Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant van 19-05-2003, Pagina 10, Kunst, Recensie

Huppelen van Boston naar Stockholm

Un ballo in maschera, van Verdi, door Opera Zuid o.l.v. Mike Ashman en Laurent Wagner. Stadsschouwburg Eindhoven, 17 mei. Tournee t/m 14 juni (Groningen, Heerlen, Den Bosch, Tilburg, Venlo, Sittard, Rotterdam, Maastricht, Utrecht).

Verdi's Un ballo in maschera heeft een eigenaardige voorgeschiedenis. Het gegeven van de opera, de moord op de Zweedse koning Gustav III in 1792, viel namelijk niet in goede aarde bij de Italiaanse censoren. Die moord lag weliswaar al bijna zeventig jaar in het verleden, maar in het politiek onstabiele Italië van die tijd lag een dergelijk onderwerp gevoelig. Zo werd de handeling noodgedwongen verplaatst naar Boston, de koning werd een gouverneur, en het pistool een dolk.

In de nieuwe enscenering van Opera Zuid is dat allemaal weer netjes terugveranderd. Verdi zou er misschien van hebben opgekeken dat Riccardo en Renato nu Gustavo en Ankarstrom heten, en het is zeer de vraag of hij gecharmeerd zou zijn geweest van de megaton-explosie waarmee regisseur Mike Ashman het in ere herstelde pistool laat afgaan. Maar goed, Verdi is al ruim een eeuw niet meer onder ons.

Het maakt trouwens niet uit, want de decors en kostuums van Conor Murphy weken de handeling los van Boston of Stockholm of iedere andere denkbare locatie. Murphy moet een groot filmliefhebber zijn. De op-art-achtige vormgeving van de openingsscène is overduidelijk geïnspireerd op vroege James Bond-films, of meer nog, op een tv-serie als De wrekers, en de grot van de waarzegster Ulrica is veranderd in een kille bar à la Stanley Kubrick. Het ziet er goed uit. Fraai is vooral de slotscène, waar de cirkels en ronde gaten van het begin plaats hebben gemaakt voor driedimensionale grijze ballen of, zo men wil, kogels.

Un ballo in maschera is een opera met een solide plot en ijzersterke muziek. Helaas is er in deze opvoering ook veel dat niet met elkaar spoort. Tijdens de ouverture toont Ashman een innige omhelzing tussen de koning en zijn page Oscar, als verwijzing naar de seksuele geaardheid van de échte Gustav III. Maar daarmee ondergraaft hij wel de geloofwaardigheid van de opera-Gustav, wiens fatale liefde voor Amelia, de vrouw van zijn beste vriend Ankarstrom, uiteindelijk leidt tot de schietpartij op het bal masqué.

Problematischer is dat Ashton er niet in geslaagd is de komische en serieuze aspecten van de opera met elkaar te verzoenen. In het eerste bedrijf domineert potsierlijk gehuppel. In de tweede en derde akte maakt dat plaats voor een min of meer traditionele, soms wat statische personenregie. Het spookachtige slow-motion-ballet aan het slot is wat dat betreft een verademing.

De Fransman Laurent Wagner, die aanvankelijk wat moeite had om het Brabants Orkest tot gelijk inzetten te bewegen, toont zich uiteindelijk een solide Verdi-dirigent, met oor voor zowel de robuuste als de subtiele aspecten van de partituur.

Helaas wordt de muzikale uitvoering vanaf het tweede bedrijf een stuk minder genietbaar, door toedoen van sopraan Anne Heath-Welch, die de vele verschillende emoties van Amelia weliswaar goed over het voetlicht brengt, maar ze overdekt met een minstens zo turbulent vibrato. Vooral in het duet met de waarzegster Ulrica, gezongen door een al even hevig flakkerende Annett Andriesen, is dat een weinig stichtende ervaring.

De Schotse sopraan Jeni Bern en de Bulgaarse bariton Ivan Dimitrov laten aanmerkelijk zoetgevooisder geluiden horen, in de rollen van Oscar en Renato alias Ankarstrom. Harrie van der Plas komt sterk voor de dag als de onfortuinlijke koning Gustavo - misschien zelfs iets te sterk, want hier en daar lijkt hij meer van zijn tenorstem te vergen dan raadzaam is. Opmerkelijk is het aandeel van het Zuidelijk Theaterkoor, dat een stuk kariger bezet is dan men zich voorstelt bij Verdi, maar zich toch op belangrijke punten bewijst als dragende factor.


© Frits van der Waa 2006