Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant van 27-03-2003, Pagina K18, Kunst katern, Recensie

Intieme passie

Bach: St. Matthew Passion, door The Gabrieli Players o.l.v. Paul McCreesh. DG.

Het is nog niet idioot lang geleden dat er een controverse heerste over de vraag of je Bachs Mattheus Passie in grote dan wel in kleine bezetting moest uitvoeren - maar toch wel weer zo lang geleden dat het een noviteit was toen Riccardo Chailly besloot om het weer eens op de oude manier te doen.

Paul McCreesh gaat nog een stap verder in de andere richting. In zijn versie zijn de koorpartijen enkelvoudig bezet, en worden ze gezongen door dezelfde zangers die ook de solopartijen vertolken. Die opvatting wordt ondersteund door wat we weten van het aantal zangers waarover Bach beschikte, dat inderdaad aan de bescheiden kant moet zijn geweest. Helemaal nieuw is die opvatting overigens niet: ze werd al lang verkondigd door de dirigent Joshua Rifkin, en ook de Nederlandse Bachvereniging houdt er een select gezelschap op na, de Cappella Figuralis, dat een vergelijkbare uitvoeringspraktijk loslaat op werk van Bachs voorgangers. Bijzonder is natuurlijk wel dat McCreesh' uitvoering is verschenen bij DG, wat van de kant van dit eerbiedwaardige label toch een bewijs van goedkeuring inhoudt.

Het resultaat is, zelfs vergeleken met de min of meer 'authentieke' Mattheusen van Ton Koopman en geestverwanten, uitgesproken intiem, maar daarom niet minder overtuigend. Het werk wordt veel meer een eenheid. In het bijzonder een onderdeel als de aria Sehet, Jesus hat die Hand, waarin de altpartij wordt afgewisseld met de door het koor gezongen woorden 'Wo?' en 'Wohin?' wordt het oor niet langer heen en weer geslingerd tussen eenling en massa. Spectaculaire onderdelen als Sind Blitze, sind Donner boeten daarentegen allerminst aan kracht in. McCreesh' Gabrieli Players leveren welsprekend en kleurrijk spel. Jammer alleen dat de acht zangers niet allemaal zo mooi zingen als je zou wensen. Bij sommigen zit er te veel onwillekeurig of hoogfrequent vibrato in de stembanden gebakken.

Tan Dun: Water Passion, after St. Matthew. RIAS-Kammerchor Berlin e.a. o.l.v. Tan Dun. Sony.

In 2002, toen Bach 250 jaar dood was, gaf de Internationale Bachakademie vier componisten de opdracht een nieuwe passie-compositie te schrijven, elk naar een ander evangelie. De meest eervolle taak, het componeren van een nieuwe Mattheus, ging naar de in 1957 geboren Chinees-Amerikaanse componist Tan Dun (de overigen waren Wolfgang Rihm, Sofia Goebajdoelina en Osvaldo Golijov). Tan vatte zijn taak ruim op en breidde het verhaal meteen maar uit met enkele andere taferelen, waaronder de doop van Christus - vandaar ook de titel Water Passion. Tegelijkertijd bekortte hij de tekst aanzienlijk.

Het nu op cd verschenen resultaat is op zijn minst verbluffend - in termen van timbres althans. Tan verricht wonderen met een keur aan waterslagwerk, op elkaar geslagen keitjes en boventoonzang. Zelfs de twee normale instrumenten, een viool en een cello, ontlokt hij de meest oriëntaalse geluiden. Wat de twee solisten, de bas Stephen Bryant en de sopraan Elizabeth Keusch, aan extreme klanken, sprongen en glissandi leveren, grenst aan het ongelooflijke. Doordat het idioom toch wel erg gericht is op eenstemmigheid, en er bovendien nogal wat herhaald wordt, maakt het geheel een wat uitgesponnen indruk - ondanks opwindende ingrediënten, zoals de aardbevingsmuziek na het verscheiden van Christus.

Bach O Ewigkeit, du Donnerwort: cantates BWV 2, 20 en 176. Collegium Vocale o.l.v. Philippe Herreweghe. Harmonia Mundi.

In de drie 'Trinitatis'-cantates van Bach doet de Vlaamse dirigent Philippe Herreweghe het, anders dan McCreesh, met een gewoon zestienkoppig koor en een club van vier solisten, onder wie de Nederlandse zangers Johannette Zomer en Peter Kooij. Ongeacht de vraag of dit nu de ware Bachbezetting is, is het juist de kwaliteit van de vocalisten waardoor deze op zich niet revolutionaire cd zich onderscheidt van McCreesh' Mattheus-opname. Dat deze drie cantates, en met name de tweedelige O Ewigkeit, du Donnerwort tot het beste horen wat Bach gecomponeerd heeft zal voor kenners geen nieuws zijn.


© Frits van der Waa 2006