de Volkskrant van 22-05-1995, Pagina 11, Kunst, recensie
Ballet Orkest laat componisten zwemmen
Project Jonge Componisten: werken van Vandevorst, Koolmees, Van Onna,
Geertens en Visman, door het Nederlands Ballet Orkest o.l.v. Lucas Vis. Radio
4: 20 juni, 20.00 uur.
Stel je voor dat je een tekenaar bent die geblinddoekt een tekening moet
maken. Of een timmerman die zonder duimstok en winkelhaak een kast moet
bouwen. Of dat je een feestmaaltijd in vier gangen moet bereiden zonder te
mogen proeven hoe het smaakt. Dat is ongeveer hoe een componist die zijn
eerste orkestwerk op papier zet zich moet voelen. Hij heeft iets in zijn
hoofd, hij weet hoe het moet, maar kan het resultaat niet controleren. En als
het werk niet gespeeld wordt zal hij nooit weten of hij de kunst van het
droogzwemmen - die alle componisten hoogte moeten beoefenen - werkelijk
meester is gebleken.
Daarom past hier allereerst een woord van medeleven met de veertig
componisten wier werk zaterdag niet werd uitgevoerd door het Nederlands
Ballet Orkest.
Voor de vijf uitverkorenen had het ook niet veel gescheeld. Hoe naarstig het
NBO ook probeert om elk jaar weer een aflevering van zijn Project Jonge
Componisten te verzorgen, een dergelijke activiteit hoort subsidietechnisch
niet tot het takenpakket van het orkest. Vorig jaar is het er helaas niet van
gekomen, maar dank zij enkele cultuurfondsen is het gelukt het unieke project
nieuw leven in te blazen. Dat is niet voor niets geweest: veel van de
gespeelde muziek bleek in staat om ook andermans oren gespitst te houden.
Dat gold vooral voor de twee twintigers van het vijftal (als het over
componisten gaat moet het woord 'jong' moet altijd ruim worden opgevat). Zo
maakt Nachtvlinder, waarmee het concert werd geopend, benieuwd naar wat de
25-jarige Toon Vandevorst nog meer te vertellen heeft. De voornaamste
ingrediënten, een percussiebatterij à la Varèse en
Ligeti-achtige sluier- en clusterklanken) zijn niet heel oorspronkelijk, maar
Vandevorst weet ze even spaarzaam als trefzeker te hanteren. Fraai zijn de
steeds sterker vertraagde replays van de heksenketel die halverwege het stuk
uitbreekt.
De iets oudere en al iets bekendere Peter van Onna toont zich in zijn Rain,
Steam and Speed, geïnspireerd op het gelijknamige schilderij van William
Turner, een begaafd eclecticus. Het virtuoos gecomponeerde stuk neigt vooral
in zijn klankkleur naar iets wat je 'neo-impressionisme' zou kunnen noemen,
al heeft het soms ook een bijna té opdringerige brutaliteit. Het werk
doet zich na het lezen van de toelichting - die Van Onna misschien beter niet
had kunnen schrijven - onontkoombaar voor als een weids klanklandschap waar
een stoomtrein doorheen komt denderen. Ondanks een paar zwakke plekjes - de
melodiek van de hier en daar opduikende soli en duetten is bepaald gezapig te
noemen - is het een imponerend werkstuk.
Hans Koolmees' Waters en wortelen - part 2 is een hoekig, Stravinskiaans
ritueel van openliggende intervallen en scherp onderscheiden kleuren, dat in
het midden even iets te lang bij de stof stilstaat, maar je in de finale met
een alarmerend kopergeloei weer bij de les betrekt.
Terwijl Heartland van Gerda Geertens gebukt gaat onder een erg introverte
afwikkeling van een bescheiden idee, kampt Bart Visman in zijn Orchestrales
eerder met het omgekeerde probleem, wat paradoxaal genoeg in beide gevallen
een zekere grauwheid tot gevolg heeft. Maar al bevatten deze gangen van de
feestmaaltijd dan te weinig zout of te veel peper, ze zijn in elk geval met
liefde klaargemaakt. Derhalve eten we ons bordje leeg, prijzen dirigent Lucas
Vis en het Ballet Orkest voor de perfecte bediening en beloven dat we volgend
jaar graag weer van de partij zullen zijn.
© Frits van der Waa 2006