de Volkskrant van 08-03-1996, Pagina 29, Kunst, recensie
Het oude vuur nooit verloren
Jarenlang speelde De
Volharding zonder dirigent
ELF BLAZERS, een bassist, een pianist, en - de meest recente
uitbreiding - een dirigent. Dat is Orkest de Volharding, 'het rooie orkestje
van Andriessen', zoals de Volkskrant het in 1973 omschreef.
Zelfs nu, na bijna 25 jaar, is De Volharding nog altijd exemplarisch voor de
nieuwe, andere manier van muziekmaken die Louis Andriessen voor ogen stond
toen hij in 1971 het plan opvatte een stuk te maken dat een gezamenlijk
produkt van componist en muzikanten moest worden. De groep die dit stuk, de
Volharding, in premiére bracht tijdens een Inklusief Konsert in
Theater Carré op 12 mei 1972, besloot daarna door te gaan op de
ingeslagen weg. Zo begon het.
De muzikanten van het 'rooie orkestje' waren gedeeltelijk afkomstig uit de
jazz, gedeeltelijk uit de klassieke muziek, en dat is altijd zo gebleven. De
groep speelde niet alleen op concertpodia, maar ook op straat, in buurthuizen
en bij demonstraties. Dat is niet zo gebleven.
'Al aan het begin van de jaren tachtig geloofde niemand meer dat de wereld
uitsluitend uit links-goed en rechts-slecht bestond', zegt Willem van Manen,
Volharding-trombonist sinds het eerste uur. 'Met de nuancering in de politiek
verdween ook de noodzaak om politieke manifestaties te ondersteunen, voor
zover die er überhaupt nog waren. En daarnaast leefde bij de musici het
verlangen om beter te gaan spelen, het repertoire te vernieuwen en ook op een
hoger abstractieniveau te brengen. Dan kom je vanzelf meer in de concertante
muziek terecht. 'Maar', voegt hij er aan toe, 'we hebben nog steeds een
bepaalde strijdbaarheid, in onze manier van presentatie, en in de manier
waarop we alles in eigen hand houden. Daarin onderscheiden we ons ook
duidelijk van andere ensembles.'
De Volharding is inderdaad onverwisselbaar de Volharding. Het is een
coöperatieve vereniging, geen kaartenbak-ensemble. Alle dertien
muzikanten en de dirigent zijn gelijkwaardige leden. Alle veertien zijn ze
onvervangbaar. Is er iemand ziek, dan komt hij of zij toch spelen, en is de
koorts te hevig, dan kan het concert helaas niet doorgaan.
De Volharding geeft jaarlijks tussen de dertig en veertig concerten in
binnen- en buitenland. Voor de musici betekent dat dat ze bij elkaar ongeveer
een half jaar twintig uur per week werk hebben aan repetities en concerten.
'De honorering steekt daar nogal schamel bij af', merkt Van Manen op. 'Ik
denk dat een orkestmusicus in hetzelfde aantal uren ongeveer het dubbele
verdient.' Alle muzikanten hebben dan ook hun nevenactiviteiten. Maar de
Volharding gaat voor.
'Niet te sterk hoor: gewoon fortissimo', waarschuwt Hempel. De Volharding
repeteert in het Koetshuis achter de IJsbreker in Amsterdam. Naast de
dirigent zit componist Geert van Keulen, met op de lessenaar voor zich zijn
bewerking van Prokofjevs Vijf Sarcasmen. Het rommelt nog een beetje. Van
Keulens eigen nieuwe stuk, Gestel, staat al heel wat steviger in de steigers.
Zo van dichtbij is De Volharding inderdaad, in de woorden van Misha
Mengelberg, een 'vol, hard, ding', vooral als de drie trompetten en de drie
trombones mogen uitpakken.
Jarenlang heeft De Volharding zonder dirigent gespeeld. Uit principe. Een
dirigent was de baas, en bazen waren immers uit den boze. In 1987 ging het
principe op de schop, en werd Cees van Zeeland, eertijds pianist van het
orkest, benoemd tot maatslaander. Sinds 1993 wordt het orkest geleid door
Jurjen Hempel - een gediplomeerd dirigent, maar niet van het verfoeide
bazentype.
Hij werkt met De Volharding in wezen niet anders dan met andere ensembles of
orkesten, zegt hij. 'Het enige verschil is dat dit een mondiger ensemble is.
Dat ze het ergens hartgrondig mee oneens kunnen zijn en dat dan ook kenbaar
maken. Dat kan lastig zijn, want je moet harder je best doen om je zin te
krijgen, maar het is ook heel plezierig. Je hebt ook ensembles of orkesten
die slaafs achterover hangen.'
De artistieke koers van het orkest wordt sinds een aantal jaren bepaald door
de artistieke commissie, waarvan behalve Hempel, Van Manen en pianist Jaap
Dercksen een drietal componisten deel uitmaakt. In de eerste vijftien jaar
van zijn bestaan speelde De Volharding vrijwel uitsluitend werk van
Nederlandse componisten, maar daarna heeft het orkest steeds vaker ook
samenwerking met buitenlanders gezocht.
