de Volkskrant van 19 mei 1990, Kunst, recensie
Een veelkoppig ongebreideld talent
Meer dan vijfduizend mensen stonden op Frank Zappa te wachten toen hij twee maanden geleden aankwam in
Praag. Zappa's muziek mag in het Westen controverses oproepen, in de landen van Oost-Europa was ze tot
de omwentelingen van vorig jaar doodgewoon verboden een flinke stimulans voor de
onvoorwaardelijke bewondering waar Zappa-fans toch al toe neigen.
Zappa kwam naar Oost-Europa voor de kunst, voor de politiek, en voor zaken de drie elementen
die hij in zijn 25-jarige loopbaan met groeiende virtuositeit heeft weten te verenigen.
De Amerikaanse omroeporganisatie Financial News Network had Zappa uitgezonden om culturele en
zakelijke contacten te leggen. Maar de reis was ook niet zonder ideologische betekenis, want Zappa is
een gedreven verdediger van het recht op vrije meningsuiting, volgens hem ook in het Westen een
bedreigd goed. De lobby van verontruste ouders die popmuziek van een fatsoensrakkers-keurmerk wil
voorzien kan ervan meepraten. Ze heeft Zappa's scherpe tong haast aan den lijve gevoeld.
Zappa sprak met Havel. En anders dan bij Ronald Reagan, die zijn missives onbeantwoord liet, trof
hij bij deze president kunstbroeder immers een open oor. Vooral de plaat die Zappa in
1975 met Captain Beefheart maakte, valt bij Havel in de smaak. De reis bleek ook voor Zappa zelf
vruchten af te werpen: in het voorbijgaan regelde hij de legale verspreiding van vijf van zijn albums.
De binnenkort 50-jarige popmuzikant komt eind deze maand ook naar Nederland, niet om een concert te
geven, maar als gastspreker bij de International Music & Media Conference, die van 27 tot 30 mei
gehouden wordt in de Amsterdamse Beurs van Berlage. De muziekindustrie houdt het oog scherp gevestigd
op de potentiële marktvergroting in Oost-Europa. Zappa zal daar in zijn voordracht, getiteld
Rock around the bloc, ongetwijfeld eigenwijze kanttekeningen bij maken.
Want Zappa neemt nooit een blad voor de mond. Het harige monster dat zich in de jaren zestig tijdens
een sessie op de wc liet fotograferen, is getransformeerd in een goedgekapte, licht grijzende
reclameman, hoofd van een onalledaags, doch harmonieus huisgezin en familiebedrijf dat niet alleen
grossiert in muziek, maar ook in T-shirts en video's. Maar de oorvegen die hij links en rechts uitdeelt
zijn er niet minder venijnig door geworden. Zijn achterdocht jegens politieke, religieuze, en
commerciële instellingen en kongsi's is alleen maar toegenomen. En zijn muziek mag dan tekenen van
fossilisering vertonen, het veelkoppig, ongebreideld talent dat tien jaar lang met elke release
nieuwe taboes en muzikale barrières doorbrak, is nog lang niet uitgeblust.
Het muziekblad Billboard huldigde Zappa deze week met zijn 25-jarig jubileum, geruggesteund
door een schare adverteerders. Een gelukwens aan de "freedom fighter", getekend Playboy,
nam een prominente plaats in. Het moment is wat willekeurig: Zappa's legendarische groep The Mothers,
eerder actief in Los Angeles als de Soul Giants, ook wel als Captain Glasspack and his Magic Mufflers,
kreeg haar naam op Moederdag 1964. Hun eerste grammofoonplaat, Freak Out, werd uitgebracht in
februari 1966. Het was vermoedelijk het allereerste dubbel-album in de geschiedens van de popmuziek,
maar dat was bij lange na niet het enige baanbrekende kenmerk van de plaat: naast popsongs, waarin
ruige vocalen en heuse orkest-arrangementen al bevreemding wekten, bevatte zij een paar lang
uitgesponnen, dadaïstische experimenten met spreekkoren en bandmanipulaties. Pure chaos voor een
publiek dat in de ban was van de Beatles, en nog maar net aan het bijkomen was van de relatief ruige
muziek van de Rolling Stones.
Dat Zappa degene was die bij de Mothers de touwtjes in handen had, was vanaf het begin zichtbaar.
