de Volkskrant van 27-06-1997, Pagina 27, Kunst, recensie
PLATEN: klassiek
Smakelijke bloemlezing uit Shakespeares Globe Theatre
Musicians of the Globe o.l.v. Philip Pickett: Shakespeare's Musick (Philips
446 687-2) en The Masque of Oberon (Philips 446 217-2).
In Londen is het tegenwoordig mogelijk om Shakespeare te zien
opvoeren in authentieke omstandigheden, bij het licht van flambouwen en met
kans op een bui. Op ongeveer dezelfde plek waar van 1644 Shakespeares Globe
Theatre stond, is een replica opgericht. De gereconstrueerde Globe heeft ook
een huisorkest, want muziek en dans speelden waarschijnlijk een grotere rol
dan uit de toneelteksten blijkt.
Deze Musicians of the Globe, aangevoerd door Philip Pickett, pakken de zaken
niet kinderachtig aan, getuige de twee eerste bij Philips verschenen cd's. De
eerste heet natuurlijk Shakespeare's Musick, en bevat een bloemlezing uit het
repertoire van omstreeks 1600 dat al dan niet met zekerheid bij stukken als
Hamlet en The Tempest geklonken heeft. Daaronder zijn evergreens als It was a
Lover and his Lass en The Willow Song, maar ook minder bekende liederen en
instrumentale werken.
De benadering van de Musicians of the Globe doet denken aan die van de
Nederlandse Camerata Trajectina, mede doordat bij deze thematische benadering
het onderscheid tussen 'kunst-' en populaire muziek vervaagt. Maar ze
beschikken blijkbaar over een ruimer budget, want op de tweede cd, The Masque
of Oberon, treedt een waar reuzenorkest aan (vreemd genoeg vermeldt het
boekje alleen de zangers en de luitisten). Oberon is een reconstructie van
een theatraal hofballet uit het jaar 1611, waarin plaats was voor
schitterende fanfares, hoofse dansen en lyrische liederen.
Beide cd's bevatten veel stukjes die op zichzelf niet veel om het lijf
hebben, maar dat bezwaar wordt ondervangen door de compositie van het geheel
en de vitaliteit van de uitvoeringen. En allebei bevatten ze een gratis
sampler met stukken van de vijf cd's die (voorlopig) in deze reeks op stapel
staan. Smaakt naar meer.
J.S. Bach: Six Cello Suites, door Jaap ter Linden. Harmonia Mundi 907216.17
Bachs zes suites voor violoncello solo worden alom beschouwd als de Parnassus
van het cellorepertoire - stukken die niet alleen hoge technische eisen
stellen, maar bovenal muzikaal inzicht vergen. Barokcellist Jaap ter Linden
levert met deze opname een waardevolle bijdrage aan de betrekkelijk kleine
lijst van excellente interpretaties. Zowel de opname als de uitvoering
kenmerkt zich door een zekere weidsheid. Waar een cellist als Anner Bijlsma
elke toon op de huid zit, is Ter Linden veeleer uit op een zangerige
schoonheid en het opbouwen van lange spanningsbogen. Het is alsof hij als
muzikant zo min mogelijk tussen de luisteraar en de componist in wil gaan
staan. Een loffelijk streven, dat zijn interpretatie uiteraard niet minder
persoonlijk maakt.
Schubert: Sonate in a op. 42 en 4 Impromptus op. 142 door Paolo Giacometti.
Channel Classics CCS 10697.
An 1822 Schubertiad, door Maarten Koningsberger, John Mark Ainsly, Graham
Johnson e.a. Hyperion CDJ33028.
De 27-jarige pianist Paolo Giacometti, een Nederlander van Italiaanse komaf,
was al op verscheidene Channel Classics te horen als begeleider van cellist
Pieter Wispelwey. Deze Schubert-cd is zijn eerste soloplaat. Hij bespeelt een
originele Lagrassa-vleugel uit 1815, met een pregnant, bijna ketsend geluid,
dat op een subtiele manier heel anders is dan de mollige toon van een moderne
vleugel. Het is even wennen, maar komt de klaarheid van de muziek ten goede.
In de Sonate in a geeft Giacometti blijk van een scherp inzicht in de
muzikale structuur. Het ietwat bitse, hypercorrecte karakter van deze
uitvoering wijkt in de Vier Impromptus gaandeweg voor het flamboyante spel
van een verleidingskunstenaar. Een interessante cd, die het gangbare
Schubert-klankideaal op prikkelende wijze bijstelt.
De verworvenheden van dat klankideaal, hoe gestandaardiseerd het ook mag
zijn, komen overigens feilloos tot uiting op de 28ste aflevering in de
complete Schubertliederen-editie van Hyperion, waarop 22 liederen en
ensemblestukken uit het jaar 1822 zijn bijeengebracht. Pianist Graham
Johnson, tevens verantwoordelijk voor de zeer grondige en uitgebreide
toelichtingen, is een eminent begeleider. Bariton Maarten Koningsberger en
tenor John Mark Ainsley, de voornaamste vertolkers op deze cd, weten elk lied
zijn eigen sfeer, elke frase zijn eigen lading en elke lettergreep zijn eigen
gewicht te geven. Pure perfectie. Dat er temidden van al deze poëtische
expressie ook nog een paar lustige kwartetjes te vinden zijn, zoals het op
smaakvolle wijze behaagzieke Die Nachtigall, is niettemin een welkome
afwisseling.
© Frits van der Waa 2006