de Volkskrant van 31 oktober 1987, Kunst, recensie
Imponerend tutti in Hohe Messe
De Nederlandse Bachvereniging: De Hohe Messe van J.S. Bach door koor en orkest van de Nederlandse
Bachvereniging en solisten o.l.v. Jos van Veldhoven. In Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht.
Bach is een componist die niet alleen musici, maar ook onderzoekers voortdurend bezig blijft houden.
Eén van de nieuwste Bach-ontdekkingen is gedaan door een Japanse musicoloog, Yoshitake Kobayashi.
Hij heeft op basis van inkt- en handschriftonderzoek van de manuscripten aangetoond dat niet Die
Kunst der Fuge, maar de Hohe Messe de laatste grote compositie is geweest waar Bach aan
werkte.
De ontstaansgeschiedenis van Bachs werken wordt er daarmee niet overzichtelijker op. Het Kyrie
en Gloria van de Hohe Messe schreef Bach al in 1733. Pas op het eind van zijn leven,
omstreeks 1749, voegde hij daar nog een Credo, Sanctus, en een Agnus Dei aan toe.
Die Kunst der Fuge, het werk dat tot voor kort algemeen beschouwd werd als zijn zwanenzang, moet
hij toen al geschreven hebben. Maar hoe zit het dan met die laatste, plotseling afbrekende fuga? Was
die ook al "af"?
Niet dat de muziek door die ontdekkingen anders zal gaan klinken. En de Hohe Messe is evengoed
een schitterende bekroning van Bachs enorme oeuvre, zoals de Nederlandse Bachvereniging de afgelopen
week heeft laten horen in drie uitvoeringen.
De Bachvereniging stak zich vier jaar geleden, met een nieuw koor en een eigen barokorkest, in een
nieuw jasje. Dat jasje, aanvankelijk nog wat stug, zit inmiddels heel lekker. Vooral bij het koor
beginnen een goede selectie en een intensieve koorvorming nu hun vruchten af te werpen. Het is
uitgegroeid tot een uitgebalanceerde zangersgroep, met solide mannenstemmen, fraaie alten en heldere
sopranen, wier lichte, nauwelijks door vibrato gekleurde geluid doet denken aan dat van
jongenssopraantjes. Echt ensemblewerk, en heel anders dan het warme en donkere, maar niet minder
welluidende timbre van de damessolisten Maria Zedelius en Margaret Cable.
Het orkest staat iets minder sterk in de schoenen. Als de strijkers solistisch moeten opereren komt
de zuiverheid geregeld in het geding. Maar het tutti is imponerend, vooral wanneer de drie
uitstekende baroktrompettisten een partijtje meeblazen. Dirigent Jos van Veldhoven, tevens artistiek
leider van de Bachvereniging, onderhield bij deze uitvoering een opvallend direct contact met de musici.
Volgens hem wordt er nog steeds hard gewerkt aan niveau en samenstelling van het orkest.
In het komende seizoen brengt de Bachvereniging, naast de traditionele Matthaeuspassie, drie wat
avontuurlijker programma's: een "alternatief' Weihnachts Oratorium, samengesteld uit vijf andere
kersttijd-cantates van Bach, een concert met oratoria van Carissimi en Charpentier, en een serie
uitvoeringen van Auferstehung und Himmelfahrt Jesu, een oratorium van één
van Bachs zonen, Carl Philipp Emanuel, wiens tweehonderdste sterfdag komend jaar herdacht wordt.
© Frits van der Waa 2006