de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 18 januari 2007 (pagina K18)
Vulkanische scheppingsdrift
Wolfgang Rihm: Dis-Kontur, Sub-Kontur, Unbenannt IV. Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks. Col
Legno.
Onthutst waren de reacties op de eerste uitvoeringen van Wolfgang Rihms orkestwerken Dis-Kontur en
Sub-Kontur, zo'n dertig jaar geleden. Zulke ongegeneerde ontladingen van vulkanische
scheppingsdrift en klankfantasie waren not done in de tijd van de cerebrale, geordende structuur.
En, toegegeven: de klankkluiten die Rihm, destijds begin twintig, je hier om de oren laat vliegen, zijn
erg ruig en rauw. Zijn recente Unbenannt IV is aanzienlijk geraffineerder in zijn vocabulaire, wat
in de live-uitvoering van het Beierse radio-orkest goed naar voren komt. Steeldrums zetten de
toon. Het orgel, bespeeld door Leo van Doeselaar, heeft een betrekkelijk ondergeschikte rol en mag
slechts af en toe even uitpakken.
György Kurtág: Complete Choral Works. SWR Vokalensemble Stuttgart o.l.v. Marcus Creed.
Hänssler Classic.
György Kurtág is ook zo'n componist die zich door zijn intuïtie laat leiden. Maar anders
dan de veelschrijver Rihm is hij een scherpslijper, die jaren aan een stuk kan vijlen. Over zijn Songs
of Despair and Sorrow heeft hij veertien jaar zitten dubben, van 1980 tot 1994. Het resultaat is dan
ook indringend, al is het niet altijd makkelijk om in de Russische teksten het spoor vast te houden. Het
instrumentale aandeel van het Ensemble Modern is beperkt, maar zet de dramatiek op de scharnierpunten wel
een enorme kracht bij. In de hoofdrol schitteren de zangers van het SWR Vokalensemble Stuttgart, die de
menigvuldige vocale schakeringen van Kurtág grandioos naar voren brengen, nu eens gedempt en
ingekeerd, dan weer scherp en hoekig. De kortere, uit kleine deeltjes samengestelde a cappella-werken
Omaggio a Luigi Nono en Eight Choruses to Poems by Deszö Tandori zijn al even
absorberend.
Gottfried Michael Koenig: diverse werken (2 cd's). Trio Recherche e.a. Edition RZ.
Net als Kurtág werd Gottfried Michael Koenig onlangs 80 jaar. Deze nestor van de Duitse
elektronische muziek, die later jarenlang het Instituut voor Sonologie in Utrecht leidde, is zo'n
componist uit het cerebrale kamp, jarenlang bezig met het uitvinden van automatische componeermethodes.
Dat zijn oeuvre desondanks bescheiden is, is vooral te danken aan het kritisch oor waarmee hij de
output van computers en andere apparaten beoordeelde.
De werken op deze onlangs verschenen dubbel-cd reiken van ongepolijste hardcore uit
zaagtandgeneratoren tot subtiele sinusmengsels, en van de Zwei Klavierstücke uit 1957 tot de
Blätter für Streichtrio uit 1992. Dit laatste werk, zestig deeltjes met een lengte van
maximaal een minuut, is navelstaarderig in zijn fixatie op één gegeven, maar boeiend door
de niet-aflatende kantelingen van textuur en speelwijze.
Vintage Brisk: Brisk Recorder Quartet e.a. Globe.
Voor zijn twintigjarig bestaan heeft het blokfluitkwartet Brisk een feest-cd samengesteld met uitsluitend
werk van negen levende Nederlandse componisten. Van zoet gekweel tot schril gepiep: vele facetten van de
blokfluitmuziek komen voorbij. Groots zijn de vijf een-minuutscomposities, waaronder twee geklutste
verjaardagsliedjes van Guus Janssen en Michiel Mensingh. Tegenover een krankjoreme driloefening in
kikkergekwaak van Huba de Graaff staat renaissancistische eufonie van Daan Manneke. De vertolkingen zijn
even geestrijk en maken duidelijk dat blokfluit leuk is om te spelen én om naar te luisteren.
© Frits van der Waa 2007