Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant van 12-05-2003, Pagina 11, Kunst, Recensie

De hete adem van Bach tot eigen voordeel aangewend

Deus Passus van Wolfgang Rihm door het Rotterdams Philharmonisch Orkest, Brabant Koor en solisten o.l.v. Markus Stenz. 9 mei, De Doelen, Rotterdam.

Nog altijd is lang niet iedereen ervan overtuigd dat hedendaagse muziek ook mooi en ontroerend kan zijn, maar de uitvoering van Wolfgang Rihms Deus Passus, vrijdag in de Rotterdamse Doelen, zal weinigen onaangedaan hebben gelaten. Anderhalf uur lang hielden het Rotterdams Philharmonisch Orkest, het Brabant Koor en een vijftal solisten de welgevulde zaal in hun greep met Rihms sobere, maar daarom niet minder indringende verklanking van het lijdensverhaal.

Deus Passus, Passions-stücke nach Lukas, zoals het werk voluit heet, stamt uit het jaar 2000 en is één van de vier nieuwe passie-muzieken die ontstonden naar aanleiding van een opdracht van de Internationale Bachakademie Stuttgart. Het Rotterdamse orkest, dat vorig jaar al Sofia Goebajdoelina's Johannes-Passion uitvoerde, tekende nu ook voor de Nederlandse première van Rihms bijdrage aan het project.

Zoals elke componist die zich waagt aan een passie-compositie heeft Rihm de hete adem van Bach in zijn nek gevoeld, maar die heeft hij tot eigen voordeel aangewend. Een aantal momenten die zijn grote voorganger prominent heeft uitgelicht, zoals het kraaien van de haan, het scheuren van het tempelgordijn en het Barrabam-geroep van de menigte, geeft hij bewust een onderkoelde behandeling. Tegelijkertijd is de geest van Bach vrijwel voortdurend aanwezig in de noten. Dat uit zich in de verstrengelde, imiterende lijnen die dikwijls, net als bij Bach, zijn toebedeeld aan twee identieke instrumenten. Zo verschijnt na de woorden '... und verschied' - het centrale punt van het verhaal - de melodie van het koraal O Haupt vol Blut und Wunden, die echter na een noot of vijf naar een ander spoor wordt gerangeerd. Fragmenten uit het evangelie van Lucas worden afgewisseld met teksten uit de katholieke traditie, zoals het Stabat Mater.

Rihm heeft niet alleen willen uitstijgen boven geloofsrichtingen: het slot, een zetting van Paul Celans gedicht Tenebrae, is een nadrukkelijke verwijzing naar de jodenvervolging. Het Brabant Koor, dat gedurende het hele werk al uitmuntte in discipline, zuiverheid en nuance, kwam hier bijzonder sterk voor de dag. De spil in het solistenkwintet was mezzo Marijana Mijanovic, met haar verbijsterend diepe en krachtige stem, maar ook Esther Heideman en Cécile van de Sant ter linker-, en Christoph Prégardien en Andreas Schmidt ter rechterzijde vertolkten hun partijen met gloed, en zonder nodeloze opsmuk. Dat alles onder de strakke, maar bezielde leiding van de 37-jarige Markus Stenz, die welsprekende handgebaren verkiest boven de traditionele baton.

Voor een componist die in zijn overige werken grossiert in heftige, theatrale erupties is Rihm in Deus Passus uitgesproken terughoudend te werk gegaan. Er is niet meer dan een handjevol felle ontladingen, met slagwerk, koor en orgel, en die zijn bovendien bijna alle van korte duur. Hoewel de muzikale lay-out voortdurend varieert, ook omdat de teksten niet in de mond van één solist gelegd zijn, heeft de gestiek, waarin snelle passages ontbreken, iets eenvormigs. De harmonische spanningsbogen, die steunen op een perfect gedoseerde verbinding tussen bijna traditionele en uitgesproken moderne samenklanken, zijn niet minder fascinerend.


© Frits van der Waa 2006