de Volkskrant van 26-02-1996, Pagina 9, Kunst, recensie
De overtreffende trap in muziek gevat
Satie, Milhaud, Hindemith en Antheil, door het Schönberg Ensemble
o.l.v. Reinbert de Leeuw. Concertgebouw, Amsterdam.
De eerste paar minuten klonk er geen enkel geluid, het uur daarna des te
meer, en het laatste onderdeel maakte de oorwassing compleet. Reinbert de
Leeuws vijfde Carte Blanche-concert bracht het publiek terug in de bruisende
jaren twintig, en de iets ouderen onder hen wellicht ook in de legendarische
jaren zeventig, de tijd dat De Leeuw furore maakte met Satie, Hindemith en
het explosieve Ballet mécanique van George Antheil.
De Leeuw zou De Leeuw niet zijn als hij het zomaar bij het herkauwen van oude
successen liet. Het Concertgebouw werd achtereenvolgens bioscoop, balletzaal,
operahuis, pianolamuseum - in een woord, een heksenketel.
De danscomponent - een korte pas de deux tijdens Milhauds La création
du monde - was er een beetje bijgesleept; het mooiste was nog het decor
achter de deuropening bovenaan het balkon, een Magritte-achtig doorkijkje op
een blauwe wolkenlucht. Dat beeld sloot perfect aan op de
meneren-met-bolhoeden die even daarvoor achter een lijkkoets aanvlogen in de
film Entr'acte die René Clair maakte als begeleiding voor Satie's
Relâche (of andersom). De half-abstracte, half-verhalende film is
buitengewoon geestig, een clip avant la lettre, waarbij Satie's compositie,
minimal music avant la lettre, fungeert als een onafhankelijke, maar steeds
stuwende onderstroom.
De Leeuw en zijn Schönberg Ensemble waren al groot in dit repertoire,
maar zijn in de loop der jaren nog gegroeid. De gestiek van Milhauds
Création was op het wulpse af, en Relaéhe kreeg gestalte met
een terloopse energie en precisie.
Hindemiths mini-opera Hin und zurück stamt uit de tijd dat Hindemith nog
een brutale componist was, en toont hoe een man, argwanend geworden wanneer
zijn vrouw een brief ontvangt, haar in een vloek en een zucht de bekentenis
afdwingt dat hij van haar minnaar afkomstig is, en haar vervolgens
doodschiet. Waarna van hogerhand de tijd wordt stopgezet en vervolgens
omgekeerd, zodat de hele handeling inclusief muziek, van achter naar voren
wordt herhaald. Hindemiths muziek is behoorlijk druk, en de enscenering van
Bambi Uden is dat ook. Niet alleen razen er zes personages al playbackend met
groteske gebaren en in knotse kostuums over het podium en de trappen, maar
bovendien zijn ze uitvergroot op het scherm te zien, in fraai twintiger-jaren
zwart-wit. En dan zijn er nog een negenkoppig ensemble en zes zangers. Hoe
schitterend ook, het visuele en auditieve bombardement was te overdadig om in
één keer te bevatten.
De concertversie van Antheils Ballet mécanique werd voorafgegaan door
de oorspronkelijke pianola-versie, samen met de film van Fernand Léger
waarvoor het stuk gecomponeerd werd. Het komt er in feite op neer dat alles -
schommels, zuigerstangen, krukassen, kermistuig - draait of zwiept. Antheil
heeft deze bewegingen omgezet in een lawaaiige muziek, vol hortend
repeterende patronen en mokerende, clusterachtige akkoorden.
De concertversie voor vier piano's en een grote batterij slagwerk verhoudt
zich tot het pianola-Ballet als een heipaal tot een tentharing. De Leeuw
heeft het werk al verscheidene malen uitgevoerd, maar benadrukte ditmaal
beter dan ooit hoe doortimmerd Antheil het idee van de overtreffende trap in
muziek heeft gevat.
© Frits van der Waa 2006