de Volkskrant van 11-05-1996, Pagina 11, Kunst, recensie
Ebony Band brengt ode aan onvolledigheid
Een scherzo van scherven, samengesteld door Stan Lapinski en Werner
Herbers en uitgevoerd door de Ebony Band. Nederlands Filmmuseum, Amsterdam.
T/m 12 mei.
Filmarchivarissen zijn de archeologen van de twintigste eeuw, en komen bij
hun opgravingen voor minstens zo veel oplosbare raadsels te staan als hun in
de aarde wroetende collega's. En er zit nog een tweede probleem aan vast: wat
doe je ermee?
Het Nederlands Filmmuseum, dat een stuk of vierhonderd van dit soort losse,
ongeïdentificeerde filmfragmenten in zijn collectie heeft, heeft
hiervoor een creatieve oplossing gevonden. In de voorstelling Een scherzo van
scherven heeft gastprogrammeur Stan Lapinski de meest curieuze, intrigerende
en bizarre 'bits and pieces' verzameld. De meeste hiervan stammen uit de tijd
van de 'stomme' film. Als muzikaal complement heeft Werner Herbers,
aanvoerder van de Ebony Band, een vergelijkbare bloemlezing van
compositie-'flarden' samengesteld. Obscuur als deze muziek is, haar herkomst
is minder raadselachtig: boven de soms ultrakorte notities prijken grote
namen als die van Schönberg, Eisler, Hindemith en kleinere als die van
Egon Wellesz en Erwin Schulhoff.
De voorstelling wordt voorafgegaan door Schulhoffs Zehn Themen, in 1920
gecomponeerd bij litho's van Otto Griebel, en de wonderlijke abstracte film
Hände van Stella Simon, waarvoor Marc Blitzstein, een leerling van
Schönberg, de muziek schreef. Wat daarna volgt is een ware ode aan de
onvolledigheid: scènes zonder voorgeschiedenis, zonder afloop, nu eens
grotesk en melodramatisch, dan weer oogstrelend - soms ook ontnuchterend,
speciaal wanneer het registraties van de realiteit betreft: het opensnijden
en in stukken zagen van walvissen is bijvoorbeeld een hoogst onsmakelijk
stukje historie. Dat cavaleriepaarden ooit met gasmaskers werden uitgerust is
te bespottelijk en te lang geleden om je druk over te maken - of niet?
Lapinski laat dit fragment volgen door beelden van een gebombardeerde stad,
en dan, wanneer het besef daagt dat die stad geen andere is dan Rotterdam,
komt de werkelijkheid onbehaaglijk dichtbij.
Maar het overgrote deel heeft inderdaad het karakter van een scherzo. Veel
scènes, zoals een stukje film met acteurs in
Asterix-en-Obelix-kostuums zijn om te gillen, andere zijn zuiver oogstrelend,
zoals de versnelde registraties van ontluikende bloemen.
De muziek, die met grote concentratie wordt uitgevoerd door zes musici van de
Ebony Band, is van een vergelijkbare stilistische veelvormigheid. Gek genoeg
heeft ze, ongeacht het idioom, datzelfde, bijna nostalgische patina dat ook
over de oude filmbeelden ligt. Maar het bijzondere is dat de muzikale en de
visuele 'laag' hier een gelijkwaardige positie innemen. Soms klinkt er alleen
muziek, soms is er alleen beeld. Dikwijls is de muziek een onafhankelijke
tegenstem, dan weer vallen beeld en geluid onverwachts perfect samen. Daarmee
stijgt Een scherzo van scherven ver uit boven een avondje zappen door de
archieven en krijgt toch het karakter van een gecomponeerd geheel.
© Frits van der Waa 2006