Frank Zappa, zoon van een Siciliaanse immigrant en in het bezit van Griekse, Arabische, Franse en
Italiaanse voorouders, leerde zichzelf drummen, gitaarspelen en componeren door te luisteren naar
grammofoonplaten. Zijn roots liggen in de rhythm & blues van de jaren vijftig, en in
de muziek van Edgard Varèse nog steeds een van de meest visionaire componisten van de
twintigste eeuw die hij als tiener bij toeval ontdekte. Zappa's muziek werd opgestuwd in de golf
van underground en psychedelica van de late jaren zestig, maar zelf bleef hij in wezen een
buitenstaander. Afgezien van een intensieve sigarettenconsumptie heeft hij nooit drugs en alcohol
gebruikt, en nog maar enkele jaren geleden ontsloeg hij een van zijn spelers, betrapt met cocaïne,
op staande voet.
De muzikale avonturen die Zappa met zijn gedurig wisselend gezelschap van spelers opzocht werden hem
minder kwalijk genomen dan zijn sarcastische teksten, waarin hij de maatschappelijke en sexuele driften
van de mens over de hekel haalt. Titels als Penis dimension, Harder than your husband of
Keep it greasey, hoewel niet meer dan satires op een nogal triest slag mensen, brachten de
componist tot in de rechtszaal, leidden ertoe dat zijn muziek door verscheidene radiostations werd
geboycot, en speelde mee in diverse langslepende conflicten met platenmaatschappijen, waaraan pas een
eind kwam toen Zappa zijn eigen label oprichtte.
In muzikaal opzicht zijn vooral Zappa's instrumentale composities, met hun complexe ritmiek en hun
bruuske montages, interessant. De muziek van zijn tekstgebonden songs heeft meestal een persiflerend
karakter. Behalve met zijn eigen bands speelde Zappa geregeld met studiomusici, en werkte als hedendaags
"avant-garde"-componist samen met het London Symphony Orchestra en het Ensemble InterContemporain van
Pierre Boulez. Tegenwoordig componeert Zappa zijn symfonische werk met behulp van een geavanceerde
muziekcomputer: van zijn frustrerende ervaringen met orkesten doet hij verslag in zijn vorig jaar
verschenen leerschrift annex memoires. Inderdaad klinken Zappa's orkestcomposities aanzienlijk beter in
de versies die hij met zijn eigen groepen op de plaat heeft gezet. Zijn musici zijn niet alleen begaafd,
maar ook tot op het bot gedrild. Daardoor zijn Zappa's optredens van zo'n hoog niveau dat hij zijn
platen bij voorkeur samenstelt uit live-opnamen.
De Zappa-discografie omvat inmiddels bijna zestig titels, die omstreeks het eind van dit jaar alle op
cd leverbaar zullen zijn. Dat die reeks zo snel voltooid kan worden, komt doordat Zappa al heel vroeg
overging op digitale opnametechnieken.
Het gegeven dat hij al zijn optredens op band laat vastleggen, roept de anecdote op van de man die
zijn eigen leven integraal, 24 uur per etmaal, op de band vastlegde, en vervolgens voor het probleem
kwam te staan wanneer hij dat alles moest afluisteren. Zappa's produktie van de laatste jaren wijst op
een vergelijkbaar probleem: dat van de selectie. Het fascinerende nieuwe materiaal dat vrijwel elke
plaat biedt, is verdund geraakt met minder geslaagde bijprodukten van Zappa's over-creatieve geest en
niet altijd even betekenisvolle doublures van vroeger werk.
De reeks dubbel-cd's You can't do that on stage anymore, een bloemlezing uit het omvangrijke
Zappa-archief en daarmee het aangewezen reservoir voor dergelijk materiaal, vertoont dezelfde kwaal.
Het neemt niet weg dat Zappa's twee jongste albums, Jazz from Hell (1986) en Broadway the
hard way (1988), te midden van de stortvloed aan oudere opnamen haast onopgemerkt gebleven, veel
evenwichtiger van kwaliteit zijn. Zappa's volgende cd is aangekondigd als The best band you never
heard in your life. Gezien de concerten die de groep hier twee jaar geleden gaf, wordt het een
album dat nog meer in petto heeft dan de titel belooft.
Link: Alle stukken over FZ op deze site op 1 webpagina
© Frits van der Waa 2006