de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 16 april 2007 (pagina 10)
Er valt nog veel te winnen voor beloftevolle dirigent Otto Tausk
Schumann en Chopin, door Holland Symfonia o.l.v. Otto Tausk. 13 april, Philharmonie, Haarlem. Herhaling: Alkmaar (17/4).
Het zal je maar gebeuren als componist dat 150 jaar na je dood een van je grootste bewonderaars je
'bezetenheid zonder bezonkenheid' in de schoenen schuift. Aldus sprak Felix Mendelssohn, bij monde van
acteur Geert Lageveen over Robert Schumann. Dat het verhaal niet afkomstig was van de echte Mendelssohn,
maar uit de duim van schrijver Bas van Putten stond verwarrend genoeg niet in het programmaboekje van
Holland Symfonia.
Dirigent Otto Tausk, die bij dit optreden zijn onofficiële debuut maakte als chef-dirigent van
Holland Symfonia op papier treedt hij pas na de zomer in dienst deed het zonder woorden,
maar sprak desondanks klare taal. Bij hem schortte het Schumanns Eerste Symfonie en de
Manfred-ouverture niet aan degelijkheid. De 36-jarige orkestleider, die in Rotterdam als assistent
van de dikwijls absente Valeri Gergjev veel gelegenheid heeft gehad zich in het vak te bekwamen,
ontfutselde de zelden briljante instrumentatie van Schumann het nodige raffinement en hield vooral de
symfonie goed op spanning.
Toch valt er nog veel te winnen voor Tausk. Het volume van het orkest is aan de forse kant voor de
betrekkelijk kleine zaal van de Haarlemse Philharmonie, zodat de tutti-passages wat ongetemperd aandeden.
En hij mag best wat aan de orkestklank poetsen. Vooral de houtblazerspartijen klinken wat vlak en
ontberen reliëf.
Eigenaardig was ook dat de strijkers bij een aantal aansluitingen in Chopins Tweede Pianoconcert
hoorbaar hoger speelden dan de piano. De fijnzinnige bijdrage van de de Georgische pianiste Nino
Gvetadze, vol tinkelende arabesken, vergoedde veel. En de delicatesse waarmee Tausk Chopins minieme
orkestonderstrepingen neervlijde, wekt mooie verwachtingen voor het komende seizoen.
© Frits van der Waa 2007