de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 23 april 2007 (pagina 10)
Wagemans' nieuwste heeft een fascinerend weidse gons
De Hemelse Tuin, van Peter-Jan Wagemans. Nederlands Blazers Ensemble en Cappella Amsterdam. De Doelen, Rotterdam, 21 april. Herhaling: Utrecht (23/4) en Den Haag (24/4).
Componist Peter-Jan Wagemans is nooit te beroerd om zijn idioom van tijd tot tijd helemaal op zijn kant
te zetten. Na de succesvolle concertante première van zijn opera Legende, twee maanden
terug, heeft hij zich nu op verzoek van het Nederlands Blazers Ensemble verdiept in het werk van
Hildegard von Bingen, de middeleeuwse mystica en componiste.
Het resultaat is De Hemelse Tuin, een totaalprogramma van vijf kwartier, waarin Wagemans zijn
eigen noten verknoopt heeft met die van zijn acht eeuwen oudere collega. Tussendoor reciteert acteur
Dic van Duin de visioenen van Hildegards kloostergenote Katharina, die zo onorthodox zijn en zo
onvindbaar op internet, dat ze welhaast afkomstig moeten zijn uit Wagemans' eigen duim. Geestig is het
wel, de gedachte dat je slakken moet doden om een volmaakte tuin te krijgen, een wrede daad die de
volmaaktheid teniet doet.
De resulterende assemblagecompositie is dan ook in alle opzichten een hybride geval. Voor de middeleeuwse
en quasi-middeleeuwse gezangen tekenen acht dames uit Cappella Amsterdam, die van tijd tot tijd overgaan
in Philip Glass-koortjes en spiritual-flarden. Zij ontberen zoveel swing dat de 'seksuele drive' waarover
Wagemans het in zijn toelichting heeft, ver te zoeken is.
Fascinerend is de weidse gons die Wagemans uit de karige, vaak slechts tweestemmige texturen oprakelt.
Feestelijk zijn vooral de notenslingers waarmee hij de soli van klarinettist Harmen de Boer en saxofonist
Johan van der Linden behangen heeft. Een tikje brokkelig is het allemaal wel. Maar dat is ook Wagemans'
moraal: perfectie is niet haalbaar, je kunt er dus beter ook maar niet naar streven.
© Frits van der Waa 2007