Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant van 05-09-1997, Pagina 27, Kunst, recensie

PLATEN:KLASSIEK

Nederlandse zang van vóór Nederland bestond

Vox Neerlandica I. Nederlands Kamerkoor o.l.v. Paul van Nevel. NM Classics 92064.

Als je wat verder teruggaat in de tijd wordt Nederlandse muziek een rekbaar begrip. Onlogisch is dat niet, want vóór 1588 was er staatkundig bezien nog geen sprake van Nederland. De Nederlandse componisten die het Nederlands Kamerkoor en Paul van Nevel hebben bijeengebracht op de cd Vox Neerlandica zijn dan ook op een paar na buiten de huidige landsgrenzen geboren. Maar goed, ze komen allen uit de Lage Landen. Overigens maakten veel van hen carrière in Italië.

De bloemlezing - voorlopig voor slechts drie tientjes in de aanbieding bij de Nederlandse Klassieke Vakhandel - is chronologisch geordend, zodat in 64 minuten en 10 seconden twee eeuwen muziek de revue passeren. Een Gloria van Johannes Ciconia, die nog net een vijftiende-eeuwse componist genoemd kan worden, vormt de opening, een Laudate Dominum van Jan Pieterszoon Sweelinck sluit de rij, maar daartussen wordt niet slechts de lof van God, maar ook die van het leven bezongen.

Uitgangspunt voor deze cd, en de nog te verschijnen tweede aflevering, was de gelijknamige bundel die in 1995 werd gepubliceerd bij uitgeverij Harmonia. Wie echter de bladmuziek erbij haalt zal menigmaal vreemd opkijken, aangezien Van Nevel vrijmoedig omspringt met de noten. Versieringen, tekstplaatsing, alsook de volgens de regels van de musica ficta toegevoegde kruisen en mollen maken deze uitvoeringen tot ware, maar nog altijd stijlgetrouwe, herscheppingen.

Het Nederlands Kamerkoor, dat in de kringen van de oude muziek nog steeds niet voor vol wordt aangezien omdat het ook muziek van later tijd zingt, bewijst hier dat het zich kan meten met de beste gespecialiseerde gezelschappen. Het is dan ook een beetje onzorgvuldig dat NM Classics de namen van deze voortreffelijke zangers niet in het boekje heeft opgenomen.

Michelangelo Rossi: Straziami pur Amor (Virgin 7243 5 45220 2 4). Antonio Lotti: La vita caduca (Virgin 7243 5 45221 2 3). Complesso Barocco o.l.v. Alan Curtis.

De nadagen van de renaissance vormen een van de meest fascinerende periodes uit de muziekgeschiedenis, vooral door de wonderlijke verkenningen op het gebied van de chromatiek die sommige componisten uitvoerden. Gesualdo is vanouds de bekendste van hen, de laatste jaren doet ook het werk van Sigismondo d'India opgang, maar vanaf nu mag de naam van Michelangelo Rossi (1602-1656) niet in het lijstje ontbreken. Alan Curtis en het door hem opgerichte, geheel uit Italiaanse zangers en musici bestaande Complesso Barocco leveren een vlammend pleidooi voor de madrigaalkunst van Rossi, die hoe extravagant en grillig ook, bijzonder expressief en veelzijdig is. De zangers van Complesso Barocco weten een uitgesproken solistische voordracht op wonderbaarlijke wijze te verenigen met een versmolten ensembleklank. Het enige nadeel is dat ze de liefdessmart, het stokpaardje van alle madrigaalcomponisten, er af en toe zo dik op leggen dat je oren er van tuiten. Heftig! Enkele instrumentaal uitgevoerde madrigalen en een paar eveneens gewaagde klavecimbelstukken zorgen voor een aangename afwisseling.

Antonio Lotti (1667-1740), een andere ontdekking van Curtis, is wel een heel late vertegenwoordiger van de madrigaalkunst. De vijfstemmigheid, die bij Rossi nog regel is, is bij hem een uitzondering. Zijn madrigalen hebben veelal de gedaante van begeleide duetten en terzetten, maar het zijn onmiskenbaar madrigalen, met veel contrasten, woordschilderingen en het reeds genoemde ludduvuduh. Vergeleken met het werk van Rossi zijn deze madrigalen veel ingetogener, en door de dunnere textuur kunnen de zangers hun solistische kwaliteiten wat ontspannener tentoonspreiden. Maar ook Lotti is beslist een componist van een meer dan gemiddelde kwaliteit.

Sébastien de Brossard: Leçons des morts, door Il Seminario Musicale o.l.v Gérard Lesne. Virgin 7243 5 45271 2 8.

Het gaat te ver om Sébastien de Brossard af te schilderen als een componist van dertien-in-het-dozijn, maar zijn Leçons de morts, ontstaan omstreeks dezelfde tijd als Lotti's madrigalen, zijn wel een stuk minder avontuurlijk - in de kerk hoor je je tenslotte netjes te gedragen. Mooie muziek is het wel. Boeiend is vooral de inventiviteit waarmee Brossard twee stemmen weet te verstrengelen, een verstrengeling die in de uitvoering van sopraan Véronique Gens en tenor Gérard Lesne een luisterrijke, tedere gedaante krijgt. Het door Lesne opgerichte ensemble Il Seminario Musicale musiceert ook al zo lieflijk, met een continuobezetting waarin een theorbe en een klein orgeltje het harmonisch fundament van zwaarte ontdoen.

Naast de drie Leçons, waarin ondanks het geweeklaag soms even de zon doorbreekt, bevat de cd een triosonate en een Dialoog tussen de boetvaardige ziel en God, een prachtig staaltje van stichtelijke muziek, waarin Brossard toch nog een verrassing in petto heeft. Want ik had nooit verwacht dat de stem van God - hemels vertolkt door Lesne - zo hoog en zo lichtvoetig zou klinken.


© Frits van der Waa 2006