de Volkskrant van 7 juli 1992, Kunst, recensie
Mystieke opening van Haarlems Orgelfestival
Openingsconcert Internationaal Orgelfestival Haarlem: Messiaen en Liszt, door het Nederlands
Kamerkoor, Reinbert de Leeuw en Jos van der Kooy. St. Bavokerk, Haarlem.
Dat het Haarlemse Internationaal Orgelfestival geopend werd met muziek van de
onlangs overleden Olivier Messiaen was toepasselijk. Messiaen was van huis uit
organist. Dat zijn werk werd gecombineerd met dat van Franz Liszt was ogenschijnlijk
minder vanzelfsprekend. Liszt was geen organist, maar een pianovirtuoos.
Maar wat de twee toondichters gemeen hadden is een religieuze tic. Bij Liszt
openbaarde die zich pas op latere leeftijd. Bij Messiaen is daarentegen zijn ganse
oeuvre ervan doordrenkt. Dat geldt zelfs voor het a cappella-koorwerk Cinq Rechants
uit 1949, een lofzang op de liefde. Want de aardse en de
hemelse liefde waren bij Messiaen twee aspecten van dezelfde beleving.
De mystieke aspecten van Liszts Via Crucis behoeven geen uitleg. De muzikale
wellicht wel. Liszts religiositeit manifesteerde zich in een verzaken van het
werelds vertoon uit zijn vroege loopbaan, en bracht hem tot een sobere, maar
eigenaardige en eigenlijk hoogst avantgardistische schrijfstijl, met zoekende
lijnen en haast zwaartekrachtloze harmonieën.
Bovendien leidt de nadruk op het bovenaardse en het tijdloze zowel bij Messiaen
als bij Liszt tot muziek die niet wordt geregeerd door de dialoog, met de bijbehorende
spanningen en oplossingen, maar door een ketting-achtige structuur, waarin nergens wordt
gestreefd naar confrontaties of climaxen.
De confrontaties kwamen zaterdag van buiten. Brommers, motorrijders en zelfs een
ambulance met loeiende sirene draaiden rondjes om de St.Bavo en benadrukten schrijnend
welke plaats kerk en cultuur in het moderne leven innemen.
Maar het Nederlands Kamerkoor en Reinbert de Leeuw lieten zich geen ogenblik van
de wijs brengen. Dat de beweeglijke Cinq Rechants, terzelfdertijd lenig en strak
gezongen, op afstand enigszins aan scherpte verloren lag uitsluitend aan de kolossale
ruimte. Ook Liszts Prelude en Fuga over BACH, daadkrachtig vertolkt door organist
Jos van der Kooy, is menigmaal te grillig om een dergelijke galm te verdragen.
De klank geworden devotie van de Via Crucis, met zijn uitgespaarde, dikwijls aan
het Gregoriaans herinnerende vocale lijnen, en zijn zonderlinge chromatische
pianopartij, door De Leeuw toon voor toon overdacht en in de tijd geplaatst, kwam er
opmerkelijk goed tot zijn recht.
Het tweejaarlijkse Orgelfestival wordt deze week voortgezet met het Orgelimprovisatie
Concours, een vast, maar altijd verrassend onderdeel in het
programma. Na twee openbare voorrondes volgt donderdag de finale. Een ander speciaal
voor organisten belangrijk onderdeel is de zomeracademie, een conglomeraat van cursussen.
Vanuit Haarlem strekt het orgelfestival tot 31 juli ook zijtakjes uit naar Alkmaar
en Amsterdam. In het programma ligt de nadruk op oude, zelfs op vroege orgelmuziek. Maar
de moderne orgelmuziek wordt niet verwaarloosd, evenmin als het repertoire voor
beiaard. Tevens wordt zowel het Columbus-jaar als het Hendrik Andriessen-jaar gememoreerd.
Daaraan leveren niet alleen tal van organisten maar ook musici als Elly Ameling, Toyohiko
Sato, het Loeki Stardust Kwartet en het Hilliard Ensemble een bijdrage. Daarmee lijken de
samenstellers te willen benadrukken dat de kunst van het smaakvol en gevarieerd
registreren niet uitsluitend voor het orgelspel essentieel is.
© Frits van der Waa 2006