de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 5 maart 2007 (pagina 11)
Zonder stem is opera 'Rusalka' meest zeggend
Rusalka, van Antonin Dvorák, door Opera Zuid o.l.v. Stefan Veselka en David Prins. 3 maart, Theater
aan het Vrijthof, Maastricht. Tournee. www.operazuid.nl.
Voor een componist moet het een boeiende opdracht zijn een opera te schrijven over een dame die haar stem
kwijtraakt. Niet alleen daarom is het te begrijpen dat Antonin Dvorák zich aangetrokken voelde tot
het bekende sprookje van de Kleine Zeemeermin dat, voor het door Disney werd ingelijfd, op naam stond van
Hans Christian Andersen. Rusalka heet zijn bewerking van het verhaal over het meerminnetje dat
stem en staart bij een toverheks inruilt voor twee benen, om de prins voor zich te winnen.
Het is in zekere zin jammer dat Dvorák een beetje heeft gesmokkeld, want die paar scènes
met instrumentale muziek waarin Rusalka er het zwijgen toe doet horen paradoxaal genoeg tot de
veelzeggendste van de opera. Zodra Rusalka echter is verstoten door de prins, krijgt ze haar stem weer
terug. Dat is fijn voor Annemarie Kremer, die bij Opera Zuid de hoofdrol vertolkt, want nu mag ze na een
poos stommetje gespeeld te hebben in het slotbedrijf weer stevig uitpakken, en dat doet ze dan ook. De
cast bestaat overwegend uit zangers van eigen bodem, omdat regisseur David Prins de oorspronkelijk
in het Tsjechisch gedachte opera in een eigen Nederlandse bewerking laat zingen. Hoewel het niet met alle
klemtonen op rolletjes loopt, is het een respectabele vertaling.
De prinsenpartij van Jeroen Bik klonk bij de première erg beslagen, hetgeen door artistiek leider
Miranda van Kralingen na de pauze op het conto werd geschreven van een griepvirus, dat daarna prompt
oversloeg op het publiek. De bevallige Kremer, geflankeerd door een welluidende watertrol (Frank Blees)
en een krachtdadige toverkol (Klara Uleman), liet zich door het gekuch niet van de wijs brengen. In de
bijrollen vallen vooral prinses Frances van Broekhuizen (prinses) en kok Marcel van Dieren op met sterke
en volstrekt verstaanbare bijdragen.
Veel vaart zit er niet in Rusalka. Dat ligt aan de opera zelf, die veel bespiegelend gezang en
maar weinig interactie tussen de personages bevat. Wel is de muziek bij voortduring bekoorlijk, weelderig
geïnstrumenteerd en rijk aan inspiratie, zelfs wanneer er sprake is van Wagner-derivaten. Regisseur
Prins wil die kwaliteiten blijkbaar goed tot hun recht laten komen, en voegt dan ook weinig
gebeurtenissen op de achtergrond en andere afleiding toe. Veel ruimte dus voor de sympathieke benadering
van de Noors-Tsjechische dirigent Stefan Veselka die het Limburgs Symphonie Orkest tot liefdevol
musiceren verleidt.
Het decor- en lichtontwerp van Reier Pos is vooral suggestief: met bescheiden middelen schept hij bos-,
water- en ijsillusies. De pendant van de veelkleurige muziek zit hem veeleer in de bonte kostuums van
Marrit van der Burgt, die niet zouden misstaan in het Land van Ooit. De zeemeerminnen kwispelstaarten, de
trol loopt rond op zwemvliezen en de dryaden hebben twijgjes als vingers. Ook de dansende poes is
hartveroverend. Wat dat betreft zit het wel goed met de jaarlijkse sprookjesopera die Opera Zuid de
komende vijf seizoenen wil gaan brengen.
© Frits van der Waa 2007