Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant van 10-09-1998, Pagina 12, KUNST, recensie

Los Angeles Philharmonic is vooral goed in zacht

Werk van Adams, Mahler en Sibelius door The Los Angeles Philharmonic Orchestra o.l.v. Esa-Pekka Salonen. Concertgebouw, Amsterdam, 8 september.

Het orkest klinkt als een ijzeren vuist in een fluwelen handschoen, en wordt geleid door een veertigjarige man die je op het oog amper vijfentwintig zou geven. Het Los Angeles Philharmonic Orchestra, dat als eerste aantrad in de Concertgebouw-serie Wereldberoemde Symfonieorkesten, liet woensdag horen dat het onbetwist in deze categorie thuishoort.

De klankweelde die dirigent Esa-Pekka Salonen en zijn manschappen tentoonspreidden stak die van het Concertgebouworkest naar de kroon. Het komt maar zelden voor dat een gast-orkest de klankverhoudingen zo feilloos weet af te stemmen op de riante, maar verraderlijke akoestiek van de Grote Zaal.

De kracht van het Los Angeles Philharmonic ligt - al klinkt het paradoxaal - vooral in het zacht. Eindeloos subtiel zijn de dynamische schakeringen die de musici, zonder enig verlies aan intensiteit, aan de onderkant van het spectrum weten te realiseren. In de eerste toegift, Pelléas et Mélisande van Sibelius leek Salonen hier zelfs mee te koketteren, door bij elk van de drie fluisterzachte slotakkoorden er nog een adembenemend schepje af te doen.

Maar dit orkest heeft meer in huis dan poezelige strijkers alleen. In de Lemminkäinen legenden, eveneens van Sibelius, reikt het palet van bucolische bokkesprongen en verfijnde lyriek tot enorme samenballingen van razende zestienden en machtige kopererupties. De Fin Salonen heeft veel affiniteit met het werk van zijn landgenoot. Zonder de woelingen aan de oppervlakte tekort te doen houdt hij de brede golfslag van de muziek scherp in het oog en modelleert die op zijn beurt tot minutenlange spanningsbogen. Het Fins Verkeersbureau kan zich geen betere reclame wensen.

Natuurlijk preekten ook de Amerikanen voor eigen parochie, met Slonimsky's Earbox, een recent werk van John Adams. De eigenaardige titel van dit stuk verwijst naar de Thesaurus of scales and melodic patterns van de drie jaar geleden op 101-jarige leeftijd overleden Nicolas Slonimsky. Adams heeft veel van zijn materiaal uit deze 'doos' geput. De Earbox is een virtuoos en enerverend stuk van een klein kwartiertje, waarin Adams weer een stapje verder gaat met het maximaliseren van de minimal music die ooit zijn vertrekpunt was. Het roept zelfs de vraag op of het minimalisme uiteindelijk niet meer heeft opgeleverd dan een verrijking van het arsenaal aan texturen. Wat dat betreft haalt Adams het onderste uit de kan in dit beweeglijke, flonkerend geïnstrumenteerde stuk.

Temidden van deze twee imposante werken vormden Mahlers Lieder eines fahrenden Gesellen een verdroomd tussenspel. Mezzo Lorraine Hunt kent eveneens de waarde van het pianissimo, al kan ze ook een strot opzetten. Maar zelfs dan blijft haar stem betoverend mooi, zonder spoor van het opgeklopte vibrato dat andere zangeressen nodig hebben om volume te maken. In nauw samenspel met Salonen trof Hunt de rijkgeschakeerde expressie van de liedercyclus in het hart, en verleende de Grote Zaal de intimiteit van een kamermuziekuitvoering.


© Frits van der Waa 2006