Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant van 02-06-1995, Pagina 9, Kunst, profiel

Een paar minuten angstaanjagende muziek
Claude Vivier snakte naar verlossing

CLAUDE VIVIER (1948-1983) was een misdeeld mens en een begaafd componist. De hele tweede helft van zijn leven is hij op zoek geweest naar het geluk dat hij in de eerste helft ervan had moeten missen. Zijn composities, een kleine vijftig in totaal, laten zich beluisteren als een getuigenis van die zoektocht. Maar voor Viviers talent tot volle wasdom was gekomen, voor hij zich werkelijk had kunnen bewijzen, werd hij, 34 jaar oud, in Parijs vermoord.

Vivier liep in die tijd rond met het idee een opera over Marco Polo te maken, waar een aantal van zijn al voltooide composities een plaats in zou krijgen. Morgenavond, in de Amsterdamse Beurs van Berlage, schetst een uitgelezen gezelschap musici onder Reinbert de Leeuw de vage omtrekken van Viviers onvoltooide project, aan de hand van vijf composities, waaronder de Prologue pour un Marco Polo, de titel die tevens als motto voor het concert is gekozen.

Hoewel Vivier, die geboren werd in Montreal en nooit heeft geweten wie zijn werkelijke ouders waren, het grootste deel van zijn leven in Canada heeft doorgebracht, was zijn geboorteland niet groot genoeg voor hem. Na zijn conservatoriumtijd reisde hij naar Europa, waar hij enige tijd studeerde aan het toen nog in Utrecht gevestigde Instituut voor Sonologie en vervolgens in de leer ging bij Karlheinz Stockhausen. Maar van minstens zo grote betekenis voor zijn muziek was de reis die hij in 1976 naar het Verre Oosten maakte. Daar deed hij de indrukken op die bepalend zijn voor wat nu helaas bestempeld moet worden als zijn rijpe werk. De voornaamste kenmerken daarvan zijn een schijnbare, ritueel aandoende eenvoud en een buitengewoon geraffineerd gebruik van samengestelde klankkleuren.

Viviers muziek is in de afgelopen jaren al enkele malen te horen geweest op Nederlandse podia, maar dit is de eerste keer dat zijn werk zo uitgebreid belicht wordt. Het concert moet bovendien resulteren in een cd, waarop ook de uitvoering van zijn ensemblestuk Bouchara op 7 oktober aanstaande een plaatsje moet krijgen. Voor het Nederlandse platenpubliek is dat de eerste gelegenheid om Viviers werk te leren kennen. Weliswaar zijn in Canada al zo'n twintig werken op cd uitgebracht op labels van de Canadese omroep, maar dat is meer iets voor verzamelaars. Want Viviers genie lijkt zich - te oordelen naar deze dwarsdoorsnede uit zijn oeuvre - toch pas in zijn latere werk gemanifesteerd te hebben. Zijn werk van voor pakweg 1977 is voornamelijk boeiend voor wie geïnteresseerd is in zijn ontwikkeling als componist.

Vivier zelf beschouwde zijn Chants (1973) voor zes vrouwenstemmen als een keerpunt in zijn scheppen - niet ten onrechte. Vanaf dat moment laat hij zich veel meer leiden door zijn intuïtie dan door zijn intellect, meer door melodieën en gestes dan door gepredetermineerde toonstructuren. Maar het blijft zoeken, en wat er van de twintig stukken die hij in de vier jaar daarna heeft geschreven op de plaat is verschenen is niet echt opwindend. Er bestaat een brief waarin Vivier zich uitermate opwindt over de criticus Claude Gingras, die zijn Lettura di Dante typeerde als 'uitermate lang, beurtelings fascinerend, monotoon en pretentieus'. Maar Gingras had toch echt gelijk. Vivier moet zo geobsedeerd zijn geweest door zijn zoektocht dat hij weinig ruimte meer had voor zelfkritiek. En omdat hij uitsluitend van het componeren wilde bestaan schreef hij veel - misschien te veel. Zo is ook Kopernikus, een personages en plot ontberende 'opéra-rituel de mort' uit 1979, van een treurig zeurende wijdlopigheid, die pas na een uur enigszins wordt gecompenseerd door een paar minuten angstaanjagend visionaire muziek. Het libretto van de opera is grotendeels geschreven in de door Vivier zelf bedachte fantasietaal die hij ook in andere werken dikwijls gebruikt ('na wa loi mi kou mi kou ya na vens ko vens ko ko vens' en woorden van gelijke strekking).

Vivier was een escapist. Hij wilde weg. Zijn muziek is een streven naar verlossing, naar een droomstaat. Hij droomde van een kinderlijke onbevangenheid. Van de zuivere klankschoonheid die hij vond in de Aziatische muziek. Van de dood zelfs, die hem zo vroeg achterhaalde. Het komt allemaal in zijn werk tot uiting, en - dat moet gezegd worden - het klinkt zelden naïef. Impulsief, dat vaak wel. En - meer dan de meeste muziek, maar zoals alle dromen - vluchtig.

Maar uiteindelijk gaat muziek over de klinkende noten, en niet over de aspiraties of het ongelukkige leven van de componist. In dat opzicht horen het pianostuk Shiraz en het voor willekeurige bezetting geschreven, maar op slagwerk voortreffelijk klinkende Pulau Dewata tot Viviers sterkste stukken - puur door de monolithische opeenvolgingen van noten, gegroepeerd in kleine cellen, die zowel de melodische contouren als de harmonie bepalen. Vivier had hier de gamelan-muziek nog vers in de oren.

In zijn laatste stukken reduceerde Vivier het raamwerk van zijn noten tot een sobere een- of tweestemmigheid, die pover zou klinken ware het niet dat om de lijnen een aura van wonderlijke mixturen, boventoonspectra en fluisterende glissandi is gehangen. De wonderlijk bedwelmende strijkersklanken van Zipangu en Lonely Child zijn lieflijk en verontrustend tegelijk. Heel anders dan de Prologue pour un Marco Polo, die in de opname van Radio Canada, mede door toedoen van de ijdeltuiterige spreekstemmen, een dionysische bombast krijgt. Maar Viviers kwetsbare muziek valt of staat met de uitvoering, en afgaande op eerdere Vivier-programma's van het Asko en het Schönberg Ensemble zal het Holland Festival-publiek zich morgenavond ongetwijfeld gewonnen geven voor de bekoring van deze duistere regionen op de grens van tonen en timbres.

Holland Festival: Vivier-programma door het Asko Ensemble, het Schönberg Ensemble, en solisten o.l.v. Reinbert de Leeuw. Live-uitzending op Radio 4. Beurs van Berlage, Amsterdam: 3 juni.

Cd's:
Anthology de la musique Canadienne: Claude Vivier. Radio Canada International ACM 36 CD 1-4.
Claude Vivier: Zipangu. Doberman-Yppan DO 99.
Claude Vivier: Kopernikus. CBC Records MVCD 1047.
Strange City/ Ville Etrange. Werken van Vivier e.a. door Ensemble Arraymusic. Artifact Music ART-002.
Circuit - Revue Nord-Américaine de musique du XXe siècle, volume 2, nr 1-2. Presses de l'Université de Montréal, C.P. 6128, Succ A, Montréal, Qc, Canada H3C 3J7.


© Frits van der Waa 2006