de Volkskrant van 28-04-1998, Pagina 14, KUNST
Muziekfestival onderzoekt de veelzijdige joodse identiteit
Van klezmer tot 'entartete Musik'
Wanneer is iets joodse muziek? Heeft het te maken met het gebruik van
bepaalde intervallen of is het iets dat tussen de oren ontstaat? Wat
is joodser: Mendelssohns Schotse Symfonie - waarin geen noot de afkomst
van de componist verraadt - of het Eerste Strijkkwartet van de Duitser
Karl Amadeus Hartmann, dat door de nazi's bekroond werd, maar waarin de
componist een aantal joodse volksmelodieën verborgen had?
De musicologen en componisten die zich zondag bij de opening van het
Vierde Internationale Festival voor Joodse Muziek Kunst over de
afbakening van het thema bogen, kwamen er niet werkelijk uit.
Het aanwijzen van kenmerkende joodse eigenschappen is niet alleen
praktisch ondoenlijk, maar bovendien onwenselijk, vond Leo Samama,
artistiek coördinator van het Residentie Orkest. 'Dat is net zoiets
als wanneer je iemand op grond van de vorm van zijn neus als joods
typeert.' Toch waren alle deelnemers aan de discussie het er over eens
dat er wel degelijk iets bestaat als een joodse identiteit.
Die identiteit kent evenveel gedaanten als de wijdvertakte joodse
cultuur, die altijd weer invloeden van buitenaf in zich heeft opgenomen.
Bovendien geeft iedere kunstenaar op zijn eigen wijze uiting aan die
identiteit. En dan doet het er niet eens toe of een componist van joodse
afkomst is, of zich, zoals de Rus Dmitri Sjostakowitsj, identificeert
met het joodse volk.
Het Festival voor Joodse Muziek Kunst - een vernederlandsing van het
begrip 'art music' waaruit blijkt dat ook vertalen een kunst is - is
een initiatief van de Israëlische, in de Oekraïne geboren componist
Joseph Dorfman. Eerdere afleveringen vonden plaats in Vilnius, Odessa
en St.-Petersburg. Na Amsterdam komen Londen en Berlijn aan de beurt.
Dorfman werd vooral gedreven door het streven de geschiedvervalsingen
die onder de regimes van Hitler en Stalin plaatsvonden ongedaan te
maken. Talloze joodse componisten zijn vermoord, monddood gemaakt en
vervolgens uit de annalen verwijderd.
Zo kwam er in 1929 een abrupt einde aan een bloeiende joodse
muziekcultuur die aan het begin van de eeuw vanuit St.-Petersburg in
gang was gezet, en waarin componisten poogden een synthese tot stand te
brengen tussen traditionele joodse muziek en westerse kunstmuziek. Met
succes, zo demonstreerde het Radio Kamerorkest bij het openingsconcert
in de Beurs van Berlage, aan de hand van Michael Gnessins Jüdisches
Orchester auf dem Ball bei dem Bürgermeister. Deze suite, een
aaneenschakeling van ietwat kortademige, maar daarom niet minder
aanstekelijke muziekstukjes, biedt een boeiend beeld van Russische
klezmer-muziek anno 1929.
In de Zevende Symfonie van Moyshey Vainberg, een neoklassiek werk uit
de jaren zestig, vielen daarentegen geen specifiek joodse
stijlkenmerken te beluisteren - of het moest de energieke, pompende
beweging van het slotdeel zijn. De geconcentreerde uitvoering onder
dirigent Gabriel Chmura maakte wel duidelijk dat het werk van Vainberg,
die in 1996 overleed, meer aandacht verdient. Zijn idioom is verwant
aan, maar minder bits en pessimistisch dan dat van zijn vriend
Sjostakovitsj, wiens From Jewish Folk Poetry uit 1948 het concert
besloot. Dit navrante muziekstuk, met veel inleving gezongen door
Bernard Loonen, Anne Gjevang en Roberta Alexander, toont duidelijk
hoezeer Sjostakovitsj zich vereenzelvigde met de joodse cultuur en
zonder letterlijk te citeren allerlei stijlelementen in zijn eigen
muzikale taal incorporeert.
De overige vier programma's van het Festival zijn niet minder
veelzijdig: ze omspannen de gehele twintigste eeuw en de gehele aardbol.
In de IJsbreker klinkt muziek van eigentijdse joodse componisten. In de
Beurs brengt het Orpheus Kwartet een programma rond het thema 'entartete
Musik' (met onder andere dat subversieve strijkkwartet van Hartmann), en
zondag wordt het festijn besloten in het Concertgebouw, met een optreden
van het Residentie Orkest. Evgenii Svetlanov dirigeert dan onder meer de
Isral-symfonie van Ernest Bloch, een stuk dat ruim dertig jaar ouder is
dan de staat Israël, die uitgerekend die dag zijn 50-jarig bestaan
viert.
Festival Joodse Muziek Kunst. Beurs van Berlage, Amsterdam. Concerten
op 1, 2 en 3 mei.
© Frits van der Waa 2006