de Volkskrant van 29-04-1996, Pagina 12, Kunst, recensie
Don Giovanni een platte rabauw bij Opera Zuid
Don Giovanni, door Opera Zuid o.l.v. Marco Zambelli en Aidan Lang.
Theater aan het Vrijthof, Maastricht. Toernee tot 25 mei. Omroep Limburg: 28
april, 20.00 uur.
Dubbelzinnigheid is het levensbloed van de opera, en wat dat aangaat, van elk
theaterstuk. Het is de marge die de regisseur de ruimte biedt om zijn eigen
'visie' op het stuk te tonen en die de toeschouwer in staat stelt om er
vervolgens weer het zijne van te denken.
Hoewel dit zeker niet de enige reden is dat Don Giovanni een van de
allerbeste opera's uit de muziekgeschiedenis is, stoelt de kracht van het
werk in belangrijke mate op de dubbelzinnigheid, of zelfs dubbelhartigheid,
waarmee vrijwel alle karakters behept zijn. De dubbelzinnigste van allen is
natuurlijk Don Giovanni zelf, de eeuwige rokkenjager, schurk en held in een,
bij gratie van zijn onweerstaanbare charmes. Die tweeslachtigheid straalt af
op al diegenen die hem omringen: elk reageert op zijn eigen dubbelzinnige
manier op datgene wat de Don representeert: de bedreiging van de gevestigde
orde, die niettemin een belofte van de bevrijding daaruit in zich bergt. Die
belofte is vals, maar de hoop is er zeker.
Als Don Giovanni's dubbelzinnige karakter inderdaad de kern van de opera is
schiet de enscenering die Aidan Lang voor Opera Zuid heeft gemaakt op dit
éne wezenlijke punt te kort. Aidans Don Giovanni, die overigens sterk
vertolkt wordt door de Britse bariton Robert Poulton, is een rabauw zonder
esprit of sex-appeal, een duivel in mensengedaante .
Het maakt dat de mildere emoties het afleggen tegen gevoelens van angst en
woede. Wanneer het boerinnetje Zerlina (Manuele Kriscak) ingaat op zijn
avances lijkt ze eerder gedreven te worden door vrees of hebzucht dan door de
verlokkingen des vlezes. En als Donna Anna (Miranda van Kralingen) tijdens de
aanranding waarmee de opera opent één tel lang een soort
overgave toont bezwijkt ze voor niets anders dan brute kracht.
Die heftigheid klinkt ook door in de muziek. Dirigent Marco Zambelli worstelt
om het Limburgs Symfonie Orkest, het Zuidelijk Theaterkoor en de acht
solisten bij elkaar te houden in zijn gemiddeld hoge tempi. De scenische en
muzikale tekortkomingen vallen samen in Don Giovanni's bekoorlijke
liefdesliedje Deh vieni alla finestra, dat Poulton - ook vocaal - geen enkele
geloofwaardigheid weet te verlenen.
De wat kille ondertoon wordt mede bepaald door de kostuums en decors van
Anthony Baker, die erin slaagt om Miranda van Kralingen, getuige haar eerste
optreden in nachthemd toch heus wel een mooie meid, voor de rest van de opera
te veranderen in een plompe douairière. Misschien komt het daardoor
dat de zangeres de furie van het begin niet weet vast te houden.
Het zal niet ieders Don Giovanni zijn, maar dat neemt niet weg dat het toch
een bezienswaardige voorstelling is, die gedragen wordt door een sluitend
scenisch concept, een aantal originele vondsten en een voortreffelijke cast
van overwegend jonge zangers. De Franse sopraan Anna Maria Panzarella weet
alle facetten van Donna Elvira's liefde tegen-beter-weten-in overtuigend naar
voren te brengen. Romain Bischoff is een eerder getourmenteerde dan komische
Leporello. Don Ottavio wordt overtuigend gezongen door Glenn Winslade, David
Hibbard is een markante Commendatore - essentieel voor het welslagen van de
opera - en Nanco de Vries een wel heel naïeve Masetto.
De decors, een stel grijsgroene verschuifbare wanden, overgoten met sinister
strijklicht, zijn strak en gestileerd. Aidan maakt een nadrukkelijk visueel
onderscheid tussen de beide aktes van de opera: aan het einde van het eerste
bedrijf vallen er opeens grote gaten in de tot dan toe strakke façade
van het decor. Het is het begin van Don Giovanni's ondergang, maar ook van
een geleidelijk herstel in de orkestbak, zodat het bezoek van de stenen gast
en de daaropvolgende hellevaart ook in muzikaal opzicht het hoogtepunt van de
voorstelling zijn.
© Frits van der Waa 2006