de Volkskrant van 11 december 1989, Kunst, recensie
Matige Donizetti-cast deelt
in gloed van ster Miricioiù
Anna Bolena, opera van Donizetti, door het Radio Symfonie Orkest, Groot Omroepkoor en solisten o.l.v.
Kenneth Montgomery. Radio 4: vanavond, 19.00 uur.
Messiaen en Ravel, door het Koninklijk Concertgebouworkest, het Nederlands Kamerkoor en solisten o.l.v.
Charles Dutoit. Beiden in het Concertgebouw, Amsterdam.
Zette de VARA twee maanden geleden bij Glinka's Ivan Soesanin nog vier Russische zangers op
het Concertgebouw-podium, aan Donizetti's Anna Bolena kwam zaterdag geen Italiaan te pas. Op
zich zelf geen bezwaar, maar toch had er best wat meer mediterraans vuur mogen klinken, de schitterende
hoofdrolvertolking van de Roemeense sopraan Nelly Miricioiù niet te na gesproken.
Twee avonden eerder stond Charles Dutoit op hetzelfde podium voor het Koninklijk Concertgebouworkest.
De Zwitserse dirigent maakte zijn reputatie als specialist op het gebied van het Franse repertoire niet
werkelijk waar. De schitterende muziek van Ravel en Messiaen niet te na gesproken.
Zo is er altijd wel wat. Anna Bolena is nooit eerder in Nederland uitgevoerd. Opnieuw een
belangrijk initiatief van de VARA, ook al leggen de werkelijk diepgravende momenten in deze
drieëneenhalf uur durende, en niet ten onrechte weinig gespeelde opera het af tegen een grote
dosis holadiee en retteketet. De zaal was afgeladen.
L'enfant et les sortilèges, Ravels lyrische fantasie/ballet/opera, en Messiaens
Et exspecto resurrectionem mortuorum zijn meesterwerken. Toch was er weinig publiek. En geen
wonder. De "moderne" C-serie van het Concertgebouworkest is geen initiatief, maar een noodlijdend
postorderbedrijf dat het hoofd boven water tracht te houden door bij elke verkochte gloeilamp tegen
meerprijs een pak kaarsen te leveren.
Het licht dat Charles Dutoit aan die combinatie ontlokte was niet verblindend. Messiaens illustere
requiem-compositie Et exspecto kwam nog redelijk goed uit de verf. Een bezetting van 34 blazers
en 8 slagwerkers doet de bidprentjes-esthetiek die veel van Messiaens werk zo zoetig maakt wijken voor
de hoekige, directe kleurvlakken van primitieve ikonen.
De klankbalans die Dutoit hier bereikte ontbrak in Ravels L'enfant evenwel geregeld. De
nachtmerrie van een stout kind, vol van tot leven gekomen voorwerpen en sprekende dieren, is door
Ravel voorzien van sprookjesachtige, kaleidoscopische muziek vol rakelings passerende, maar essentiële
details. Die wist de nogal routineus zwaaiende Dutoit niet voldoende te accentueren.
De passages met koor kwamen goed tot hun recht, mede dankzij de heldere klank van het Nederlands
Kamerkoor, maar de negen solisten, die overigens goed op hun taak berekend waren, raakten net iets te
vaak bedolven onder het af en toe hevig opspattende orkestschuim.
Het evenwicht tussen koor, solisten en orkest dat dirigent Kenneth Montgomery bereikte in Anna
Bolena was onberispelijk. Maar hij benaderde Donizetti's muziek met een zeker flegma. De kracht van
de uitvoering steunde meer op een imponerende massiviteit dan op scherp neergezette contrasten.
De fabelachtige Roemeense sopraan Nelly Miricioiù is een jaarlijks weerkerende gast bij de
VARA-Matinee. Ze is onbetwist een ster van de eerste orde, met haar sterk, maar helder stemgeluid,
gesteund door een superieure techniek en een scherp instinct voor wat er in de muziek aan emoties
besloten ligt.
Zelfs wanneer ik rekening houd met de verzengende werking van Miricioiù's aanwezigheid
stelden de zes andere leden van het zangersteam enigszins teleur. Jean-Philippe Courtis (Enrico VIII),
een bas met een krachtig, maar ietwat beslagen stemgeluid, zong niet voor het publiek, maar voor zijn
lessenaar.
De Amerikaanse tenor Gregory Kunde, die twee maanden terug ook meezong in Ivan Soesanin, zong
in de hoogte opnieuw schril, terwijl in zijn lage register de eerste sporen van de daaruit voortkomende
slijtage hoorbaar waren. De belangrijke partij van Bolena's rivale en opvolgster Jane Seymour werd door
de Amerikaanse Cynthia Clarey zonder smetten, maar ook zonder karakter ten gehore gebracht.
Zeer innemend daarentegen was het warme, stijlvolle aandeel van haar landgenote, de mezzo Helene
Schneiderhan, wie helaas een bescheiden rol was toebedeeld. De overige twee zangers, James Doing en Mark
Glanville, lieten welluidende, maar weinig krachtige geluiden horen.
Wat zou het? De volledige cast, de dirigent, het koor, het orkest, ja, zelfs Donizetti
deelden mee in de stralende aura van La Miricoiù, waar zelfs haar niet gehaalde slotnoot nog een
extra luister aan leek te verlenen. Het zal me benieuwen of de VARA het aandurft om vanavond ook de
volle elf minuten applaus uit te zenden.
© Frits van der Waa 2006