Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant van 12-01-1998, Pagina 9, Kunst, recensie

Opeens krijgt Britse muziek weer aandacht

Vaughan Williams, door het Radio Symfonie Orkest en het Groot Omroepkoor o.l.v. Simon Halsey. 10 januari, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 13/1, 20.02 uur.
MacMillan en Beethoven, door het Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Jaap van Zweden. 11 januari, Concertgebouw, Amsterdam.

Engeland staat niet bekend als een land van Grote Componisten, maar dat wil niet zeggen dat daar geen goede muziek is - en wordt - geschreven. Het is dan ook merkwaardig dat het werk van componisten als Edward Elgar, Ralph Vaughan Williams en de vorige week overleden Michael Tippett zelden te horen is op de Nederlandse muziekpodia. Tot voor kort deed alleen de TROS in zijn Utrechtse muziekserie wat meer moeite voor dit repertoire.

Maar het tij is gekeerd. Het Koninklijk Concertgebouworkest bracht vorig jaar een ware Britten-revival op gang. De NCRV en de KRO maken zich sterk voor het werk van William Walton. En de VPRO, de VARA en de NPS hebben de Matinee op de Vrije Zaterdag dit seizoen een stevig Brits accent gegeven, allereerst door uitgebreid aandacht te schenken aan het werk van de 58-jarige Jonathan Harvey, maar ook door gevestigd repertoire als Brittens opera The rape of Lucretia en Vaughan Williams' Sea Symphony op het programma te zetten.

Vaughan Williams was niet voor een kleintje vervaard. De Sea Symphony, die stamt uit de jaren 1903-09, duurt vijf kwartier en is eerder een groot koorwerk dan een symfonie. Hoe essentieel het aandeel van het orkest ook is, louter instrumentale passages zijn zeldzaam. Het werk beleefde zaterdag een gloedvolle uitvoering onder aanvoering van koordirigent Simon Halsey, die inviel voor de zieke Kees Bakels. Met een precieze, zelden uitbundige slag loodste hij de veelkoppige bemanning door de woelige muzikale baren en de extatische hymnes waarmee Vaughan Williams teksten van Walt Whitman in klank heeft gevat.

De beide solisten, Janice Watson en William Dazeley, wisten zich goed staande te houden te midden van de nu eens imposante, dan weer verstilde, maar altijd oorstrelende geluidmassa's. Maar de werkelijke hoofdrolspelers waren de zangers van het Groot Omroepkoor, die zowel de lange, vloeiende lijnen als de snelle, buitelende stroomversnellingen in perfecte eendracht gestalte gaven.

Dat het werk, hoe magistraal ook, toch niet voortdurend bleef boeien, moet eerder worden toegeschreven aan het uiteindelijk toch wat beperkte muzikale arsenaal van de componist. Hoewel er in het orkest herhaaldelijk vage echo's van Ravel, Rimski, of Mahler doorklinken, wordt het werk gedomineerd door een robuuste God save the Queen-toon.

Blijkbaar zijn Britse componisten nog altijd geneigd hun oor elders te luisteren te leggen, zo bleek tijdens het Zondagochtendconcert waarin onder auspiciën van de AVRO het pianoconcert The Berserking van de in 1959 geboren Schotse componist James MacMillan werd uitgevoerd. Het is een pakkend stuk dat goed in zijn jas zit, al hangt de pianopartij, vertolkt door Joanna MacGregor, er een beetje los bij.

Het knauwende koper van het eerste deel en de wonderlijke glissandi van het tweede deel gaan in het derde deel een fraaie verbinding aan. Maar hé, die akkoordzuilen en die ratelende unisono-passages klinken wel heel bekend: kennelijk is de invloed van Louis Andriessen inmiddels tot in Schotland doorgedrongen.

Jaap van Zweden, die bij deze gelegenheid voor het eerst als dirigent voor het Radio Filharmonisch Orkest stond, bleek goed overweg te kunnen met MacMillans stuwende ritmes. Maar met zijn vertolking van Beethovens Vijfde Symfonie liet hij horen dat zijn hart toch meer uitgaat naar het klassieke werk. Vergeleken met de uitvoering onlangs met zijn eigen Orkest van het Oosten was deze Vijfde iets minder sprankelend. Evengoed ziet er naar uit dat de voormalige concertmeester van het Concertgebouworkest zijn ware talent ontdekt heeft en een bloeiende tweede carrière tegemoet gaat.


© Frits van der Waa 2006