de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 7 juni 2006 (pagina 19)
'Een strak idee in de ruimte zetten'
De dramaturg Klaus Bertisch van de Nederlandse Opera verzorgde de vormgeving bij de onvoltooide opera De Spelers van Sjostakovitsj. 'Een tafel, kaarten en wat geld, dat is het eigenlijk.'
The Great Lightning is de titel van het Sjostakovitsj-programma dat het Residentie Orkest
vanavond in het Holland Festival uitvoert. Het belangrijkste onderdeel van dit concert met vergeten en
onvoltooide werken is De Spelers, een opera waaraan Sjostakovitsj in 1941 begon, maar die nooit
afgekomen is. De opera wordt gezongen door zes jonge Russische zangers van het Galina Vishnevskaja Opera
Centre in Moskou, en de mise-en-espace is in handen van Klaus Bertisch, dramaturg bij de
Nederlandse Opera.
'Ik heb drie dagen met ze gewerkt', vertelt hij. 'Je moet heel snel en heel strak met je ideeën
zijn om het goed over te laten komen. Bij een mise-en-espace zijn de repetities gepland als bij
een concert. We kunnen ook pas op dag van het gebeuren zelf in het Concertgebouw terecht. Je hebt dus
niet de tijd om een grote, uitgewerkte regie te ontwikkelen. Ik moet het in de ruimte zetten, en dat is
het.'
De communicatie was een extra probleem, aldus Bertisch: 'Ik spreek geen Russisch. Er was er een die
een beetje Duits sprak, een ander kende wat Engels en een derde wat Italiaans. Af en toe stonden ze met
zijn zessen in het Russisch tegen me aan te praten. Maar de samenwerking verliep toch heel fris en open.
We hebben alle mogelijkheden geprobeerd, en zijn zo tot een conclusie gekomen wat ze uiteindelijk moeten
doen.'
Decors komen er niet aan te pas in het Concertgebouw: 'Vóór het podium hebben we een
beetje extra
ruimte, en daar gebeurt het. Ik gebruik een paar rekwisieten: een tafel, kaarten en wat geld, dat is
het.'
De Spelers is gebaseerd op het gelijknamige toneelstuk van Gogol, een lievelingsschrijver van
Sjostakovitsj. 'Het gaat over een stel valsspelers'', beschrijft Bertisch. 'Alle mannen die we te zien en
te horen krijgen, spelen vals. Met kaarten, maar ook in het echte leven. Ze proberen voortdurend elkaar
een rad voor ogen te draaien. Ze doen alsof ze eerlijk zijn, maar zijn op het geld van de ander uit. Eén
lijkt het ergste van allemaal, maar uiteindelijk is hij degene die het onderspit delft. Zo eindigt het
bij Gogol, maar dat krijgen we niet te zien bij Sjostakovitsj.'
Sjostakovitsj begon op 28 december 1941 met het componeren van De Spelers, maar bleef binnen
twee maanden steken, en hoewel hij het stuk later in het jaar nog eens oppakte, is er uiteindelijk niet
meer afgekomen dan een fragment van circa vijftig minuten. 'Dat komt doordat hij die tekst zo waardeerde
dat hij niets wilde weglaten', zegt Bertisch. 'Maar toen hij eenmaal bezig was moet hij vrij snel in de
gaten hebben gekregen dat het stuk dan veel te lang zou worden. Wat doe je in zo'n geval? Dan laat je het
liggen met de gedachte: daar kom ik later wel op terug. En dat gebeurt dan niet.'
Het ontbreken van een slot stelde Bertisch voor een probleem: 'De muziek houdt halverwege een scène
op, middenin een zin. Rosdjestvenski, de dirigent die De Spelers in 1978 voor het eerst heeft
uitgevoerd, heeft er een einde aan gebreid door een balalaikaliedje dat eerder voorkomt, te herhalen.
Maar Martyn Brabbins, die het Residentie Orkest dirigeert, wil echt stoppen waar Sjostakovitsj is
opgehouden. Dat doen we dus ook. Het wordt als het ware afgekapt.'
Of dit programma 'de ontbrekende schakel in het Sjostakovitsj-jaar' zal worden, zoals in het gidsje
van van het Holland Festival beweerd wordt, betwijfelt Bertisch: 'Ik zal niet zeggen dat het totaal
anders klinkt dan zijn andere werk. De Spelers is misschien wat rustiger dan de opera's uit zijn
vroege periode, De Neus en Lady Macbeth van Mtsensk. Maar ja, je weet niet wat er nog had
kunnen komen. Het is nu eenmaal een fragment, iets wat anders nooit te zien is. En in die zin is het wel
een ontbrekende schakel. Goed dat het gebeurt.'
© Frits van der Waa 2006