat de
accordeon een volwaardig concertinstrument is. De herinnering aan volksdans, Jordaan en Piazzola
vervaagt volkomen, zelfs al duiken er in Music for accordion van Joachim Krebs nog wat
Balkan-achtige ritmes op.
Indrukwekkender nog dan Hussongs vingervlugheid op de rijkelijk voorhanden liggende toetsen en
knoppen is zijn gedoseerde behandeling van de balg, de "longen" van het instrument. Vooral in Lothar
Kleins Esercizi, met zijn vele dynamische nuances, scherp-gestoten akkoorden en klaaglijke
glissandi is die beheersing essentieel.
Ondanks de inspanning van spelers als Mogens Ellegaard in Scandinavië en Miny Dekkers in
Nederland is de emancipatie van de accordeon nog niet werkelijk op gang gekomen. Hussongs bekroning kan
een zetje in de goede richting betekenen.
"Deze uitslag is heel goed voor het instrument", vindt Sparnaay, en hij wijst erop dat de
belangstelling voor de basklarinet pas op gang kwam nadat hij zelf in 1972 het Concours had gewonnen.
"Maar Hussong moet er nu wel voor aan het werk. Componisten aanschrijven, zorgen dat er stukken komen."
Te weinig goede muziek, dat probleem speelt niet alleen bij de accordeon, hoewel je een concours
natuurlijk ook met een middelmatig stuk kunt winnen. Zo veroverde klarinettist Peter Scholes de derde
prijs met fraaie vertolkingen van beschaafd moderne speelmuziek, zoals zijn eigen stuk Wireless,
waarin hij de expressieve mogelijkheden van het instrument met veel effect uitbuit.
Tweede-prijswinnaar Josef Anton Scherrer had daarentegen ruime keus. Pianostukken zat. Weliswaar is
zijn interpretatie van Theo Loevendies Walk bij de finale wat futloos, maar de waanzinnige
ritmische problemen in Time sequence, een mechanisch en extreem virtuoos stuk minimal music
van de Japanse componist Toshi Ichiyanagi, biedt hij schijnbaar moeiteloos het hoofd. In de eerste
ronde heeft hij, met een kristalhelder gespeelde Boulez-sonate, al bewezen over meer dan puur
technische vaardigheden te beschikken.
Het is voor het eerst dat er in het Gaudeamus Concours een extra prijs voor één
instrument wordt toegekend. Na de gitaar krijgt volgend jaar de piano bijzondere aandacht.
Gijsbrecht Royé, de winnaar van de speciale prijs, een bedrag van vijfduizend gulden, is
voor een gitarist een uitzonderlijke verschijning. Zijn knoestig, baardig voorkomen is wonderwel
in overeenstemming met dat van zijn instrument, een tiensnarige gitaar, die zichtbaar sporen van
huisvlijt vertoont. Royé heeft zich vooral toegelegd op de impulsieve, quasi-primitieve muziek
van Maurice Ohana, van wie hij in het finaleconcert Cadran lunaire uitvoert. Hij blijkt een
meester op zijn eigenaardig instrument, dat hij nu eens liefdevol betokkelt, om er dan weer genadeloos
op los te beuken, ruig, maar helder.
Het Gaudeamus Concours-nieuwe stijl wordt georganiseerd in nauwe samenwerking met de Rotterdamse
Kunststichting, die in het aanvullend programma een brede definitie van het begrip "eigentijdse muziek"
hanteert. Zo krijgt het festijn een luidruchtig besluit met een optreden van de popformatie
Superzinc+ in de sfeervol verduisterde Doelenfoyer. Terwijl atoomexplosies, staatshoofden en
computergraphics in lichtprojecties langs de wanden wervelen loopt de 78-jarige Walter Maas, die in
1950 de Gaudeamus-stichting oprichtte, enigszins verdoofd, maar intens genietend rond. De winnende
accordeonist bestelt met gebarentaal een drankje.
Voor het eerst treedt het Gaudeamus Concours buiten de muren van de Doelen. En hoe. Een
straatlantaren belicht de gezichten van een paar verbaasd omhoogkijkende voorbijgangers.
© Frits van der Waa 2006