Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

rss
de Volkskrant van 30-01-1995, Pagina 9, Kunst, recensie

Niet de schurk maar de dirigent speelt hoofdrol in Mazeppa

Mazeppa, van Tsjaikovski, door de Nederlandse Opera o.l.v. Hartmut Haenchen en Richard Jones. Muziektheater, Amsterdam. Tot 21 februari. Televisie: 9 april, Nederland 3.

Waarom zou de Nederlandse Opera uitgerekend Tsjaikovski's Mazeppa in reprise genomen hebben? Zo vreselijk bijzonder was de produktie uit 1991 toch niet? Ja, er was een prachtig decor, er waren imponerende Russische zangers (die zijn er voor het overgrote deel weer), maar veel meer dan dat liet de voorstelling niet na.

En toch, na de executie, de schietpartij, en de slotscène waarin een waanzinnig geworden sopraan een slaapliedje voor een dode zingt ging het publiek in het Muziektheater, met inbegrip van ondergetekende, weer compleet voor de bijl. De gebeurtenissen van Mazeppa zijn naar believen in te ruilen voor de cliché's van menige andere opera, maar dat laatste uur muziek is uniek.

De eigenlijke hoofdpersonen in deze voorstelling zijn niet de schurkachtige zeventiende-eeuwse onafhankelijkheidsstrijder Mazeppa of zijn geliefde Marija, noch haar ouders, het echtpaar Kotsjoebej, of haar jeugdvriend Andrej, maar Tsjaikovksi en dirigent Hartmut Haenchen. De componist laat zich in Mazeppa van zijn meest avontuurlijke en Slavische kant zien, en wat Haenchen en zijn Nederlands Philharmonisch Orkest hier aan raffinement, dramatische contrasten en kleurnuances weet bloot te leggen is grandioos. Het decor van deze produktie, vol staal, schuine vlakken en neonletters, een vreemde, tijdloze kruising tussen science-fiction en vroeg-twintigste eeuwse metaalindustrie, is nauwelijks minder spectaculair en botst effectief met de min of meer traditionele kostuums.

Maar opera is meer dan een mooi decor en mooie muziek. En hoe behendig regisseur Richard Jones ook omspringt met massascènes, belichting en acrobatische choreografie, toch wil het met dat 'meer' niet helemaal lukken. Het probleem met Mazeppa is dat Tsjaikovski's karaktertekening van de personages te wensen overlaat. Vader Kotsjoebej, die waardig zijn onrechtvaardige ondergang tegemoet gaat, komt behoorlijk uit de verf, evenals zijn wanhopige echtgenote en de bescheiden partij van Andrej. Anatoli Kotsjerga, Larissa Djadkova en Vitali Tarasjenko doen daar het hunne toe. Maar juist Mazeppa en Marija, wier fatale liefde het eigenlijke motief van de opera is, zijn minder uitgesproken getypeerd. In deze reprise valt dat nog extra op doordat beide rollen minder sterk bezet zijn dan drie jaar geleden. Igor Morozov is een 'welbespraakte' bariton, maar heeft toch minder draagkracht dan Sergej Leiferkus, die het overigens na 3 februari weer van hem overneemt. En Tatjana Poluektova haalt het op geen stukken na bij de Marija van 1991, Ljoebov Sharnina. Haar prettig, licht gevoileerd stemgeluid wordt hier en daar ontsierd door een wat weifelachtige intonatie, en een in alle opzichten wezenloze expressie, die in de waanzinscène goede diensten bewijst, maar verder de hele Marija reduceert tot een zingende etalagepop.

Wonderlijk is het wel dat deze enscenering door alles wat de afgelopen drieëneenhalf jaar in Oost-Europa is gebeurd enigszins in een ander licht komt te staan. De fascistoïde Mussolini-koppen van Mazeppa en zijn serdjoeken, de aan beide zijden bedreven wreedheden (steeds een meute tegen een enkeling, en daardoor heel wat walgelijker dan het controversiële geweld in Greenaways Rosa), het verraad, de ontrouw, de waanzin, dat alles wat in 1991 nog naar de geschiedenis verwees lijkt nu afkomstig uit de krant van gisteren.

De vormgeving is weer te mooi om waar te zijn. Zo heeft deze Mazeppa een merkwaardig wringende lading, waarin echt en namaak, mislukking en welslagen voortdurend stuivertje wisselen, maar waarin toch de schoonheid het uiteindelijk wint van het spektakel.


© Frits van der Waa 2006

frits60