Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant van 11 maart 1989, Kunst, reportage

Hoosbui van nieuwe muziek treft tweetalig België


Ars Musica, een nieuwe lente voor de hedendaagse muziek in België. Tientallen concerten, tentoonstellingen en andere manifestaties. Opgepropt in drie weken – dan wordt het weer stil. Het begon met champagne, veel champagne. Maar zelfs door de muziek loopt de Vlaams-Waalse tweedeling.

BRUSSEL - "Als we hier het geld hadden dat in Nederland beschikbaar is voor hedendaagse muziek..." In de blik van Herman Sabbe, Belgisch musicoloog, verschijnt een zweem van jaloezie.

Maar toch. In België is een festival met twintigste-eeuwse muziek losgebarsten dat zelfs naar bovenmoerdijkse begrippen grootschalig mag heten. Ars Musica '89 - de lente van de hedendaagse muziek is het motto waaronder een imposant aantal Belgische kunstinstellingen de krachten heeft gebundeld.

Aan elke lente gaat een winter vooraf. Tot nu toe is het klimaat in België weinig bevorderlijk geweest voor de eigentijdse muziek. Maar als het aan de organisatoren van Ars Musica ligt gaat dat veranderen. Ze hebben een jaarlijks festival op het oog, met satellietprojecten door het hele seizoen heen.

Aan een brede Brusselse avenue ligt het Maison Stoclet. Deze door Josef Hoffmann ontworpen bankiersvilla, tegelijkertijd privé-museum, paleisje en cultuurmonument, is ook het woonhuis van mevrouw Stoclet, barones ter stede. Haar fin de siècle-kunsttempel mag niemand zonder invitatie betreden. Dagjesmensen worden geweerd. Maar de barones draagt de kunst een warm hart toe, en op de eerste ochtend van het Ars Musica-festival heeft zich een veelkleurig gezelschap verzameld tussen marmeren zuilen, art deco en Afrikaans houtsnijwerk. Het doel van de bijeenkomst is een huisconcert ter ere van de bijna 60-jarige Henri Pousseur, Belgisch componist van internationale allure.

Pousseur stond in de jaren vijftig, toen de basis van het seriële componeren werd gelegd, met zijn landgenoot Goeyvaerts in de voorste gelederen, naast Stockhausen en Boulez. Maar het schijnt dat wereldberoemd worden als componist eerder afhangt van nationaliteit dan van noten. Met zijn magere, nog steeds jongensachtige gezicht en zijn streepjeskiel – opvallend tussen de talrijke vlinder- en stropdassen – oogt Pousseur als een Uilenspiegel op jaren.

De struise musicienne Chantal Bohets brengt klavierwerk van Debussy, Schönberg en Berg ten gehore. Doortastende interpretaties. Het pedaal piept, de stemming van het instrument loopt schrikbarend terug, maar aan de muzikale verrassingen in het sluitstuk, Henri Pousseurs La Chevauchée fantastique, doet dat niets af. Een doortimmerd werkstuk, dat begint als een Haydn-sonate en dan bijna onmerkbaar, via Beethoven, Wagner en Skrjabin, verglijdt naar Weberniaanse verstilling.

Tussen muurfriezen van Klimt ontfermt het gezelschap zich over de zalmsalades. Champagne vloeit. Herman Sabbe, geweten van de Belgische nieuwe muziek en artistiek adviseur van Ars Musica, wordt er niet vrolijk van. De Nieuwe Muziekgroep, het enige Vlaamse ensemble voor moderne muziek, is enkele dagen tevoren opgeheven. Tekort aan subsidie. Zelfs het festivaloptreden van deze groep zal niet doorgaan. Het enige Belgische ensemble voor moderne muziek dat nu nog met enige regelmaat optreedt is het (Waalse) Ensemble Musique NouveIle.

"Zo gaat het hier nu eenmaal", zegt Sabbe. "Het is verschillende keren gebeurd dat een ensemble juist op dreef begon te raken, en dan, door geldgebrek of praktische problemen, moest stoppen. Het beleid staat geen continuïteit toe. Het Vlaams Ministerie voor Cultuur bijvoorbeeld subsidieert alleen premières, dat is een criterium." Na een wereldcreatie verdwijnt de desbetreffende compositie weer in de kast.

