de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 15 februari 2007 (pagina K18)
Tsjaikovski met neveneffecten
Tsjaikovski: Symfonieën 4, 5 en 6. Orchestra dell' Accademia Nazionale di Santa Cecilia o.l.v.
Antonio Pappano. EMI (2 cd's).
De muziek van Pjotr Iljitsj Tsjaikovsky moet de Engels-Italiaanse dirigent Antonio Pappano aan het hart
gebakken zijn. De 47-jarige Pappano, die al vroeg naam maakte als dirigent van de Munt in Brussel, is al
geruime tijd artistiek leider van het Londense operahuis Covent Garden, maar heeft daarnaast sinds kort
een eigen symfonieorkest: het in Rome gevestigde Orchestra dell' Accademia Nazionale di Santa Cecilia.
De eerste twee cd's die hij met dit orkest heeft opgenomen, zijn allebei gewijd aan het werk van
Tsjaikovski, wat duidelijk maakt dat Pappano erg wegloopt met de grote Rus. Het eerste plaatje leek met
zijn keus uit greatest hits nog een proefballonnetje. Bij de tweede, een goed gevulde dubbelaar, gaat het
om het echte werk: de symfonieën vier, vijf en zes.
Pappano maakt er pittige kost van. De kwaliteit van het orkest logenstraft de naar verhouding geringe
naamsbekendheid, die eerder te maken zal hebben met de langdradigheid van die naam. Het koper is prachtig
strak, het hout pregnant en de strijkers vooral robuust. Pappano heeft vooral de roesverwekkende aspecten
van Tsjaikovski's muziek goed in de vingers, maar geeft ook de melancholie het volle pond, wat resulteert
in uitvoeringen waarin dynamische extremen niet worden geschuwd. De EMI-technici hebben dat natuurgetrouw
vastgelegd. Dat levert voor de huiskamerluisteraar enkele minder comfortabele neveneffecten op, zoals
zachte passages die bijna onder de gehoorgrens verdwijnen, of rinkelende ruiten bij de abrupte
forte-inzetten.
Tsjaikovski: Vioolconcert e.a. Julia Fischer, Russian National Orchestra o.l.v. Yakov Kreizberg.
PentaTone.
Je hoeft niet te weten dat Julia Fischer pas 23 is om je gewonnen te geven voor de bekoringen die uitgaan
van haar vioolspel. De jonge Duitse musicienne maakt van Tsjaikovski's Vioolconcert, een al door vele
voorgangers afgekloven compositie, een vonkende en sprankelende aangelegenheid. Net als op haar debuut-cd
(met vioolconcerten van Tsjaikovski's collega's) laat haar samenwerking met het Nationale Orkest van
Rusland en dirigent Yakov Kreizberg aan chemie niets te wensen over. Het langzame deel heeft een
geheimzinnige innigheid die typisch is voor Tsjaikovski, maar lang niet in alle uitvoeringen zo goed
getroffen wordt.
De extraatjes zijn minstens zo orenspitsend, al was het alleen maar doordat je ze niet vaak hoort. De
titel van de Sérénade mélancolique spreekt voor zichzelf, terwijl de
componist zich in het Valse-Scherzo nu juist van zijn snedige kant toont. Met Souvenir d'un
lieu cher maakt de cd een wat abrupte overgang van orkest- naar kamermuziek, maar Fischer is opnieuw
groots in de intiemere sferen, terwijl Kreizberg ook als pianist even dienstbaar als welsprekend blijft.
Tsjaikovski: De Notenkraker (complete versie). Orkest van het Bolsjoi Theater o.l.v. Alexander
Vedernikov. PentaTone (2 cd's).
De Notenkraker is onmisbaar in elke Tsjaikovski-bloemlezing, maar de volledige versie van die
balletmuziek is een wel heel volle doos met snoepgoed. Dirigent Vedernikov en de muziekregisseurs van
PentaTone hebben weliswaar een paar minder lekkere samenklanken in hout en koper door de vingers gezien.
De uitvoering door het orkest van het Bolsjoi Theater is desondanks niet te versmaden, met zijn donzige
en toch slanke strijkersklank. Het is bovendien goed te horen dat de musici flink worden meegesleept
door Tsjaikovski's verleidingkunsten, die hij pas in het tweede bedrijf ten volle inzette. De hemelse
klanken van de celesta en een kinderkoortje geven de dikwijls korte mopjes een roze randje, en om het
feest compleet te maken besluit de cd met de mooiste stukjes uit het Zwanenmeer en de Polonaise
uit Evgeni Onegin.
© Frits van der Waa 2007