de Volkskrant van 01-09-1997, Pagina 11, Kunst, recensie
Het is onzin Mozart naar de letter te spelen
Holland Festival Oude Muziek Utrecht. Tot en met 7 september.
Telde het Festival Oude Muziek vroeger steevast vier rode draden in
de programmering, de laatste jaren is er telkens een strengetje bijgekomen,
zodat de jaargang 1997 zich afspeelt rond zeven thema's. En in dat lijstje is
één thema - misschien wel het belangrijkste - niet eens
opgenomen: improvisatie.
Improviseren kent de meest uiteenlopende gedaanten en is van alle tijden en
gezindten, behalve de westerse kunstmuziek van pakweg de afgelopen
honderdvijftig jaar. Bij ons hoort een muzikant te doen wat er in de
partituur staat, want dat is wat de componist wil. Zo luidt de doctrine, en
die wordt zo getrouw nagevolgd dat veel musici niet eens meer in staat zijn
om zelf een mopje te verzinnen.
'Eigenlijk is het een soort ramp wanneer componisten en uitvoerende musici
niet meer dezelfde mensen zijn', stelt de Amerikaanse pianist Robert Levin.
Tijdens zijn workshop The language and idiom of classical improvisation houdt
hij een fascinerend betoog over de wenselijkheid, beter gezegd de noodzaak om
de muziek van Mozart en zijn tijdgenoten niet naar de letter, maar naar de
geest te spelen.
Een voorbeeld: in de pianomuziek die Mozart voor eigen gebruik schreef staat
nogal eens Da Capo, wat betekent dat er een stukje herhaald moet worden. In
veel uitgaven, ook de wetenschappelijke, wordt dan datzelfde stukje precies
zo afgedrukt, terwijl Mozart ongetwijfeld allerlei versieringen en variaties
aanbracht.
Omgekeerd voorzag hij werken die gepubliceerd werden juist weer van
uitgeschreven ornamenten, zodat de amateurs ermee uit de voeten konden. Maar
het is onzin, betoogt Levin, om bij de volgende herhaling van die passage
vast te houden aan precies dezelfde versieringen. 'In allerlei werken van
Mozart zitten van dat soort white spots. Om die muziek te spelen moeten we
niet alleen kijken naar wat Mozart heeft opgeschreven, maar ook naar hoe hij
het deed. En (zwaaiend met de bundel Mozart-sonates) 'gelukkig hebben we hier
een heel leerboek op het gebied van versieringen'.
Het Festival heeft met veel moeite één deelneemster voor Levins
workshop gevonden. De Japanse pianiste Riko Fukuda zet schoorvoetend, maar
met onmiskenbare muzikaliteit haar eerste schreden op het terrein van de
improvisatie. 'Eén ding', maant Levin. 'Wat je ook doet, het publiek
mag nooit merken hoe radeloos je je voelt.'
Want Levin improviseert echt, hij bereidt niets voor. 'Het is enorm spannend,
doodeng, en het is absoluut onvolmaakt.' Met dat laatste valt het wel mee. Zo
heeft hij de dag ervoor grote indruk gemaakt door op basis van door het
publiek opgegeven thema's ter plekke een drietal nauwsluitende improvisaties
in de stijl van Mozart, Haydn en Beethoven te realiseren. Even markant was
zijn recital met onvoltooide stukken van Schubert - 200 jaar geboren, dus ook
een festivalthema - die hij in een aantal gevallen van een impromptu slot
voorzag.
In de wat oudere sectoren van de Oude Muziek is het verschijnsel improviseren
minder onbekend. Elke klavecinist verstaat de kunst een becijferde bas tot
akkoorden uit te werken. En in èchte oude muziek, waar je soms niet
meer dan een handje noten hebt, zul je wel moeten. Toch is ook hier dikwijls
sprake van 'voorgekookte' improvisaties.
In dat opzicht waren de klanken waarmee de ensembles Alta en Les Haulz et les
Bas vrijdag de Nacht van de Oude Muziek openden van een overrompelende
spontaniteit: laat-Middeleeuwse muziek op pommers en schalmeien - een soort
van voorwereldlijke hobo's - snerpend maar wonderschoon, en doorspekt met
doedelzakachtige voorslagen. En zowaar kwamen twee van de spelers werkelijk
met doedelzakken tevoorschijn en varieerden er lustig op los in Machauts
Douce dame jolie.
In de Soefi-muziek, het niet-westerse festivalthema, is improvisatie de
gewoonste zaak van de wereld. Toch is ook daar de vrijheid nooit absoluut,
getuige de perfecte eendracht waarmee de Egyptische zangeres Aïcha
Redouane en het Ensemble Al Adwar de uitgesponnen melodielijnen die de kern
van deze muziek vormen realiseerden.
Naarmate het improvisatie-element groter is, komt de oude muziek nogal eens
dicht in de buurt van de volksmuziek. The Harp Consort, aangevoerd door
Andrew Lawrence King, bracht veel leven in de brouwerij met onvervalste jigs
van de Ierse componist O'Carolan.
Een heel andere vermenging van volks- en kunstmuziek komt tot uiting in de
Latijns-Amerikaanse barokmuziek. Het is al geruime tijd bekend dat er in
allerlei kerken in Peru en Bolivia een schat aan muziekmanuscripten bewaard
is gebleven, maar nu is dan voor het eerst te horen hoe die klinkt. En dat is
op zijn minst gevarieerd, zo bleek tijdens de concerten van Gabriel Garrido's
grote ensemble Elyma en het kleinere gezelschap The Rare Fruits Council.
Het type muziek dat de Spanjaarden introduceerden in Latijns-Amerika was al
een eigen variant van de Italiaanse barokmuziek, met typische Spaanse
wendingen in de melodie. Kenmerkend is blijkbaar ook de afwisseling van twee
groepjes van drie tellen en drie groepjes van twee (simpel gezegd: de muziek
doet eerst tadada-tadada en dan opeens tada-tada-tada). Maar in de
kolonieën kwamen daar inheemse invloeden bij: de muziek werd immers
uitgevoerd door het personeel, en dat waren vaak Indianen. Vooral het concert
van The Rare Fruits Council bood een fraai overzicht van deze wonderlijke
kruisbestuivingen, die omstreeks 1800 al tot een heel eigen klankbeeld met
latin-ritmes leidden.
Maar het hoogtepunt was een 'Etnische Sonate' voor twee violen, waarvan de
drie delen achtereenvolgens gecomponeerd zijn door een blanke, een mulat en
een indiaan. Met de eerste twee is niet zoveel aan de hand, maar dat laatste
is een soort Baroque Indienne: uitsluitend achtste noten, in een parallelle,
ritmische beweging - een beetje primitief, naïef ook, maar volstrekt
authentiek.
Wat er de komende week nog te genieten moge zijn op het gebied van thema's
als de Barokopera, Landini, Ockeghem of de Napolitaanse cultuur, het staat nu
al vast dat dit Latijns-Amerika-thema, samen met dat van de improvisatie,
deze jaargang van het festival tot een heel bijzondere zal maken.
© Frits van der Waa 2006