de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 15 februari 2007 (pagina 17)
Vingervlug spel en opzwepende mediterrane melodieën
Danza del Viento, door het Nederlands Blazers Ensemble en Jordi Savall. 12 februari, Muziekcentrum
Frits Philips, Eindhoven. Herhaling: Amsterdam, 14-15/2.
Het toneel is bekleed met kleden, lapjes en tapijtjes, op een achterdoek verschijnen rimpelende
projecties, en uit twee speakers spoelt gedruis van golven de zaal binnen. Zo begint Danza del Viento,
het jongste programma van het Nederlands Blazers Ensemble, waarvoor ditmaal een gastspeler is uitgenodigd
wiens faam die van het NBE nog overstijgt: Jordi Savall, de welhaast legendarische gambaspeler uit
Spanje, oprichter van het ensemble Hespèrion XX en coryfee van de oude muziek.
Samen met zijn drie meegebrachte medespelers en de musici van het NBE voert hij het publiek mee op een
expeditie die leidt naar de bronnen van de muziek. In een vrijwel ononderbroken medley van meer
dan twintig stukken tonen ze het verband aan tussen de volksmuziek van Spanje, Turkije, Marokko,
Griekenland en andere landen rond de Middellandse Zee, inclusief de Middeleeuwse springdansen, de
saltarello's, naadloos afgewisseld met enkele composities van de 20ste-eeuwse contrabassist
François Rabbath. De reis duurt zeven kwartier zonder onderbreking, maar is minstens zo boeiend
als een Mahler-symfonie.
Dat is in de eerste plaats te danken aan het bezwerende spel van Savall en consorten. Savall bedient zich
van verschillende knievedels, waaronder als opvallendste de rebab, een duidelijk met de hand vervaardigd
instrument, dat er uitziet alsof het bespannen is met kamelenvel. Driss El-Maloumi bespeelt de ûd
ofwel de Arabische luit, terwijl Dimitri Psonis uitmunt op de santur, een met hamertjes bespeeld
snarenkastje uit Iran. De vierde speler is David Mayoral, die het vel van zijn trommen streelt als een
verliefde masseur.
Het Nederlands Blazers Ensemble gaat ondogmatisch om met die oude muziek, maar om de authenticiteit te
waarborgen, heeft het gezelschap arrangeurs in de arm genomen die uit dezelfde traditie voortkomen als
de muziek, zoals de Griekse Calliope Tsoupaki, Evrim Demirel uit Turkije, en de Kroatische Ivana Kis. Zij
hebben het eenstemmige karakter van de oorspronkelijke muziek grotendeels intact gelaten. Savall
cum suis bijten telkens de spits af, waarna de blazers zich er bijna onmerkbaar bijvoegen en de muziek
in telkens wisselende tinten bijkleuren. De fluwelen timbres van althobo en saxofoon, maar ook de
venijniger klanken van klarinet en gestopte trompet bewijzen hier goede diensten.
Naast de vingervlugheid van de musici is het vooral het spel met wisselende accenten dat de verschillende
mediterrane melodieën zo opzwepend maakt. Als laatste waarborg tegen verveling komen er twee
jongleurs opdraven, die anders dan de overige deelnemers niet met vuur spelen wat maar goed is
ook, omdat juist hun bijdrage niet helemaal bedrijfszeker is.
© Frits van der Waa 2007