de Volkskrant van 23 maart 1990, Kunst, recensie
CD's
Iannis Xenakis (Echange, Palimpsest, Waarg, Eonta) door het Asko Ensemble o.l.v. David Porcelijn.
Attacca Babel 9054-1.
Het Asko Ensemble heeft wat met Iannis Xenakis. Al in mei 1967 speelde het toenmalige Amsterdams
Studenten Kamer Orkest Achorripsis van de Parijse Griek. Uit het A.S.K.O. groeide in korte tijd
het professionele Asko Ensemble, dat nergens zijn hand voor omdraaide. Behalve dan voor het maken van
een plaat. Geld en tijd ontbraken.
Maar nu is dan ten langen leste (na twee inmiddels antiquarische en verramsjte lp's) de eerste cd
van het Asko verschenen. Het is een monumentaal tribuut aan Xenakis, dat spreekt haast vanzelf, al had
het ook Varèse, Ferneyhough, Carter of een andere onverbiddelijke componist van deze eeuw kunnen
zijn. Maar die komen nog wel aan de beurt, want het Asko wil, tevens puttend uit zijn geluidsarchief,
twee maal per jaar een cd gaan uitbrengen.
De plaat bevat vier stukken, van Eonta uit 1963 tot het speciaal voor het Asko gecomponeerde
Echange uit 1989. Alle opnamen zijn gemaakt tijdens concerten, maar het enige wat daar op duidt
is de intensiteit die alleen bij een live-optreden bereikt kan worden. De registraties zijn
perfect, en het applaus, dat gelukkig nooit te vroeg uitbrak omdat moderne muziek ècht
spannend is , is eraf gehaald.
Mits de luisteraar zich realiseert dat kwaliteiten als energie, kleur, dichtheid en evolutie
belangrijker zijn dan melodie of herhaling, is de, muziek van Xenakis heel toegankelijk al is
het af te raden de stukken allemaal achter elkaar te consumeren.
Maar zelfs een onervaren luisteraar moet uit de voeten kunnen met het haast bezadigde Echange,
om vervolgens gepakt te worden door de motorische swing van Palimpsest. De cd, met zijn haast
didactische opbouw, leidt dan naar Waarg, aanvankelijk een muzikale machtsverheffing van de
hoekige Middeleeuwse meerstemmigheid, die plaats maakt voor een heidense ritus. En ten slotte naar
Eonta, waarin vijf koperblazers en pianiste Aki Takahashi het beeld oproepen van een worsteling
tussen een kolkende zee en een stel dolgedraaide vuurtorens.
Tegelijk met het uitbrengen van deze plaat heeft het Asko Ensemble een Vriendenkring in het leven
geroepen. Er is geld nodig voor de volgende projecten. Het cd-boekje maakt geen melding van de nieuwe
club. Dom, want met zo'n plaat moet je toch een boel vrienden kunnen maken.
Trio Uccellini: Uccellini, Marini, Castello, Frescobaldi, Bach, Handel, Dieupart. Distributeur
Clavicenter.
"Uccellini" is Italiaans voor "vogeltjes". Het is ook de naam van een 17de-eeuwse~componist, auteur
van een sonate "detta la vittoria trionfante", die zo virtuoos en fraai is dat een drietal jonge
muzikanten zich nu heeft gesierd met de naam Uccellini. Daarmee is de cirkel rond, want blokfluitist
Vincent van den Ende steekt menig vogeltje de loef af, gesteund door niet minder levendig continuospel
van klavecinist Gerard Blok en cellist Job ter Haar.
Aan de cd die het Trio Uccellini onlangs in eigen beheer heeft uitgebracht ontbreekt, met
uitzondering van zeven met verve uitgevoerde en vakkundig opgenomen muziekstukken, zowat alles. Geen
merk, dat is logisch. Maar hoe Uccellini nu van voren heette (Marco dus), dat Bachs Prelude en Fuga
BWV 886 afkomstig zijn uit Das Wohltemperierte Klavier, en of B.(iagio) Marini's Sonata
seconda nu bedoeld is voor blokfluit, dan wel voor de door de componist uitverkoren viool
dat alles is niet vermeld. Tevens zijn 30 van de 75 minuten die een cd kan bevatten onbenut gebleven.
Daartegenover staat een goede keus uit bekend en minder bekend barokrepertoire; waarin zelfs een
afgelebberd stuk als Händels Sonate in d in een nieuw licht komt te staan, dankzij het met
ongeëvenaarde spoed gespeelde presto. En er is ook een weloverwogen intermezzo ingelast
waarin Van den Endes kwinkeleren even plaats maakt voor het spitse spel van Leonhardt-leerling Blok.
© Frits van der Waa 2006