de Volkskrant van 08-05-1998, Pagina 27, KUNST & CULTUUR.
PLATEN: KLASSIEK
Grootse sonates van vergeten Michele Mascitti
Joan Cabanilles: Batalles, Tientos & Passacalles, door
Hespèrion XX o.l.v. Jordi Savall. AliaVox AV 9801.
Onvermoeibaar graven musici en musicologen in de archieven, op zoek
naar vergeten meesterwerken, en zoals dat tegenwoordig gaat worden de
klinkende resultaten meteen voor het nageslacht vastgelegd op cd. Dat is
natuurlijk prima. Hoe meer we te weten kunnen komen hoe beter, en aan
het werk van onbekende componist X valt dikwijls meer te ontdekken dan
aan de zoveelste registratie van de Negende (ongeacht wiens). Toch krijg
je bij het beluisteren van al die cd's soms het gevoel dat de vondsten
wel eens wat kritischer tegen het licht gehouden hadden mogen worden.
Want wat kunnen al die barokmuzieken toch verschrikkelijk op elkaar
lijken. Bovendien voelen de musici zich begrijpelijkerwijs verplicht om
de cd netjes vol te spelen, en dan is het wel eens te veel van het
goede.
Die cd's bespreken we dus maar niet.
Ik moet bekennen dat ik even heb geaarzeld over de bloemlezing uit
het werk van Joan Cabanilles, uitgevoerd door de Catalaanse gambist
Jordi Savall en het ensemble Hespèrion XX, en verschenen op Savalls
eigen label AliaVox. De aarzeling gold zowel de muziek als de
uitvoering, of beter gezegd de wijze van uitvoeren. Het gaat hier
namelijk om ensemble-versies van oorspronkelijk voor orgel gecomponeerde
werken. Natuurlijk wordt in het boekje uitvoerig uitgelegd dat
dergelijke bewerkingen in de zeventiende eeuw heel gewoon waren, en
natuurlijk is het spel van Hespèrion XX verantwoord, verzorgd en
oorstrelend. Maar wat de consort-versies aan kleur winnen ten opzichte
van een orgel-uitvoering verliezen ze weer aan kracht en kernachtigheid.
Ook Cabanilles' muziek maakt een wisselvallige indruk. Zijn idioom
wortelt nog stevig in de polyfonie van de renaissance. Toch getuigen
twee Tientos de falsas vol chromatische stoutmoedigheden van een
avontuurlijke geest, terwijl een andere Tiento (op de melodie Pange
lingua) een juweel van een stuk is, met zijn zoetvloeiende
meerstemmigheid. Opmerkelijk is het laatste stuk van de cd, een werk van
een kwartier, met basnoten die aanvankelijk meer dan twee minuten lang
blijven liggen, zodat de overgang naar een normaal harmonisch tempo in
de laatste drie minuten een spannende gebeurtenis wordt.
José Marín: Tonos Humanos, door Montserrat Figueras, Rolf
Lislevand e.a. AliaVox AV 98092.
Het werk van José Marín, die in de zeventiende eeuw aan
het Spaanse hof werkte als zanger, componist en gitarist, is van een
totaal andere orde dan dat van Cabanilles. Marín was een
geestelijke, maar dan wel een heel loszinnige. Dat blijkt niet alleen
uit zijn turbulente levenswandel, die hem, (al dan niet terecht)
beschuldigd van moord, in de gevangenis deed belanden, maar ook uit zijn
liederen, waaruit een werelds en oncelibatair vuur spreekt. Het is
een uniek repertoire, met zijn grote ritmische souplesse, en zijn
vermenging van kunst-, volks- en dansmuziek.
Jordi Savalls echtgenote, de sopraan Montserrat Figueras, brengt
Maríns liederen op fascinerende wijze tot leven op een eveneens bij
het familielabel AliaVox verschenen cd. Zowel de zangeres als haar
begeleiders veroorloven zich de nodige improvisatorische vrijheden,
geheel in de geest van deze flamboyante, emotioneel geladen muziek.
Gitarist Rolf Lislevand doet in virtuositeit niet onder voor Figueras.
Harp, castagnetten en een keur aan klein percussiewerk voegen bij wijlen
couleur locale toe. Het frivole, sensuele karakter van deze muziek zal
niet iedereen liggen, maar het is hoe dan ook een bijzondere en
belangwekkende cd.
Michele Mascitti: 6 Sonate da camera, op.2, door Fabrizio Cipriani en
Antonio Fantinuoli. Cantus C 9610.
Nog verrassender was de kennismaking met de vioolsonates van Michele
Mascitti, verschenen bij Cantus, een ander Spaans oude muziek-label.
Mascitti was ruim twintig jaar ouder dan Bach, maar bereikte de
respectabele leeftijd van 96 jaar en stierf pas in 1760. Ofschoon hij
het grootste deel van zijn leven in Parijs werkte en daar grote faam
genoot, vertoont zijn werk geen spoor van een Franse slag.
Hoe is het mogelijk dat deze muziek vergeten is? Deze vioolsonates
zijn niet het werk van een kleine meester. Emotie, inspiratie en
technisch kunnen gaan hier een verbinding aan op een wijze die je verder
alleen in het werk van Bach aantreft, al is Mascitti's compositorisch
vocabulaire wat beperkter.
Violist Fabrizio Cipriani en cellist Antonio Fantinuoli zijn
uiteraard medeverantwoordelijk voor de indringende ervaring die deze
muziek teweegbrengt. Hun beslissing om de continuopartij zonder
klavecimbel uit te voeren (dus alleen met een cello) is een gouden
greep. Harmonisch vulwerk zou de innige samenspraak tussen de viool- en
de cellopartij alleen maar in de weg staan.
Ze zijn zichzelf genoeg, die twee transparante lijnen, die
voortdurend gegevens uitwisselen, nu eens een robbertje vechten, en dan
weer een liefdevolle verstrengeling aangaan. De beide strijkers leveren
superieur spel, compleet met geïmproviseerde versieringen en
cadenzen, en de opname is prettig ruim.
Natuurlijk is zes Sonates achter elkaar een overdosis, maar dat is
een kwestie van gefaseerd luisteren. En het belet me niet watertandend
uit te zien naar de volgende Mascitti-cd die het duo op stapel heeft
staan.
© Frits van der Waa 2006