de Volkskrant van 27-02-1998, Pagina 27, KUNST & CULTUUR, recensie
Wispelwey bekeert zelfs verstokte Schumann-hater
Schumann en Hindemith, door Pieter Wispelwey, Paolo Giacometti, het
Australian Chamber Orchestra en het Nederlands Blazers Ensemble. Channel
Classics CCS 11097.
Schumann, door Steven Isserlis, Felicity Lott, Deutsche Kammerphilharmonie en
Christoph Eschenbach. BMG Classics 09026 68800 2.
Pieter Wispelwey en Steven Isserlis zijn allebei voortreffelijke cellisten,
en ze houden allebei zo veel van Schumanns celloconcert dat ze zelf de tekst
voor hun cd-boekjes hebben geschreven. Hun uitvoeringen verschillen echter
als dag en nacht. Over smaak valt niet te twisten, maar dat Wispelwey in
staat is een uitgesproken Schumann-hater als ondergetekende tot inkeer te
brengen wijst er op dat er iets bijzonders is met zijn vertolking.
Bijzonder is dat het orkest, gevormd door het Australian Chamber Orchestra en
het Nederlands Blazers Ensemble, zonder dirigent speelt. Dat leidt hoorbaar
tot een andere wijze van musiceren, die meer verwant is met kamermuziek. En
dat past weer voortreffelijk bij Wispelweys visie op het stuk. Schumanns
celloconcert stamt uit 1850. In Wispelweys handen klinkt het ondubbelzinnig
als een stuk uit de eerste helft van de negentiende eeuw. Je hoort waar het
vandaan komt - Mozart, Beethoven, Schubert - en wat er eigen aan is - een
nobele, innige bevlogenheid. Romantisch, dat zeker, maar ontdaan van die
onderste-uit-de-kan-pathos die zo kenmerkend is voor de tweede helft van die
eeuw.
Ook in zijn interpretatie van de drie Fantasiestücke uit 1849 (met Paolo
Giacometti op een Streicher-vleugel) raakt Wispelwey Schumann in de kern. De
combinatie met 3 Stücke für Violoncello und Klavier van Hindemith
is apart en zal niet iedereen kunnen bekoren.
Isserlis' cd biedt daarentegen alles wat Schumann ooit voor de cello heeft
geschreven, inclusief het Offertorium uit de Mis op. 147 met een
substantiële cellopartij. De hoofdschotel is ook hier het Celloconcert,
in een interpretatie die vrijwel lijnrecht tegenover die van Wispelwey staat.
Isserlis' vertolking (met de Deutsche Kammerphilharmonie, gedirigeerd door
Christoph Eschenbach) ademt de geest van een grote-zaaluitvoering. De
schoonheid wordt met man en macht bevochten, alsof het een wedstrijd tussen
de solist en het orkest is. Isserlis speelt prachtig, al ligt het er allemaal
iets te dik op. De klank van de cello is wel beter geïntegreerd met die
van het orkest dan in de Channel-opname van Wispelwey.
In de kamermuziekwerken, waaronder uiteraard ook de Fantasiestücke,
houdt Isserlis het intiemer. Daarmee komt hij tot een weliswaar minder
oorspronkelijke, maar toch behartigenswaardige benadering die die van
Wispelwey niet veel ontloopt.
Bach: Goldberg Variaties door Ivo Janssen. VOID 9801.
Bachs Goldberg Variaties is een van die stukken waar een pianist zijn leven
lang mee bezig kan zijn. En het is niet eens een pianostuk, want Bach schreef
het voor klavecimbel. Verscheidene variaties zijn bovendien gedacht voor twee
manualen, zodat een pianist, die immers maar één klavier tot
zijn beschikking heeft, zijn uiterste best moet doen om niet over zijn eigen
vingers te struikelen.
Puristen vinden natuurlijk dat je dit stuk helemaal niet op piano hoort te
spelen. Het is of Ivo Janssen, die zich op zijn 34ste aan een cd-opname van
de Goldberg Variaties heeft gewaagd, de hete adem van dergelijke
fatsoensrakkers in zijn nek voelt, want zijn interpretatie is behoedzaam,
soms op het schroomvallige af. Net of hij bang is dat de piano te veel als
een piano zal klinken. Vooral de baslijnen zijn soms al te nadrukkelijk
détaché gespeeld, met tussen elke noot een minieme adempauze.
Die terughoudendheid maakt ook dat de ongelooflijke rijkdom van de dertig
variaties niet ten volle tot zijn recht komt.
Maar tegelijkertijd valt er veel te genieten aan Janssens interpretatie,
vooral wanneer je naar details gaat luisteren. De subtiele metamorfosen in de
herhalingen, met behulp van versieringen en dynamische nuances, zijn
bijzonder boeiend. En technisch is zijn spel van het hoogste niveau. Dat
geldt ook voor de opname, al is ze een pietsje aan de droge kant.
Janssen is de afgelopen weken het land doorgetrokken met de Goldberg
Variaties. Morgenavond besluit hij zijn tournee in de Amsterdamse Kleine
Zaal. Dat kan een heel mooi concert worden.
Ignace Strasfogel: werken voor piano door Kolja Lessing. Decca 455 359-2.
De jongste release in Decca's serie Entartete Musik, gewijd aan componisten
wier carrière door de opkomst van Nazi-Duitsland in de knop gebroken
werd, haalt het werk van Ignace Strasfogel (1909-1994) uit de vergetelheid.
Strasfogel, een eminent pianist en een veelbelovend leerling van de componist
Franz Schreker, week in 1933 uit naar Amerika en componeerde nadien
nauwelijks meer. Zijn twee pianosonates uit 1925 en 1926 - werk van een
tiener! - verdienen deze revival ten volle. Ze zijn verrassend origineel en
vitaal en - daarvan getuigen ook de uitvoeringen van Kolja Lessing -
uitgesproken pianistisch.
Wel lijkt het kerend getij van de jaren twintig zelfs hier al zijn sporen na
te laten: de tweede sonate klinkt al een stuk academischer en minder spontaan
dan de eerste, zodat je je afvraagt wat er onder normale omstandigheden van
de componist Strasfogel geworden zou zijn. De drie latere werken op deze cd
zijn naar verhouding mat en kleurloos.
© Frits van der Waa 2006