De Belgische taalstrijd houdt ook het nieuwe-muziekleven gespleten. Het bestaan van twee verschillende besturen cn geldstromen houdt een kloof in stand. Zo is het Ars Musica-evenement primair een zaak van de Communauté française. Het is al heel wat dat er ook groeperingen uit de Vlaamse Gemeenschap bij betrokken zijn. Voor de financiering is – hoe kan het anders – een beroep gedaan op sponsors.

Ondertoon

Het festival duurt tot 24 maart, en omvat een kleine vijftig concerten, symposia, forumbijeenkomsten en workshops. In vijf tentoonstellingen worden de relaties tussen muziek, beeldende kunst en architectuur belicht. De uitvoeringen concentreren zich in Brussel en Luik. Daarnaast zijn er concerten in vijf andere Waalse steden.

"De manifestatie komt niet uit de lucht vallen", vindt coördinator Paul Dujardin. "De tijd, de conjunctuur is er rijp voor, er waait een positieve wind." Dat is ook de ondertoon van vrijwel alle commentaren die het festival begeleiden: de jaren van experiment zijn – goddank, denken sommigen – voorbij. Componisten gaan weer terug naar "de muziek"; het publiek vindt zijn weg weer naar de concerten.

Maar dat publiek krijgt wel de gelegenheid om zijn kennis van twintigste-eeuwse muziek bij te spijkeren. Hoofdlijnen in bet programma zijn klassieke meesters van de twintigste eeuw als Schönberg, Stravinsky en Varèse. Daarnaast erkende nog levende groten als Xenakis en Ligeti. En nieuwe muziek, veel creaties van Belgische componisten als Boesmans en Brewaeys. Topensembles als het Hilliard Ensemble, het Arditti Kwartet, het Xenakis Ensemble en de Percussions de Strasbourg komen ervoor naar België.

Ars Musica heeft de sympathie van beide Belgische omroeporganisaties. Het festival mocht zich vestigen in het oude Brusselse Omroepgebouw, een besmookt architectuurmonument met een stijl die het midden houdt tussen art deco en nieuwe zakelijkheid.

In Studio 4 werkt dirigent Pierre Bartholomée aan Stockhausens Mixtur, met een muzikantencorps uit Luik. In januari nog werd een Nederlandse uitvoering van het gecompliceerde Mixtur afgelast omdat het Radio Kamer Orkest niet aan Stockhausens repetitievoorschriften kon voldoen.

Stockhausen is niet actief betrokken bij de Brusselse uitvoering, dus het gaat hier om een "niet-geautoriseerde" versie. Sterker nog: het gaat in Brussel om een op eigen houtje verbeterde versie.

In Mixtur wordt het geluid van vier instrumentale groepen live bewerkt met hulp van sinusgeneratoren en ringmodulatoren. Bij de Brusselse uitvoering is de bediening van de elektronica vergemakkelijkt door een computersysteem, uitgerust met keyboards, beeldschermen en "muizen". Ingenieus – en in opvallende tegenspraak met de afgelaste uitvoering in Amsterdam, waarvoor juist met antiquarische zorg oorspronkelijke apparatuur (met al zijn muzikaal zo interessante onvolkomenheden) in huis was gehaald.

Die avond is er alweer champagne. Een los contactje noopt tot een langdurige zoekpartij, maar de muizen-Mixtur komt uitstekend tot klinken. Na Stravinsky's Agon volgt de wereldcreatie van Pousseurs Déclarations d'orages. Een reflectie over tweehonderd jaar Franse revolutie: Pousseur dompelt de zaal in een geluidbad van orkestmassa's en spreekkoren, met teksten van Blake, Neruda, Schiller en Majakofski, dooreengeklutst met Marseillaise-fragmenten en krakende synthesizers. Uit luidsprekers spoelt kabbelend gebabbel.

Een muzikale maartse hoosbui. Maar de nieuwe lente is begonnen.


© Frits van der Waa 2006