de Volkskrant van 27-03-1998, Pagina 8, Kunst, recensie
Xenia Meijer komt pas in mediterraan repertoire los
Werk van Mozart, Granados, e.a. door Xenia Meijer, Hans Eijsackers en
Hubert Claessens. 25 maart, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 1 april, 11
uur.
Xenia Meijer is een echte mezzo. Ze beschikt over een heel apart soort
stemgeluid, vol en warm, zonder dat zwaarlijvige wat alten kunnen hebben,
wendbaar, maar duidelijk niet gebouwd voor een verblijf op grote hoogte. Wat
haar niet zal belemmeren in haar gang naar de top. Integendeel.
Haar optreden in de serie Rising Stars van het Concertgebouw is een
belangrijke stap in die richting, aangezien deze serie een
uitwisselingsproject is waarin een aantal concertzalen uit verschillende
landen elkaar beloftevolle musici toespelen. Helemaal toevallig zal het dus
niet geweest zijn dat Meijers recital composities in zes talen bevatte. Maar
het ging natuurlijk eerder om een proeve van muzikale wendbaarheid dan om een
demonstratie van talenkennis. Dat voor Meijer de woorden even belangrijk zijn
als de noten was in elk geval zonneklaar.
Het recital viel uiteen in twee delen: een smaakvol samengestelde maar ietwat
verplichte excursie door het repertoire (Purcell, Mozart, Brahms en Debussy)
gevolgd door een verrassender boeket van op Spanje en Latijns-Amerika
georiënteerde muziek, waarin naast pianist Hans Eijsackers ook
saxofonist Hubert Claessens een substantiële bijdrage leverde.
Hoewel Meijer van meet af aan imponeerde met haar even expressieve als
stijlzuivere vertolkingen kwam ze pas echt los in het lichtvoetiger
mediterrane repertoire - zodat achteraf de vraag rees of haar benadering van
de liedkunst van Brahms en Debussy eigenlijk niet een tikje te eerbiedig was
geweest. De rijkdom aan kleuren en het temperament dat doorklonk in liederen
van Granados en Montsalvatge hadden een felle, theatrale lading die ook in
haar presentatie tot uiting kwam.
De persoonlijke signatuur van het programma werd nog eens onderstreept in El
beso, een compositie van begeleider Eijsackers op tekst van Julio
Cortázar, waarin de sopraan- en de saxofoonpartij elkaar volgen in
vloeiende, verstrengelde lijnen - een verstrengeling die een verrassend
vervolg kreeg toen Claessens zich in de toegift als zanger ontpopte en samen
met Meijer een duet uit Don Giovanni ten gehore bracht.
© Frits van der Waa 2006