Verschenen in de Volkskrant van
30 november 1987
Youri Egorov dwingt gehoor in magische cirkel met Schubert
Schubert-programma, door Youri Egorov, Marieke Blankestijn, Bernd Brackman,
Henk Guldemond en leden van het Orlando Kwartet. Concertgebouw, Amsterdam.
Het was een avond met Schubert in gradaties. De ene helft van het publiek klapte
plichtmatig, de andere ovationeel. Youri! Youri! scandeerde een bewonderaar,
als om duidelijk te maken voor welk deel van het programma hij zijn handen blauw stond te klappen.
Dat waren ongetwijfeld de zes Moments Musicaux, waarmee Egorov, na vijf maanden door ziekte
uitgeschakeld te zijn geweest, zijn come-back maakte. De in Nederland gevestigde
Russische meesterpianist is na zijn onvrijwillige retraite zelf nog wat pips, zijn spel is dat allerminst.
Met zijn Schubert-interpretaties dwingt hij zijn publiek in een magische cirkel waar de tijd lijkt
stil te staan.
Schubert is een componist met veel gezichten. Aan de kostelijkste speeldoosmuziekjes koppelt
hij melancholieke mijmeringen, onder breed uitgezongen melodieën klinken fluwelen akkoordprogressies,
met burleske middenstemmen die een eigen leven leiden. Egorov zet al die facetten scherp
geprofileerd tegenover elkaar, maar onderwerpt ze niettemin aan een visie waarin integriteit,
ingetogenheid en een haast vloeibaar geworden pianoklank de toon bepalen.
Dit seizoen lopen er twee Schubert-series in het Concertgebouw: naast een vijfdelige reeks Schubertiades
, opgezet door het Roelof Jonker Music Management, brengt ook het Concertgebouw zelf
een serie Schubert-programma's. In die drie concerten, waarvan dit het eerste was, worden telkens drie
verschillende stukken door verschillende combinaties van musici ten gehore gebracht.
Het is de vraag of die formule werkzaam is. Zo brachten violiste Marieke Blankestijn en pianist Bernd
Brackman een op zichzelf verzorgde interpretatie van de Vioolsonate in A, waarin ze er
evenwel niet in slaagden Schubert uit de noten los te weken. Het geringe gehalte aan poëzie werd naast
Egorovs bijdrage des te schrijnender voelbaar.
Zelfs in het Forellenkwintet, waarin Egorov de pianopartij voor zijn rekening nam en zich een
voortreffelijk ensemblespeler betoonde, stak hij met kop en schouders uit boven de vier strijkers, die pas in
de laatste twee delen hun concentratie- en intonatieproblemen de baas werden. Maar toen
sloeg de vlam ook laaiend in de pan.
© Frits van der Waa 2006
|