de Volkskrant van 29 juni 1993, Kunst, recensie
Górecki's Derde kabbelt klaaglijk, babbelt behaaglijk
Mackey, Harrison en Górecki, door het Radio Filharmonisch Orkest en Chieko Shirasaka-Teratani,
o.l.v. Dennis Russell Davies. Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 30 juni, 20.15.
Afgaand op de grote opkomst in het Concertgebouw heeft het kassucces van Henryk Górecki's
Derde Symfonie het publiek eerder nieuwsgierig gemaakt naar de Derde Symfonie dan naar
Górecki. Acht dagen tevoren trok zijn minstens zo interessante Tweede Symfonie in
de Beurs van Berlage ternauwernood een halfvolle zaal.
De 59-jarige componist, het Radio Filharmonisch Orkest, sopraan Chieko
Shirasaka-Teratani en dirigent Dennis Russell Davies mochten een langdurige
ovatie in ontvangst nemen. Dat Davies een weinig spirituele vertolking
van de Symfonie der Klaagzangen ten beste had gegeven, waarbij hij alle
drie delen (achtereenvolgens Lento, Lento e largo en Lento) herschiep
tot sjokkende adagio's, speelde geen rol van betekenis.
De triomftocht van Górecki kan gezien worden als de bekroning
van een langdurige zoeken naar essenties. Als veel Oosteuropese
componisten streeft Górecki naar een muzikale expressie die eerder
achter dan in de noten schuilt. De strenge beperkingen die hij zichzelf
oplegt maken dat zijn composities, hoe verschillend ook, een zekere
monomanie niet ontzegd kan worden.
In de Derde Symfonie, (die hij overigens al in 1976 componeerde) heeft
Górecki zijn arsenaal sterk gereduceerd. Dissonanten, snelheid en
ritmische variëteit zijn uitgebannen. De muziek is gebouwd op de modale
toonladders die de meeste en ook de Poolse volksmuziek kenmerken en waarin
de harmonische spanningen minder manifest zijn dan in de toonsoorten van de
'klassieke' muziek. In feite concentreert Górecki zich op bij uitstek
sensuele muzikale aspecten als hoog-laag, hard-zacht en dik-dun. Het gaat hem
niet om de tegenstelling, maar om het geleidelijk bewandelen van een continuum.
Daarvan getuigt ook zijn orkestbehandeling. Een strelende strijkersklank
domineert, piano en harp mogen hier en daar een nootje uitlichten en de blazers
dragen weinig meer bij dan volume. Dat alles
maakt het beluisteren van Górecki's Derde tot een bezigheid die
weinig verstandelijke inspanning vergt. Zelfs het uithoudingsvermogen stelt
het stuk niet op de proef, al duurt het ruim drie kwartier.
Het eerste deel bestaat hoofdzakelijk uit het opstapelen van strijkerspartijen
tot een veelstemmige canon, als een traag verlopend Torentje Bussekruit. Ook de twee
volgende delen spelen zich af in slow motion. Het is uitgekiende Rohypnol-muziek,
die zo klaaglijk kabbelt en behaaglijk babbelt dat de onverwachte tournures die een
enkele maal de bewustzijnsvernauwende pendelbewegingen doorbreken het effect hebben
van plotseling door de wolken brekend zonlicht.
Het was niet ontoepasselijk geweest als de sopraan die het werk opluistert
een Pools recept voor appelmoes met veel suiker en kaneel had gedeclameerd. De
slepende voortgang en de
archaïsche mineurstemming maken echter ondubbelzinnig duidelijk dat zij klaagt
en bidt. Op de momenten dat ze er het zwijgen toe doet blijkt hoe pijnlijk
weinig het tonen heen en weer schuivende orkest bijdraagt aan het dramatisch contrast.
Górecki's muziek is streng van constructie maar niet cerebraal, emotioneel
maar niet pathetisch. Ze overbrugt nu even de kloof die gaapt tussen publiek en
hedendaagse muziek, maar is te simplistisch om op voort te bouwen. Górecki
is omhooggevallen, maar integer, en het succes mag hem dan ook niet misgund worden.
Het was een ware trouvaille van het Holland Festival om Górecki's Derde
vooraf te laten gaan door een vergelijkbaar stuk retro-muziek van de andere kant van
de Oceaan. De Tweede Symfonie van de 76-jarige Lou Harrison is even welluidend, maar
met zijn over elkaar spoelende muzikale lagen beduidend minder streng van opzet, hier
en daar zelfs op het rommelige af.
Tilt, een speels en spitsvondig stuk, waarin de 37-jarige Amerikaan Steve
Mackey razendsnel het ene mombakkes voor het andere verwisselt, beleefde onder
Davies' directie een puntgave uitvoering.
© Frits van der Waa 2006