Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant van 16-02-1996, Pagina 27, Kunst, recensie

PLATEN: KLASSIEK

Mooie aria brengt Donizetti-heldin weer bij positieven

Gaetano Donizetti: Linda di Chamounix. Orkest van het Oosten, Koor van de Nationale Reisopera en solisten o.l.v. Gabriele Bellini. Arts 447151-2.

Als vast orkest van de Nationale Reisopera heeft het Orkest van het Oosten een van Donizetti's vele minder bekende opera's, Linda di Chamounix, geregistreerd. Het kan wel eens een cd-première zijn, over andere plaatversies heb ik althans niets kunnen vinden.

De cd lijkt in eerste instantie bedoeld voor de Italiaanse markt. De toelichting is in vier talen afgedrukt, maar het libretto slechts in het Italiaans. Het is overigens goed te volgen, want zo ingewikkeld is het keukenmeidenverhaaltje van deze opera semiseria uit 1842 niet. De heldin, een boerendochter, reist af om een onwelkome adellijke minnaar te ontlopen naar Parijs, waar ze door haar echte, eveneens adellijke minnaar - in alle kuisheid overigens - luxueus onderdak wordt gebracht.

Haar vader verstoot zijn dochter, in de mening dat ze op het verkeerde pad is geraakt. Als ze ook nog hoort dat haar geliefde met een ander moet trouwen, vervalt ze tot waanzin. Maar gelukkig keert haar vriendje terug, hij zingt zijn mooie aria voor haar en prompt is ze weer bij haar volle verstand.

De opera sleept zich aanvankelijk behoorlijk traag van climax naar climax, met een heleboel uitgesponnen en niet al te fantasierijke belcantismen. Maar als we halverwege zijn en de narigheid begint, kunnen er zaken worden gedaan. Waanzinscènes hebben altijd iets speciaals. Vooral het laatste bedrijf, waarin het koor een groot aandeel heeft, bevat veel interessante muziek. De cast is uitstekend, met Mariella Devia en Luca Canonici in de voorhoede, terwijl de huidige chefdirigent van het 'Orchestra of Eastern Netherlands', Gabriele Bellini, hoorbaar veel affiniteit heeft met deze muziek. De enige zwakke plekken komen voor rekening van het Reisopera-koor, dat hier en daar wat chaotisch achter de muziek aan loopt.

Alphons Diepenbrock: Elektra; Hymne an die Nacht; De Vogels. Concertgebouworkest en Arleen Augér o.l.v. Riccardo Chailly. Donemus CV 50.

Het Koninklijk Concertgebouworkest doet het ditmaal met een klein label. Donemus, het huismerk voor Nederlandse componisten, heeft drie werken van Alphons Diepenbrock (1862-1921) op een cd gezet. Het gaat om live-uitvoeringen, destijds geregistreerd door AVRO en NOS.

Riccardo Chailly weet met name in de symfonische suite Elektra en de ouverture De Vogels een fascinerende kleurenrijkdom bloot te leggen. De Hymne an die Nacht is (van zichzelf al) wat donkerder en vlakker van toon. De sopraanpartij wordt gezongen door wijlen Arleen Augér, wat de uitvoering per definitie de moeite waard maakt, hoewel een paar onbeheerste nootjes verraden dat ze niet helemaal haar dag had. En al is en blijft het Concertgebouworkest het mooiste orkest van Nederland, (vooral dank zij de houtblazers) toch vallen er een paar steekjes. Vooral een stevige trompet-misser in De Vogels stoort. Plus dat publiek, waartegen Fisherman's Friends noch Strepsils zijn opgewassen.

Door deze kleine bezwaren weet ik niet of deze cd werkelijk te prefereren is boven de iets ingetogener, maar ook heel prachtige Diepenbrock-uitvoeringen van het Residentie Orkest onder Hans Vonk, die een jaar of vijf geleden bij Chandos verschenen.

Symfonisch Festival 2: Frankrijk rond 1900. Brabants Orkest o.l.v. Marc Soustrot. Habeo 9601.

Frankrijk rond 1900 luidt de subtitel van de jongste cd die Het Brabants Orkest op het eigen Habeo-label heeft uitgebracht. Dat 'rond' kan probleemloos door 'voor' worden vervangen. Het meest recente werk is Ravels Pavane pour une Infante défunte uit 1899 - al is het waar dat de orkestbewerking pas in 1910 ten doop werd gehouden.

Een tuiltje Greatest Hits dus bij HBO en zijn per augustus aantredende nieuwe chef Marc Soustrot: respectabele uitvoeringen van Dukas' Tovenaarsleerling, de Hongaarse Mars uit Berlioz' Faust, de Faun van Debussy, de Danse macabre van Saint-Saëns, en verder Chabrier, Lalo en nog meer Saint-Saëns. Wat is dat toch een onuitstaanbare componist, zeker als hij gedirigeerd wordt door zo'n Pietje Precies als Marc Soustrot. Het naar het schoolse neigende karakter van diens interpretaties wordt door het net iets te weinig ruimtelijke karakter van de opname nog benadrukt. Maar niettemin: een aardig visitekaartje.


© Frits van der Waa 2006