de Volkskrant van 25 mei 1990, Kunst, recensie
Accordeon
The accordion in contemporary Netherlands music. Miny Dekkers, Astrid
in't Veld, e.a. BFO A-13.
De mogelijkheden zijn rijk, de spelers zijn fantastisch, maar met het repertoire is het nog minnetjes.
Dat was de eindbalans van de Internationale Accordeonweek, vorige maand in de Amsterdamse IJsbreker. De
cd waarmee BFO het festival heeft opgeluisterd verandert daar niet veel aan.
Het is een diverse bloemlezing, en het is vooral jammer dat de vruchtbare combinatie van accordeon
met andere instrumenten zo ongelukkig uit de verf komt. De drie vocale composities stemmen mismoedig.
Insonnia van Jacob ter Veldhuis laat althans nog horen hoe mooi de timbres van basklarinet,
vibrafoon en accordeon kunnen mengen, maar Ailsa rock van Frans Vuursteen komt totaal niet van
de grond, en Jacques Bank vliegt met zijn Brommerlied uit de bocht. A bird eye's view van
Chiel Meijering heeft daarentegen handen en voeten en verveelt niet. Toch is het huwelijk tussen
accordeon en viool niet erg behaaglijk uitgevallen.
Boven de streep noteren we de drie solo-stukken: Bernard van Beurden, die als componist, organisator
en dirigent enorm veel gedaan beeft voor de accordeon, mocht niet ontbreken met zijn goed
geproportioneerde, speelse Mini-muziek 2, evenmin als Ton de Leeuw, die in zijn Modal music,
groots van geluid en toch droomachtig, het instrument diep doorschouwt. En Leo Samama zakt halverwege
zijn Grand slam wat in, maar weet de spanning en de flamboyantie van het begin weer op te pakken.
Hoe dan ook betekent deze plaat een belangrijke stap in de emancipatie van de trekharmonika. Op naar
de volgende.
© Frits van der Waa 2006