de Volkskrant van 22-12-1997, Pagina 10, Kunst, recensie
Maria-mis van Machaut vlamt als middeleeuws houtsnijwerk
Messe de Notre Dame, van Guilaume de Machaut door het Ensemble Gilles
Binchois. 19 december, Catharinakerk, Utrecht.
Het blijft een wonder dat componisten twee, drie eeuwen lang de meest
schitterende muziek hebben geschreven waar geen ander instrument aan te pas
kwam dan een viertal stemmen. Een van de prachtigste werken uit deze vocale
traditie is tevens het oudste. Bijna zeshonderdvijftig jaar geleden
componeerde Guillaume de Machaut zijn Messe de Notre Dame.
Machauts Mis is een monumentaal werk, dat met zijn vierstemmigheid en grote
samenhang tussen de verschillende delen zijn tijd ver vooruit was. De kans om
getroffen te worden door deze muziek doet zich heaas maar zelden voor. Er
zijn, ook internationaal gezien, maar weinig ensembles die zich toeleggen op
de ècht oude muziek. Dat het Franse Ensemble Gilles Binchois de Messe
de Notre Dame de afgelopen week vier maal ten gehore bracht als
'kerstconcert' in het Netwerk voor Oude Muziek was dan ook een bijzondere
gebeurtenis, temeer daar de uitvoering van een zeer hoog niveau was.
Aangezien de muzikale grammatica van de veertiende eeuw tamelijk ver
verwijderd is van de regels die met name sinds de barokperiode in zwang zijn
geraakt, bevat Machauts idioom op het eerste gehoor allerlei wringende en
botsende samenklanken die tegelijkertijd archaïsch, maar ook gewaagd
modern aandoen. Niet voor niets hebben veel twintigste-eeuwse componisten een
speciale belangstelling getoond voor het werk van Machaut.
Het Ensemble Gilles Binchois wil daarentegen, zo schrijft dirigent Dominique
Vellard, de nadruk leggen op de 'serene en lyrische muzikale onderstroom' van
het werk. Dat is voortreffelijk gelukt, onder andere door te kiezen voor een
uitvoering zonder instrumenten, waarin, met uitzondering van het slot en het
begin, de partijen solistisch bezet zijn. Ook worden de zes onderdelen van de
Mis niet als een op zichzelf staand geheel gepresenteerd, maar ingebed in een
Gregoriaanse mis.
Als grote, rijk versierde pijlers rijzen het Kyrie, het Gloria en het Credo
op temidden van de bescheidener één-, soms tweestemmige
gezangen. De drie afsluitende gezangen zijn naar verhouding kort, maar hebben
elk een karakteristieke lading: het Sanctus laat zich typeren als een
veelstemmige klaroenstoot, het Agnus als een versmolten bede om genade, en
het Ite missa est als een triomfantelijk afsluiting. Maar tegelijkertijd
hebben alle zes delen hetzelfde robuuste, masculiene karakter, met hun
verstrengeling van drie lage mannenstemmen waarboven zich in soms grillige
ritmes een lenige altus-partij ontvouwt.
Star en strak is deze muziek, donker, vlammend en rechtlijnig als
houtsnijwerk. Ze schittert, blinkt en overrompelt, want ofschoon Machaut als
Middeleeuws componist er niet over zou denken om zijn eigen gevoelens op de
voorgrond te zetten, is hier toch sprake van een uitgesproken positieve
geloofsbeleving. Toch zijn er temidden van de jubel ook expressieve, warme,
ja zelfs innige momenten. Niet dat de Messe de Notre Dame daardoor bij
uitstek muziek voor de Kersttijd is: het is gewoon een meesterwerk van alle
tijden.
© Frits van der Waa 2006