de Volkskrant van 5 september 1988, Kunst, recensie
Canadese sopraan wint vocalistenconcours
DEN BOSCH - Gelukkig. Over de uitslag van het Internationaal Vocalisten Concours 's Hertogenbosch 1988
hoeft niet gekissebist te worden. De jaarlijkse zangwedstrijd had in het verleden veel weg van een
televisiequiz waarbij iedere finalist tenminste met een wekkerradio of een encyclopedie naar huis gaat.
Maar die tijd lijkt voorbij, mede als gevolg van een nieuwe structuur, die in deze 35ste aflevering
van het Concours is geïntroduceerd. Voorheen waren er per stemsoort prijzen beschikbaar, en dat
leidde tot een zekere inflatie, vooral in de soms rommelig gerangeerde rijen van tweede- en
derde-prijswinnaars. Die opzet is nu vervangen door een indeling in drie categorieën: lied,
oratorium en opera. Bovendien is er een limiet gesteld aan het aantal kandidaten dat per categorie tot
de finale wordt toegelaten.
Bij de slotronde traden acht liedzangers aan, eerst met piano-begeleiding, en daarna met het Radio
Symfonie Orkest. Dat begeleidde vervolgens ook de vier opera-finalisten. Geen van de kandidaten in de
categorie "oratorium" (slechts negen op een totaal van honderdtien) was tot de finale doorgedrongen.
Grote winnares van het concours werd de Canadese sopraan Adrianne Pieczonka (25). Ze veroverde niet
alleen de eerste prijs in de categorie "opera", maar ook de Prijs van de stad 's Hertogenbosch de
hoogste bekroning, alleen bestemd voor een kandidaat met "uitzonderlijke" kwaliteiten , en mag
bovendien in 1990 aantreden in het tweejaarlijkse concours voor concourswinnaars te Verona.
Tijdens de vrijdag gehouden finale bewees Pieczonka, gehuld in een zwarte robe met windkering aan
beide schouders, even goed thuis te zijn in het klassieke idioom van een Mozart-aria als in de
laatromantische expressie van Alfredo Catalani, componist van vergeten Italiaanse opera's. Pieczonka
beschikt over een stem met een warm, fonkelend timbre en een superieure technische beheersing. Maar
indrukwekkender nog is de directe, onopgesmukte zeggingskracht van haar interpretaties. Een formidabele
zangeres, waar we zeker meer van zullen horen.
Opera
In de categorie "opera" leken de kaarten al geschud voordat de jury (waarin vocale kanonnen als
Ingrid Bjoner, Pamela Bowden en Robert Holl werden voorgezeten door Menno Feenstra) de uitslag bekend
maakte. De tweede prijs in deze sectie ging naar de in Nederland wonende Amerikaanse sopraan Claron
McFadden (27). Een charmante verschijning, die in aria's van Verdi en Gounod met haar lichte, virtuoos
fladderende stemgeluid tot een al even betoverende voordracht kwam, maar geen partij voor Pieczonka. Dat
aan de overige twee opera-kandidaten, de Franse sopraan Fabienne Jost (26) en de Poolse bas-bariton
Czeslaw Galka (31), goedgunstig een gedeelde aanmoedigingsprijs werd toegekend was evenmin een
verrassing.
Bij de liedzangers was het spannender, want de Westduitse sopraan Ruth Ziesak (25) en haar
landgenote, de 28-jarige alt Ursula Kunz staken elkaar naar de kroon. Ziesak legde in liederen van
Schubert, Brahms, Wolf en Berlioz een perfecte techniek en een welsprekende verhaalkunst aan de dag,
(zelf vond ik het maar een griezelig gezicht, zo'n nadrukkelijk aangezette mimiek, maar daar gaat het
niet om) en werd beloond met de eerste prijs.
Tweede werd Kunz, die met haar zwarte, in lange plooien vallende Nemesis-gewaad regelrecht weggelopen
leek uit een Beardsley-prent. Ze maakte vooral indruk met haar heftige, gepassioneerde interpretatie
van Wolfs Kennst du das Land.
Tenor Carl Halverson (USA, 27 jaar) en sopraan Zofia Kilanowicz (Polen, 25 jaar) deelden de
aanmoedigingsprijs voor liedzangers. De 32-jarige mezzo Christa Pfeiler, de enige Nederlandse finaliste,
kreeg de (uitsluitend voor Nederlanders bestemde) Prijs van de Vrienden van het Lied.
Nieuwe opzet
De nieuwe opzet van het Concours lijkt nu al zijn vruchten af te werpen; in elk geval maakte het de
slotronde, die met enkele uren vertraging gedeeltelijk ook op de TROS-tv te volgen was, tot een recht
aangename, gevarieerde avond (het eerder aangekondigde slotconcert van komende woensdag is vervallen).
Weliswaar liep het niveau van de twaalf finalisten flink uiteen (een vaste traditie in Den Bosch).
Maar waar sommige zangers in vocaal opzicht tekort schoten, boden hun innemende, welsprekende
interpretaties doorgaans enig tegenwicht. Hartveroverend was de jonge Italiaanse tenor Leonardo de Lisi
(nog maar 22 jaar oud), die buiten de prijzen viel, maar wiens rijpe, hoogst muzikale visie op liederen
van Schönberg en Brahms een merkwaardig contrast bood met zijn nog onvolgroeide stem.
Het Radio Symfonie Orkest, aangevoerd door de Israëlische dirigent Yoav Talmi, kweet zich met
extreme ups en downs van zijn begeleidende (volgens de juryvoorzitter "onmenselijke") taak. Het liet in
liederen van Chausson en Strauss prachtige bedekte timbres horen, maar maakte van Berlioz een beverig
stofnest. En de manier waarop het gezelschap, gewikkeld in supreme communicatiestoornissen met Czeslaw
Galka, Rossini's La calunnia-aria tot gort verwerkte had inderdaad weinig menselijks meer.
© Frits van der Waa 2006