Van Manen: 'Dat ging aan de ene kant vanzelf, bijvoorbeeld doordat we via
Steve Martland in contact kwamen met Engelse componisten. Aan de andere kant
was het ook een beetje uit nood geboren. Je kunt niet gaan zitten wachten tot
er in Nederland weer eens een componist opstaat die goed bij ons past.'
De muziek die De Volharding speelt is van nature luid en motorisch, wat niet
wil zeggen dat er geen zachte, zoetgevooisde stukken bij zitten. De meer dan
honderdvijftig nieuwe composities en bewerkingen die in een kwart eeuw voor
het orkest geschreven zijn, lopen stilistisch aanzienlijk uiteen en het is
makkelijker aan te geven welke kenmerken ze niet, dan welke ze wel hebben.
'Het is in elk geval geen muziek die voortkomt uit de Romantiek of uit de
seriële hoek', zegt Van Manen. 'En niet vreselijk hyperesthetisch of
zweverig. Het heeft een beetje met Stravinsky te maken, zeg maar, of met
classicistische opvattingen over muziek. Je kunt bepaalde componisten ook als
het ware naar je toe trekken. Geert van Keulen en Peter-Jan Wagemans zijn
allebei componisten die veel symfonisch werk hebben geschreven, maar die
hebben zich nu toch verdiept in de klank en vooral in de fysieke aanpak van
het orkest. En dat is ontzettend goed gelukt, vind ik. Het zijn typische
Volharding-stukken geworden.'
De komende maand gaat De Volharding op toernee met Van Keulens Gestel, zijn
Sarcasmen-bewerking, Fantasieën over Erlkönig van Peter-Jan
Wagemans, Western Darlings van Gordon McPherson en Danceworks van Steve
Martland. De laatste drie stukken zijn al eerder uitgevoerd. Jaap Dercksen:
'Ons beleid is altijd geweest de echt goede stukken uit ons repertoire mee te
nemen en ze niet te laten doodgaan in de kast.'
Als zo'n stuk echt goed 'zit' wordt het ook altijd op band vastgelegd. Het
orkest heeft juist Martlands Danceworks, Guus Janssens Toestand en Wagemans'
Improvisatie over 7 opgenomen. Op het ogenblik ligt er zeker genoeg materiaal
in de kast voor anderhalve cd.
'Dat opnemen is ook een plicht', vindt Hempel, juist omdat het zulk uniek
repertoire is. Als je naar een concert van De Volharding gaat hoor je stukken
die je nergens anders ter wereld kunt horen.'
Het orkest heeft er - beter dan menig ander Nederlands ensemble - van meet af
aan zorg voor gedragen zijn sporen vast te leggen. Zelfs van dat allereerste
Carré-concert bestaat een grammofoonplaat, de eerste van zes ten dele
in eigen beheer uitgebrachte lp's en ep'tjes - het orkest zit nog altijd met
een inmiddels vrijwel onverkoopbare restvoorraad. De beste stukken van deze
platen zijn in 1992, toen het orkest zijn twintigjarig jubileum vierde,
bijeengebracht op de CNM-cd Trajekten, in nieuwe uitvoeringen waarmee het
orkest demonstreerde dat het in betrekkelijk korte tijd heel veel beter was
gaan spelen.
De selecties op de twee volgende cd's, Shoulder to shoulder en Hex,
uitgebracht door Attacca Babel, laten horen hoe de stilistische
verscheidenheid van het repertoire in de tweede helft van de jaren tachtig
steeds grotere werd: het stuk Air (1991) van de Poolse componiste Hanna
Kulenty staat bijvoorbeeld wel heel ver af van het militante geknal uit
vroeger jaren.
De meest recente release, verschenen op het Elektra Nonesuch-label, is de
uitvoering van Louis Andriessens M is for Man, Music, Mozart, waarop zangeres
Astrid Seriese, Orkest de Volharding en zijn oprichter verenigd zijn in een
muziek die niets van het oude vuur heeft verloren, maar wel enorm aan
raffinement heeft gewonnen.
Concerten: De Volharding Symfonisch (muziek van Wagemans, McPherson,
Prokofjev, Van Keulen en Martland) in Amsterdam (12/3), Nijmegen (13/3), Den
Bosch (17/3), Winschoten (22/3), Hengelo (23/3) Maastricht (24/3), Eindhoven
(26/3) en Haarlem (28/3).
Orkest de Volharding op cd: Attacca Babel 8953-6 (Padding, Van Norden,
Vasques Dias, Van Manen, Martland); NM Classics 92021 (Andriessen,
Mengelberg, Vasques Dias, Torstensson, Van Zeeland, Janssen); Attacca Babel
9380 (Torke, Termos, Kulenty, Zuidam); Elektra Nonesuch 7559-79342-2
(Andriessen).
Dit is nr. 8 van een serie over ensembles. Eerdere afleveringen verschenen op
3 en 24/11, 15, 22 en 29/12, 2 en 16/2.
© Frits van der Waa 2006